ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0686
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- M. Huisman
- J. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot dwangbevel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank te Groningen, die op 11 januari 2002 een betrokkene niet-ontvankelijk verklaarde in zijn verzet tegen een dwangbevel. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 13 november 2002 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hof de beschikking van de kantonrechter heeft vernietigd. De advocaat-generaal had eerder vragen beantwoord die door het hof waren gesteld, maar de gemachtigde van de betrokkene heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op deze informatie.
Het hof heeft vastgesteld dat de initiële beschikking en aanmaningen door het CJIB zijn verzonden naar het in het kentekenregister opgenomen adres van de betrokkene. Deze stukken zijn niet als onbestelbaar retour ontvangen, wat betekent dat adresverificatie pas heeft plaatsgevonden in het kader van het incassotraject. De adresgegevens van de betrokkene zijn op 4 april 2001 geverifieerd bij de Kamer van Koophandel, waaruit bleek dat de betrokken B.V. op het juiste adres stond ingeschreven.
Het hof oordeelt dat de kantonrechter ten onrechte de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het dwangbevel op een onjuiste wijze is betekend. De betekening had moeten plaatsvinden op het correspondentieadres van de betrokkene, dat al bekend was vóór de uitvaardiging van het dwangbevel. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de betrokkene in zijn verzet ontvangen. De kosten van de betekening die nodeloos zijn gemaakt, worden niet ten laste van de betrokkene gebracht. Het hof heeft bepaald dat de advocaat-generaal een bedrag van € 159,59 aan de betrokkene moet restitueren.