ECLI:NL:GHLEE:2002:AE8949

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 446/02
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Prof. mr. Aardema
  • Lorist
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 11 oktober 2002, betreft het een beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van een belanghebbende in zijn belastingzaak. De voorzitter van de belastingkamer had op 2 augustus 2002 de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 29 niet was betaald binnen de gestelde termijn. De griffier had de belanghebbende op 26 april 2002 en 29 mei 2002 schriftelijk verzocht om het griffierecht te voldoen, maar hier was geen gehoor aan gegeven. De belanghebbende kwam in verzet tegen deze beschikking, maar vroeg niet om een hoorzitting. Het hof oordeelde dat de omstandigheden die de belanghebbende aanvoerde, volledig aan hem zelf te wijten waren en dat er geen reden was om te concluderen dat hij niet in verzuim was. Het hof verklaarde het verzet ongegrond en bevestigde de eerdere beslissing van de voorzitter.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UIT-SPRAAK
Nr. 446/02 11 oktober 2002
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwar-den, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het verzet van X te Z tegen de beschikking van de voorzitter van de belastingkamer van 2 augustus 2002.
De voorzitter heeft bij voormelde beschikking uit-spraak gedaan op het door belanghebbende ingestelde beroep tegen de uitspraak van het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Groningen (hierna: het hoofd), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen over het jaar 2001.
Ingevolge artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 27b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt ten behoeve van de Staat van degene, die beroep instelt, een griffierecht geheven, hetwelk in deze zaak € 29 bedraagt.
Ingevolge het tweede lid van dat artikel is het beroep niet-ontvankelijk, indien het verschuldigde griffierecht niet is betaald binnen vier weken nadat de griffier degene, die het beroep heeft ingesteld, schriftelijk op de verschuldigdheid daarvan heeft gewezen.
Vaststaat dat de griffier belanghebbende bij brief van 26 april 2002 en daarna bij aangetekende brief van 29 mei 2002 heeft verzocht het verschuldigde griffierecht te betalen. Aan dit verzoek is geen gevolg gegeven.
Op grond van het vorenoverwogene heeft de voorzitter bij beschikking van 2 augustus 20902 de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.
Tegen deze beschikking is de belanghebbende in verzet gekomen bij een verzetschrift dat is ingediend op 8 augustus 2002.
Het hoofd heeft hierop schriftelijk gereageerd. Belanghebbende heeft niet gevraagd om over zijn verzet te worden gehoord, terwijl het hof geen aanleiding heeft gevonden hem uit eigen beweging te horen.
Belanghebbende stelt in zijn verzetschrift dat al zijn betalingen, na een faillissement, lopen via een bank in L en dat hij al zijn rekeningen doorstuurt naar die bank.
Het hof is van oordeel dat het door belanghebbende aangevoerde volledig aan belanghebbende is toe te rekenen en derhalve niet een omstandigheid is op grond waarvan in redelijkheid kan worden geoordeeld dat belanghebbende niet in verzuim zou zijn geweest zoals omschreven in artikel 8:41, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.
Op grond van het vorenoverwogene dient als volgt te worden beslist:
Het hof verklaart het verzet ongegrond.
Gedaan op 11 oktober 2002 door prof. mr. Aardema, vice-president, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoor-digheid van de griffier Lorist en onderte-kend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier.
Op 16 oktober 2002 afschrift
aangetekend verzonden aan bei-de
partijen.
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.