ECLI:NL:GHLEE:2002:AF2144
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.S. Pruiksma
- J. Huiskes
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en aftrek buitengewone lasten van belanghebbende voor het jaar 1998
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. Belanghebbende werd aangeslagen naar een belastbaar inkomen van ƒ 19.725,-. Na het indienen van bezwaar door belanghebbende, handhaafde de inspecteur de aanslag. Belanghebbende ging in beroep, waarbij hij stelde recht te hebben op aftrek van buitengewone lasten voor levensonderhoud van verwanten op het eiland B. De inspecteur weigerde deze aftrek, omdat niet voldaan zou zijn aan de wettelijke vereisten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2002, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren, werd een pleitnota overgelegd. Het hof deed op 3 oktober 2002 mondeling uitspraak, maar belanghebbende verzocht om een schriftelijke uitspraak. De zaak draait om de vraag of de verklaring van de regent van het eiland B als schriftelijk bewijs kan dienen voor de aftrek van de opgevoerde kosten. Het hof concludeert dat de verklaring niet voldoet aan de eisen van controleerbaarheid en dat er onvoldoende bewijs is voor de gestelde uitgaven in 1998.
Het hof oordeelt dat de verklaring van de regent uit 1997 niet kan dienen als bewijs voor de uitgaven in 1998, en dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij als kostwinner kan worden aangemerkt. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt afgewezen, en het hof concludeert dat de fiscus recht heeft op controleerbare bewijsvoering. De uitspraak van het hof is dat het beroep ongegrond is, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.