ECLI:NL:GHLEE:2003:AI1013
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.W. Drion
- J. de Jong
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak vastgesteld door heffingsambtenaar en geschil over WOZ-waarde
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak gelegen aan de a-laan 26 te Z, vastgesteld door de heffingsambtenaar op € 209.192 per 1 januari 1999. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardebepaling, die is gedaan op basis van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld bij beschikking op 31 maart 2001, welke waarde bij uitspraak van 15 februari 2002 is gehandhaafd. De belanghebbende heeft zijn bezwaren geuit, onder andere met betrekking tot de ligging van de woning tussen huurwoningen en de methodiek van waardebepaling.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2003 was de belanghebbende niet aanwezig, maar de heffingsambtenaar heeft zijn standpunt verdedigd. Het hof heeft de argumenten van de belanghebbende, waaronder de invloed van de huurwoningen op de waarde van zijn woning, in overweging genomen. De heffingsambtenaar heeft echter voldoende bewijs geleverd dat de vastgestelde waarde in overeenstemming is met de marktwaarde per de peildatum. Het hof concludeert dat de heffingsambtenaar zijn bewijslast heeft voldaan door referentiewoningen te vergelijken en de verschillen in waarde adequaat te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die een verlaging van de WOZ-waarde rechtvaardigen. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 8 augustus 2003 door mr. F.J.W. Drion, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Jong, en is op 12 augustus 2003 aan beide partijen verzonden.