ECLI:NL:GHLEE:2003:AF4442

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
27 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 478/02 WOZ
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Huiskes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen waardevaststelling onroerende zaak in het kader van de WOZ

Op 27 januari 2003 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak betreffende de waardevaststelling van een onroerende zaak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). De mondelinge behandeling vond plaats op 13 januari 2003, waarbij belanghebbende in persoon aanwezig was en het hoofd van de gemeente Boarnsterhim vertegenwoordigd werd door A. Tijdens de zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 1999, die is vastgesteld op € 79.411,-- (ƒ 175.000,--). Het hof heeft vervolgens de bestreden uitspraak van het hoofd van de afdeling financiën van de gemeente Boarnsterhim vernietigd, die eerder een waarde van € 87.579,-- (ƒ 193.000,--) had vastgesteld.

Het hof heeft in zijn beslissing bepaald dat het hoofd het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,-- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het kader van een beroep van belanghebbende tegen de WOZ-beschikking van 28 februari 2001, die betrekking had op de waardevaststelling voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Het hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien van dergelijke kosten niet is gebleken. De uitspraak is op 12 februari 2003 aangetekend verzonden aan beide partijen.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK 478/02 27 januari 2003
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, vierde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van 17 januari 2002 van het hoofd van de afdeling financiën van de gemeente Boarnsterhim (hierna: het hoofd), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de waardevaststelling van € 87.579,-- ( ƒ 193.000,--) van de onroerende zaak gelegen aan de a-straat 14 te Z op de WOZ-beschikking van 28 februari 2001 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004.
1. De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het hof van 13 januari 2003 te Leeuwarden. Aldaar zijn verschenen belanghebbende in persoon, terwijl het hoofd zich heeft laten vertegenwoordigen door A, werkzaam bij de gemeente Boarnsterhim.
2. De gronden voor de beslissing
Partijen zijn ter zitting tot overeenstemming gekomen in die zin dat de waarde per 1 januari 1999 van de onderhavige onroerende zaak nader wordt vastgesteld op € 79.411,-- (ƒ 175.000,--).
3. Proceskosten
Gelet op het vorenstaande en op het bepaalde in art. 8:74 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het hoofd het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,-) te vergoeden.
Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in art. 8:75 Awb, omdat van zodanige kosten niet is gebleken.
4. De beslissing
Het hof:
Verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden uitspraak en stelt de waarde van de onderhavige onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 1999 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vast op € 79.411,-- (ƒ 175.000,--);
bepaalt dat het hoofd aan belanghebbende het door deze gestorte griffierecht van € 29,-- vergoedt.
Aldus vastgesteld op 27 januari 2003 door mr. J. Huiskes, raadsheer, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde raadsheer in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. de Jong en ondertekend door voornoemde raadsheer en door voornoemde griffier.
Op 12 februari 2003 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.