ECLI:NL:GHLEE:2003:AF7939
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.H.A. Fransen
- J. de Jong
- Rechtspraak.nl
Vaststelling waarde onroerende zaak in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om de waardevaststelling van een onroerende zaak voor de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2003 in Assen, waar belanghebbende, vertegenwoordigd door A van B v.o.f., en de heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door C van de gemeente Coevorden en D van E BV, aanwezig waren. Tijdens de zitting kwamen partijen tot overeenstemming over de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 1999, vastgesteld op € 109.814,-- (ƒ 242.000,--).
Het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,- diende te vergoeden. Daarnaast werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die op € 644,- werden vastgesteld. Deze kosten waren gerelateerd aan de rechtsbijstand die belanghebbende had ontvangen. Het hof wees de gemeente Coevorden aan als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden.
In de beslissing vernietigde het hof de eerdere uitspraak en stelde de waarde van de onroerende zaak voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vast op € 109.814,--. De uitspraak werd op 29 april 2003 aangetekend verzonden aan beide partijen. De zaak betreft een beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Coevorden, die eerder de waarde had vastgesteld op ƒ 275.000,--.