ECLI:NL:GHLEE:2003:AJ6837
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Meijeringh
- J. Breemhaar
- F. Streppel
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van werknemer ten opzichte van werkgever
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te Assen, uitgesproken op 3 juli 2001. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. P.R. van den Elst, stelde dat de geïntimeerden, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], hem onrechtmatig hadden gehandeld door noodzakelijke bedrijfsinformatie achter te houden en door opzettelijk bouwmaterialen te laten afleveren op een verkeerde locatie. De appellant baseerde zijn vordering primair op artikel 7:661 BW, dat betrekking heeft op de aansprakelijkheid van werknemers voor onrechtmatige daden ten opzichte van hun werkgever. Het hof oordeelde dat voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van een werknemer ten opzichte van zijn werkgever slechts ruimte is indien het handelen of nalaten van de werknemer niet heeft plaatsgevonden binnen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Aangezien in deze zaak niets was gesteld of gebleken dat het handelen van de werknemer buiten de arbeidsovereenkomst viel, kon de vordering van de appellant niet worden toegewezen.
Het hof bevestigde dat de rechtbank de zaak terecht aan zich had gehouden, ondanks dat de vordering van de appellant in eerste aanleg was gebaseerd op artikel 7:661 BW. Het hof oordeelde dat de appellant niet ontvankelijk kon worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover zijn vordering was gebaseerd op dit artikel. De enige vordering die nog ter beoordeling lag, was die op basis van onrechtmatige daad. Uiteindelijk verklaarde het hof de appellant niet ontvankelijk in zijn hoger beroep voor zover zijn vordering was gebaseerd op artikel 7:661 BW, bekrachtigde het vonnis waarvan beroep en veroordeelde de appellant in de proceskosten van de procedure.