ECLI:NL:GHLEE:2003:AF5065
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake inkomstenbelasting
Op 20 februari 2003 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende, X, in verzet kwam tegen een eerdere beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. De zaak betreft een beroep tegen een uitspraak van het hoofd van de belastingdienst, die op 28 oktober 2002 was gedateerd. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting over het jaar 2001. Het beroepschrift van belanghebbende was gedateerd op 7 december 2002, maar werd pas op 13 december 2002 ter griffie ingediend, wat buiten de termijn van zes weken viel. De voorzitter verklaarde het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend.
Belanghebbende stelde in zijn verzetschrift dat het beroepschrift op 10 december 2002 ter post was bezorgd. Het hof overwoog dat de termijn voor het indienen van beroep begon op 29 oktober 2002, en dat het beroepschrift uiterlijk op 9 december 2002 ter griffie had moeten zijn ingekomen. Het hof concludeerde dat, hoewel belanghebbende stelde dat het beroepschrift op 10 december ter post was bezorgd, dit niet tijdig was, omdat het na afloop van de termijn was ontvangen.
Daarnaast werd er een brief van belanghebbende besproken, gedateerd 7 november 2002, waarin hij aanvullend bezwaar maakte tegen de heffingsrente. Het hof oordeelde dat deze brief niet als een beroepschrift kon worden opgevat, omdat het niet inging op de eerdere bezwaren en te laat was ingediend.
Uiteindelijk verklaarde het hof het verzet ongegrond, en bevestigde de eerdere beslissing van de voorzitter dat belanghebbende niet-ontvankelijk was in zijn beroep. De uitspraak werd gedaan door mr. Drion, in tegenwoordigheid van de griffier dhr. Gerrits, en op die dag in het openbaar uitgesproken.