ECLI:NL:GHLEE:2003:AI1608
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J. Poelman
- M. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen administratieve sanctie opgelegd aan kentekenhouder met betrekking tot verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een administratieve sanctie die is opgelegd aan de kentekenhouder van een voertuig. De sanctie van € 144,- was opgelegd voor het achteruitrijden op een autosnelweg, een gedraging die zou hebben plaatsgevonden op 29 januari 2002. De gemachtigde van de betrokkene, die als bestuurder van het voertuig optrad, ontkende de gedraging te hebben verricht, maar erkende wel achteruit te zijn gereden. Hij stelde dat dit niet op de autosnelweg was gebeurd, maar eerder op een parkeerplaats. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in hoger beroep ging.
Het gerechtshof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de administratieve sanctie, hoewel opgelegd aan de kentekenhouder, niet geldig is indien er een reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder heeft bestaan. Dit is gebaseerd op artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Het hof merkte op dat er geen onderzoek is gedaan naar de mogelijkheid van staandehouding door de officier van justitie of de kantonrechter, wat essentieel is voor de geldigheid van de sanctie.
De advocaat-generaal heeft betoogd dat de sanctie via de kentekenhouder aan de feitelijke bestuurder is doorgegeven, maar het hof benadrukte dat de sanctie niet kan worden opgelegd als er een mogelijkheid tot staandehouding was. Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen om binnen twee maanden inlichtingen te verstrekken over de mogelijkheid van staandehouding, en heeft verdere beslissingen aangehouden. Dit arrest is gewezen door de rechters Dijkstra, Poelman en Van Dijk, in aanwezigheid van griffier Hiemstra.