ECLI:NL:GHLEE:2003:AM1900
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank te Leeuwarden, die op 23 mei 2003 het beroep van de betrokkene ongegrond heeft verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr.drs. M.J.G. Schroeder, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend, maar heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de nadere toelichting van de gemachtigde van de betrokkene.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De opgelegde administratieve sanctie bedroeg € 40,--, wat onder de drempel van € 70,-- ligt voor hoger beroep. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de betrokkene niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de kantonrechter artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zou hebben geschonden door de betrokkene niet in de gelegenheid te stellen om aanvullende beroepsgronden aan te voeren.
Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van een schending van de rechtsregels, omdat de betrokkene deugdelijk was opgeroepen en niet is verschenen. De rechter was niet verplicht om de betrokkene alsnog de gelegenheid te geven om aanvullende gronden in te dienen. Het hof heeft geconcludeerd dat het beroep van de betrokkene niet kan slagen, omdat de omstandigheden die een doorbreking van het appelverbod rechtvaardigen niet aan de orde waren. De beslissing van de kantonrechter is bevestigd en het hof heeft het beroep verworpen.