ECLI:NL:GHLEE:2003:AM1821
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J. Poelman
- M. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzet tegen dwangbevel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank te Rotterdam, die de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzet tegen een dwangbevel. Het dwangbevel was op 17 januari 2001 uitgevaardigd en op 9 februari 2001 aan de betrokkene betekend. De betrokkene heeft op 13 februari 2001 een brief gestuurd naar het CJIB, waarin hij verzet aantekende. Het CJIB heeft deze brief echter niet als verzetschrift doorgezonden naar het bevoegde kantongerecht, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring door de kantonrechter.
Het gerechtshof heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat het CJIB de brief van de betrokkene had moeten aanmerken als een verzetschrift. De wetgeving, met name artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht, vereist dat bezwaar- en beroepschriften die bij een onbevoegd orgaan zijn ingediend, doorgezonden moeten worden. Het hof concludeert dat het verzetschrift tijdig is ingediend, omdat het CJIB had moeten doorzenden naar de kantonrechter. De lange periode van inactiviteit in de procedure, die meer dan 31 maanden heeft geduurd, is onacceptabel en leidt tot de conclusie dat het verzet gegrond moet worden verklaard.
Het hof vernietigt de beschikking van de kantonrechter en verklaart het verzet gegrond. De betrokkene krijgt het betaalde bedrag van €101,39 terug, evenals de griffierechten die hij heeft betaald in de procedure bij de kantonrechter en het hof. De beslissing is genomen door de rechters A. Dijkstra, J. Poelman en M. van Dijk, in aanwezigheid van griffier mr. Wijma.