ECLI:NL:GHLEE:2003:AI0422
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- A. Streppel
- H. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding in arbeidsrechtelijke context
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Leeuwarden, betreft het een executiegeschil waarin de vraag centraal staat of een voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding, die door de kantonrechter is vastgesteld, opeisbaar is voordat er een onherroepelijk vonnis is dat bevestigt of het ontslag op staande voet terecht is gegeven. De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen, dat op 17 april 2003 is uitgesproken. De appellant, die in 1992 in dienst trad bij de geïntimeerde, werd op 15 augustus 2002 op staande voet ontslagen. De kantonrechter heeft op 7 oktober 2002 de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbonden, onder de voorwaarde dat het ontslag op staande voet nietig zou worden verklaard. De appellant heeft vervolgens een bodemprocedure aangespannen om het ontslag aan te vechten, maar deze procedure was nog niet afgerond op het moment van de uitspraak van het hof.
Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat de voorwaarde voor de ontbindingsvergoeding nog niet is vervuld. De voorzieningenrechter had terecht geoordeeld dat de appellant de beschikking van de kantonrechter niet kon executeren, omdat de voorwaarde voor de ontbinding nog niet was ingegaan. De grieven van de appellant, die beogen het executiegeschil in volle omvang aan het hof voor te leggen, zijn door het hof verworpen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.