ECLI:NL:GHLEE:2002:AE7807
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Pruiksma
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring in belastingzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 13 september 2002 uitspraak gedaan over het verzet van belanghebbende X tegen de beschikking van de voorzitter van de belastingkamer van 24 mei 2002. De voorzitter had de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Bellingwedde, gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende. De uitspraak van de heffingsambtenaar was gedateerd op 5 februari 2002, en het beroepschrift van belanghebbende was pas op 19 april 2002 ter post bezorgd, wat buiten de termijn van zes weken viel zoals voorgeschreven in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Algemene wet bestuursrecht.
Het hof oordeelde dat de griffier in zijn schrijven van 23 april 2002 aan belanghebbende had verzocht om de indiening van de uitspraak van de heffingsambtenaar, welke uitspraak noodzakelijk was om de ontvankelijkheid van het beroep te bepalen. Het hof bevestigde dat de uitspraak op 5 februari 2002 aan belanghebbende was verzonden en dat het schrijven van 19 februari 2002 slechts een nadere kennisgeving was over de consequenties van die eerdere uitspraak. Belanghebbende had geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, waardoor het hof concludeerde dat het verzet ongegrond was.
De uitspraak werd gedaan door vice-president P. Pruiksma, lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist. Het hof verklaarde het verzet ongegrond en heeft op 18 september 2002 een afschrift van de uitspraak aangetekend verzonden aan beide partijen. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de gevolgen van termijnoverschrijding in belastingzaken.