ECLI:NL:GHLEE:2002:AE8053

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 1442/02
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. Pruiksma
  • L. Lorist
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake belastingaanslag BPM

Op 20 september 2002 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarin de belanghebbende, X te Z, in verzet was gekomen tegen een beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. Deze beschikking, gedateerd 28 juni 2002, verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen een uitspraak van het hoofd van de eenheid douane van de belastingdienst van het district Groningen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag BPM, maar zijn beroepschrift was te laat ingediend. De voorzitter had vastgesteld dat het beroepschrift, dat op 17 juni 2002 was ingekomen, niet binnen de wettelijke termijn van zes weken na de dagtekening van de uitspraak was ingediend.

In zijn verzetschrift voerde de belanghebbende aan dat er verschillende omstandigheden waren die hem hadden belet om tijdig te reageren. Het hof oordeelde echter dat het verzetschrift ook te laat was ingediend, aangezien het verzetschrift pas op 15 augustus 2002 ter post was bezorgd, wat wederom buiten de termijn viel. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de belanghebbende uit eigen beweging te horen, omdat hij zelf geen verzoek daartoe had ingediend.

Uiteindelijk heeft het hof het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd op 25 september 2002 aangetekend verzonden aan beide partijen. De beslissing werd genomen door mr. Pruiksma, vice-president van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier L. Lorist, die de uitspraak mede ondertekende.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Nr. 1442/02 20 september 2002
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwar-den, tweede enkelvoudige belastingkamer, op het verzet van X te Z tegen de beschikking van de voorzitter van de belastingkamer van 28 juni 2002.
De voorzitter heeft bij voormelde beschikking uit-spraak gedaan op het door belanghebbende ingestelde beroep tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid douane van de belastingdienst van het district Groningen (hierna: het hoofd), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde naheffingsaanslag BPM met aanslagnummer 1026.42.965/00.8.0001.
Ingevolge de artikelen 26, eerste lid en 26c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto de artikelen 6:7 en 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht kan hij, die bezwaar heeft tegen een uitspraak van het hoofd, binnen zes weken na dagtekening van het afschrift van de uitspraak in beroep komen bij het gerechtshof.
De uitspraak van het hoofd is gedagtekend 11 april 2002 en het beroepschrift is ingekomen ter griffie van het gerechtshof te Arnhem op 17 juni 2002, derhalve niet binnen zes weken na dagtekening van de uitspraak. Om deze reden heeft de voorzitter bij beschikking van 28 juni 2002 de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.
Tegen deze beschikking is de belanghebbende in verzet gekomen bij een verzet-schrift dat is ingediend op 16 augustus 2002.
Het hoofd heeft hierop schriftelijk gereageerd. Belanghebbende heeft niet gevraagd om over zijn verzet te worden gehoord, terwijl het hof geen aanleiding heeft gevonden hem uit eigen beweging te horen.
Belanghebbende stelt in zijn verzetschrift dat zijn beroepschrift te laat is ingediend vanwege allerlei omstandigheden.
Het hof is van oordeel dat het verzetschrift te laat is ingediend. De beschikking van de voorzitter is verzonden op 28 juni 2002 en het verzetschrift is ter post bezorgd op 15 augustus 2002, derhalve niet binnen zes weken na dagtekening en verzending van de beschikking.
Op grond van het vorenoverwogene dient als volgt te worden beslist:
Het hof verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Gedaan op 20 september 2002 door mr. Pruiksma, vice-president, lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de griffier Lorist en onderte-kend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier.
Op 25 september 2002 afschrift
aangetekend verzonden aan bei-de
partijen.
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.