ECLI:NL:GHLEE:2003:AI1818
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.W. Drion
- J. de Jong
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaken vastgesteld onder de Wet WOZ
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 22 augustus 2003, gaat het om een geschil over de WOZ-waarde van twee onroerende zaken gelegen aan de a-laan 4 en 6 te Z, vastgesteld per 1 januari 1999. De waarde van de onroerende zaak a-laan 4 was oorspronkelijk vastgesteld op € 127.512, maar werd verlaagd naar € 114.352 na een eerdere uitspraak. De waarde van a-laan 6 bleef gehandhaafd op € 189.680. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaken, was het niet eens met deze waarderingen en heeft beroep aangetekend.
De procedure begon met een beschikking van het hoofd van de afdeling financiën van de gemeente Midden-Drenthe, die de waarde van de onroerende zaken had vastgesteld. De belanghebbende diende op 20 maart 2002 een beroepschrift in, waarna het hoofd op 1 juli 2002 een verweerschrift indiende. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2003 was de belanghebbende niet aanwezig, maar het hoofd werd vertegenwoordigd door twee medewerkers. Het hof heeft op 26 juni 2003 uitspraak gedaan, waarna de belanghebbende verzocht om een schriftelijke uitspraak.
Het hof heeft vastgesteld dat de waarde van de onroerende zaken is bepaald op basis van de Wet waardering onroerende zaken, waarbij de waarde per 1 januari 1999 moest worden vastgesteld. Het hof oordeelde dat het hoofd voldoende bewijs had geleverd voor de vastgestelde waarden, onderbouwd door taxatierapporten die vergelijkingsobjecten noemden. De belanghebbende betwistte de waarderingen, maar het hof oordeelde dat de verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaken van de belanghebbende niet zodanig waren dat de waarderingen niet konden worden gehandhaafd.
Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep ongegrond, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die een verlaging van de vastgestelde waarden rechtvaardigden. De proceskosten werden niet toegewezen, en de uitspraak werd ondertekend door de raadsheer en de griffier.