ECLI:NL:GHLEE:2003:AF8451
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J. Poelman
- M. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking kantonrechter inzake verzet tegen dwangbevel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 april 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter te Amsterdam van 17 juli 2001. De kantonrechter had de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet tegen een dwangbevel dat op 3 mei 2000 door de officier van justitie was uitgevaardigd. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, maar de advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
Het hof heeft beoordeeld of de betrokkene ontvankelijk was in zijn hoger beroep. Volgens artikel 26a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) dient degene die hoger beroep instelt, vooraf zekerheid te stellen voor het verschuldigde bedrag en griffierecht te betalen. Het hof oordeelt dat de mededelingen van de griffier van de rechtbank niet voldeden aan de wettelijke vereisten, omdat de betrokkene niet duidelijk was geïnformeerd over de gevolgen van het niet betalen.
De betrokkene heeft uiteindelijk, na de gestelde termijn, alsnog zekerheid gesteld en het griffierecht voldaan. Het hof oordeelt dat de lange duur van de procedure in hoger beroep in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde. Daarom heeft het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigd, het verzet gegrond verklaard en bepaald dat het betaalde bedrag van €263,58 en het griffierecht aan de betrokkene worden gerestitueerd.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door de griffier en de noodzaak om de rechten van de betrokkene te waarborgen in het proces.