ECLI:NL:GHLEE:2003:AF5423

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
24-001184-02
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Zwerwer
  • M.J. van der Meer
  • H. Kuiper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding

Op 11 maart 2003 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank van het arrondissement Assen, dat op 23 september 2002 was gewezen. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen en had de dagvaarding geweigerd in ontvangst te nemen. Het hof heeft geconstateerd dat de dagvaarding op 3 augustus 2002 op de juiste wijze aan de verdachte was betekend, waardoor de termijn voor het instellen van hoger beroep 14 dagen na de einduitspraak op 23 september 2002 was. De verdachte heeft echter pas op 5 november 2002 hoger beroep ingesteld, wat betekent dat de termijn voor het instellen van het hoger beroep niet in acht is genomen. Hierdoor kon de verdachte niet in zijn hoger beroep worden ontvangen.

Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het gedrag van de verdachte, die weigerde de dagvaarding te ondertekenen, het wettelijk systeem van betekenen van gerechtelijke mededelingen frustreert. Dit gedrag is voor rekening van de verdachte en leidt tot de conclusie dat hij niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. De uitspraak van het hof is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Jongeling, en is gewezen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit de voorzitter en de twee andere rechters.

De uitspraak van het hof is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de noodzaak benadrukt van het tijdig instellen van hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen. Het arrest is gepubliceerd in de Nederlandse Jurisprudentie (NJ) 2003, 280.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001184-02
Arrest d.d. 11 maart 2003 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank van het arrondissement Assen d.d. 23 september 2002 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven te [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep.
De politierechter in de rechtbank van het arrondissement Assen heeft de verdachte bij voormeld vonnis bij verstek wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen en een bijkomende straf, één en ander als in het vonnis nader omschreven.
Aanwending van het rechtsmiddel.
De verdachte is d.d. 5 november 2002 op de voorgeschreven wijze van voormeld vonnis in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.
Gezien de dagvaarding in hoger beroep en gelet op het onderzoek dienaangaande ter terechtzitting heeft het hof verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Het hof heeft gelet op het onderzoek ter 's hofs terechtzitting van 25 februari 2003.
Ontvankelijkheid van het aangewende rechtsmiddel.
Nu uit het onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding om op de terechtzitting van de eerste rechter d.d. 23 september 2002 te verschijnen aan de verdachte op 3 augustus 2002 in persoon is betekend, diende het hoger beroep te worden ingesteld binnen 14 dagen na de einduitspraak d.d. 23 september 2002. Het hoger beroep is ingesteld op 5 november 2002. Zulks brengt mee, dat de termijn voor het instellen van het hoger beroep niet in acht is genomen en dat verdachte in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen.
Dat verdachte - blijkens het proces-verbaal van politie (0.2) - weigerde de dagvaarding in ontvangst te nemen en hiervoor niet wilde tekenen, doet aan het vorenoverwogene niet af. Door dergelijk - voor rekening van verdachte komend - gedrag wordt het wettelijk systeem van betekenen van gerechtelijke mededelingen, zoals dat (onder andere) is neergelegd in de artikelen 587 en 588 van het Wetboek van Strafvordering, immers op een niet te aanvaarden wijze gefrustreerd.
De uitspraak.
HET HOF,
RECHTDOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
verklaart verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Dit arrest is aldus gewezen door mrs. Zwerwer, voorzitter, Van der Meer en Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. Jongeling als griffier.