ECLI:NL:GHLEE:2003:AF7939

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 400/02 WOZ
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling waarde onroerende zaak in WOZ-zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om de waardevaststelling van een onroerende zaak voor de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2003 in Assen, waar belanghebbende, vertegenwoordigd door A van B v.o.f., en de heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door C van de gemeente Coevorden en D van E BV, aanwezig waren. Tijdens de zitting kwamen partijen tot overeenstemming over de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 1999, vastgesteld op € 109.814,-- (ƒ 242.000,--).

Het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,- diende te vergoeden. Daarnaast werd de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die op € 644,- werden vastgesteld. Deze kosten waren gerelateerd aan de rechtsbijstand die belanghebbende had ontvangen. Het hof wees de gemeente Coevorden aan als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden.

In de beslissing vernietigde het hof de eerdere uitspraak en stelde de waarde van de onroerende zaak voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vast op € 109.814,--. De uitspraak werd op 29 april 2003 aangetekend verzonden aan beide partijen. De zaak betreft een beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Coevorden, die eerder de waarde had vastgesteld op ƒ 275.000,--.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK 400/02 25 april 2003
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, vijfde belastingkamer, op het beroep van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van 17 januari 2002 van de heffingsambtenaar van de gemeente Coevorden (hierna: de heffingsambtenaar), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de waardevaststelling van ƒ 304.000,-- van de onroerende zaak gelegen aan de a-straat 55 te Z op de WOZ-beschikking van 28 februari 2001 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004, bij welke uitspraak de waarde is verminderd tot op ƒ 275.000,--.
1. De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het hof van 3 april 2003 te Assen. Aldaar zijn verschenen namens belanghebbende, A, werkzaam bij B v.o.f., terwijl de heffingsambtenaar zich heeft laten vertegenwoordigen door C, werkzaam bij de gemeente Coevorden, en mevr. D, werkzaam als projecttaxateur bij E BV te L.
2. De gronden voor de beslissing
Partijen zijn ter zitting tot overeenstemming gekomen in die zin dat de waarde per 1 januari 1999 van de onderhavige onroerende zaak nader wordt vastgesteld op € 109.814,-- (ƒ 242.000,--).
3. Proceskosten
Gelet op het vorenstaande en op het bepaalde in art. 8:74 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient de heffingsambtenaar het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,- te vergoeden.
Het hof acht termen aanwezig, op grond van art. 8:75 lid 1 Awb de heffingsambtenaar in de proceskosten te veroordelen.
Overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht belopen de proceskosten van belanghebbende € 644,-, ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (indiening beroepschrift 1 punt, verschijnen ter zitting 1 punt; gewicht van de zaak: gemiddeld; waarde per punt € 322,-). Het hof wijst de gemeente Coevorden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
.
4. De beslissing
Het hof:
vernietigt de bestreden uitspraak en stelt de waarde van de onderhavige onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 1999 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vast op € 109.814,-- (ƒ 242.000,--);
bepaalt dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze gestorte griffierecht van € 29,-- vergoedt;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 644,-- aan belanghebbende te vergoeden door de gemeente Coevorden.
Aldus vastgesteld op 17 april 2003 door mr. H.H.A. Fransen, raadsheer, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde raadsheer in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. de Jong en ondertekend door voornoemde raadsheer en door voornoemde griffier.
Op 29 april 2003 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.