ECLI:NL:GHLEE:2003:AH9744
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Pruiksma
- G. Gerrits
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak per 1 januari 1999 en de vaststelling door de heffingsambtenaar
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te Leeuwarden op 11 juli 2003, gaat het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 17 te Z, per 1 januari 1999. De belanghebbende, eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Haren vastgestelde waarde van f. 435.000,--, welke waarde is vastgesteld bij beschikking van 30 maart 2001. De belanghebbende is van mening dat deze waarde te hoog is en heeft verzocht om een verlaging naar f. 338.400,--. De ambtenaar heeft de waarde in een latere uitspraak verlaagd tot f. 432.000,--, maar de belanghebbende blijft bij zijn standpunt.
De procedure begon met de indiening van het voorlopige beroepschrift op 19 maart 2002, gevolgd door een aanvullend beroepschrift op 11 april 2002. De ambtenaar heeft op 23 juli 2002 een verweerschrift ingediend, waarna de belanghebbende op 2 april 2003 een conclusie van dupliek heeft ingezonden. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2003 waren de belanghebbende en de gemachtigden van de ambtenaar aanwezig, evenals de taxateur mevr. C, die een pleitnota overhandigde.
Het Gerechtshof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de ambtenaar, op basis van een goed onderbouwd taxatierapport, in zijn bewijslast is geslaagd. De waarde is vastgesteld volgens de vergelijkingsmethode, waarbij de ambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaak van de belanghebbende. Het Hof oordeelt dat er geen feiten of omstandigheden zijn die een verdere verlaging van de waarde rechtvaardigen. De conclusie van het Hof is dat het beroep van de belanghebbende ongegrond is, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.