ECLI:NL:GHLEE:2003:AF5328

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
WAHV 02/01070
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de kantonrechter inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 februari 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam, die op 11 oktober 2002 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene, vertegenwoordigd door drs. M.J.G. Schroeder, had een administratieve sanctie van € 77,14 opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De overtreding vond plaats op 1 november 2001 op de Rijksweg A1 te Naarden. De gemachtigde van de betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter, maar de advocaat-generaal had geen verweerschrift ingediend.

Het hof heeft beoordeeld of de gemachtigde, drs. M.J.G. Schroeder, bevoegd was om het beroep in te stellen. Het hof oordeelde dat de gemachtigde niet op de juiste wijze was gemachtigd door de betrokkene, aangezien de oorspronkelijke machtiging niet voorzag in de mogelijkheid om een ander als gemachtigde aan te stellen. Dit leidde tot de conclusie dat de kantonrechter de gemachtigde niet had mogen ontvangen in het beroep. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat de indiener van het beroep in het ongelijk werd gesteld.

De uitspraak van het hof benadrukt het belang van correcte vertegenwoordiging in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor een duidelijke machtiging bij het instellen van beroep.

Uitspraak

WAHV 02/01070
26 februari 2003
CJIB 69047967356
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam
van 11 oktober 2002
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [plaatsnaam]
voor wie als gemachtigde optreedt drs. M.J.G. Schroeder,
wonende te Rotterdam.
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van Euro€ 77,14 opgelegd ter zake van "overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1); meer dan 20 km/h en t/m 25 km/h", welke gedraging zou zijn verricht op 1 november 2001 op de Rijksweg A1 noordbaan te Naarden.
3.2. De betrokkene heeft d.d. 9 januari 2002 [bestuurder] te [woonplaats] schriftelijk gemachtigd om namens haar beroep in te stellen tegen de inleidende beschikking. Door deze gemachtigde is inderdaad beroep ingesteld bij de officier van justitie, welk beroep ongegrond is verklaard.
3.3. Tegen de beslissing van de officier van justitie is tijdig beroep ingesteld bij de kantonrechter door drs. M.J.G. Schroeder. Bij dit beroepschrift is gevoegd een schriftelijke machtiging d.d. 7 maart 2002, inhoudende dat [bestuurder] te [woonplaats] de heer Schroeder machtigt om beroep aan te tekenen tegen de door het CJIB opgelegde beschikking en al hetgene te doen wat daarmee samenhangt, mede inhoudende de machtiging om hoger beroep in te stellen, welke machtiging door de heer Schroeder als "ondermachtiging van de bestuurder" is aangeduid.
3.4. Ingevolge art.2:1 Awb kan een ieder zich ter behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen. In het kader van de WAHV kan derhalve degene tot wie de inleidende beschikking is gericht een ander machtigen de in de wet voorziene rechtsmiddelen tegen de oplegging van de administratieve sanctie in te stellen. Niet kan worden aanvaard, dat een gemachtigde zich op zijn beurt door een ander als gemachtigde laat vertegenwoordigen, wanneer in de oorspronkelijke machtiging daarin niet is voorzien.
3.5. Nu het instellen van beroep tegen de belissing van de officier van justitie door de heer Schroeder niet berust op een machtiging door de betrokkene verleend, had de kantonrechter hem in het door hem ingestelde beroep niet mogen ontvangen. Het hof zal derhalve met vernietiging van de beslissing van de kantonrechter doen wat deze had behoren te doen.
3.6. Het hof zal het verzoek tot vergoeding van de proceskosten afwijzen, nu de indiener van het beroep in het ongelijk wordt gesteld.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk;
wijst het verzoek om de advocaat-generaal te veroordelen in de proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Poelman en Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.