ECLI:NL:GHLEE:2003:AI1817
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Pruiksma
- G. Gerrits
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak en WOZ-beschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de waarde van een onroerende zaak centraal. De belanghebbende, eigenaar van een winkelpand aan de a-straat 103 te Z, is in beroep gegaan tegen de WOZ-beschikking van de ambtenaar, die de waarde per 1 januari 1999 had vastgesteld op f. 754.000,--. De belanghebbende meent dat deze waarde te hoog is en stelt dat de waarde verlaagd moet worden naar f. 565.000,--. De ambtenaar heeft de waarde in een eerdere uitspraak verlaagd tot f. 721.000,--, maar de belanghebbende blijft bij zijn standpunt.
De procedure begint met de indiening van het beroepschrift op 9 april 2002, gevolgd door een verweerschrift van de ambtenaar op 5 september 2002. De belanghebbende vraagt op 24 juli 2003 om een schriftelijke uitspraak. De zaak wordt behandeld op 16 juni 2003, waar beide partijen hun standpunten handhaven zonder nieuwe argumenten aan te voeren.
Het Gerechtshof overweegt dat de waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op basis van de economische waarde per 1 januari 1999, zoals bepaald in de Wet waardering onroerende zaken. De ambtenaar heeft een taxatierapport overgelegd, opgesteld door een gediplomeerd WOZ-taxateur, waarin de waarde is bepaald op basis van de huurwaarde. Het Hof oordeelt dat de ambtenaar zijn stelling voldoende heeft onderbouwd en dat de door de belanghebbende ingebrachte argumenten niet overtuigend zijn.
Uiteindelijk verklaart het Gerechtshof het beroep ongegrond, wat betekent dat de waarde van de onroerende zaak blijft staan op f. 721.000,--. De proceskosten worden niet toegewezen, aangezien er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak wordt gedaan op 22 augustus 2003 door vice-president P. Pruiksma en griffier G. Gerrits.