ECLI:NL:GHLEE:2003:AJ0195
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- J. Meijeringh
- A. Streppel
- Rechtspraak.nl
Bewijsopdracht en getuigenverklaringen in civiele zaak over dakdekkerswerkzaamheden
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, stond de bewijsopdracht centraal die aan de geïntimeerde was gegeven in een tussenarrest van 8 januari 2003. De zaak betreft een geschil tussen de appellant en de geïntimeerde over de betaling van dakdekkerswerkzaamheden. De geïntimeerde, die oorspronkelijk als onderaannemer was aangesteld, diende te bewijzen dat er een overeenkomst was gesloten met de appellant, waarbij de betaling van de werkzaamheden rechtstreeks aan hem zou plaatsvinden. De appellant ontkende deze overeenkomst en stelde dat hij nooit rechtstreeks met de geïntimeerde had gesproken over de betaling.
Tijdens de procedure heeft de geïntimeerde als partij-getuige een verklaring afgelegd, waarin hij stelde dat hij met de appellant had afgesproken dat de betaling rechtstreeks zou plaatsvinden. Daarnaast werd er een getuige gehoord, die bevestigde dat er een telefonische afspraak was gemaakt met de bouwbegeleider van de appellant. De appellant zelf heeft in contra-enquête verklaard dat de werkzaamheden al waren afgerond voordat er enige overeenkomst over betaling was gemaakt en dat hij nooit met de geïntimeerde had gesproken over de rechtstreekse betaling.
Het hof heeft de verklaringen van de getuigen en de partij-getuige gewogen en geconcludeerd dat de geïntimeerde er niet in is geslaagd het bewijs te leveren dat de appellant hem rechtstreeks zou betalen. De verklaringen waren niet voldoende om de stelling van de geïntimeerde te onderbouwen, en het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd. De vordering van de geïntimeerde werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.