ECLI:NL:GHLEE:2002:AE7803

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
13 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 979/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H.S. Pruiksma
  • J. Huiskes
  • H.H.A. Fransen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag onroerende-zaakbelasting door Stichting X

In deze zaak gaat het om een beroep van Stichting X tegen een aanslag in de onroerende-zaakbelasting voor het jaar 2001, opgelegd door de chef van de afdeling Financiën van de gemeente Franekeradeel. De aanslag, gedateerd 31 maart 2001, was gebaseerd op een waarde van f 5.120.000,- en bedroeg f 8.427,-. Na een tijdig ingediend bezwaar, dat op 23 oktober 2001 ongegrond werd verklaard, heeft Stichting X beroep aangetekend. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 juni 2002, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het geschil concentreert zich rond de vraag of de aanslag van f 8.427,- vernietigd moet worden, omdat het tarief voor de eigenarenbelasting meer dan 125% bedraagt van het tarief voor de gebruikersbelasting. Het Hof heeft vastgesteld dat het tarief voor de eigenarenbelasting ten tijde van de aanslag f 8,23 per f 5.000,- bedroeg, terwijl het tarief voor de gebruikersbelasting f 6,58 was. Dit betekent dat de tariefstelling voor de eigenarenbelasting onverbindend is, zoals bevestigd door een arrest van de Hoge Raad. Het Hof concludeert dat de aanslag verlaagd had moeten worden tot f 8.417,-. De uitspraak van de chef wordt vernietigd, de aanslag wordt aangepast en de gemeente Franekeradeel wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Stichting X.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRA AK
Kenmerk: 979/01 13 september 2002
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwar-den, tweede meervoudige belastingkamer, op het beroep van Stichting X, gevestigd te Z, tegen de uitspraak van de chef afdeling Financiën van de gemeente Franekeradeel (hierna: de chef), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de haar opgelegde aanslag in de onroerende-zaakbelasting (eigenarenbelasting) betreffende de onroerende zaak a-straat 34 te L.
1. Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende werd voor het jaar 2001 in de onroerende-zaakbelasting (eigenarenbelasting) met betrekking tot de onroerende zaak a-straat 34 te L (: het pand) aangeslagen bij aanslag gedagtekend 31 maart 2001 naar een waarde van f 5.120.000,- tot een bedrag van f 8.427,-.
Op het tijdig ingediende bezwaar van belanghebbende, gedagtekend 10 april 2001, heeft de chef bij de bestreden uitspraak van 23 oktober 2001 het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen deze uitspraak in beroep gekomen bij een beroepschrift (met bijlagen), hetwelk op 26 november 2001 is ingekomen.
De chef heeft een verweerschrift (met bijlagen) ingediend. Vervolgens heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden ter zitting van 27 juni 2002, gehouden te Leeuwarden, alwaar aanwezig waren de gemachtigde van belanghebbende en een collega, alsmede twee gemachtigden van de chef.
Ter voormelde zitting heeft belanghebbende een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Zonder bezwaar van de wederpartij heeft belanghebbende bij zijn pleitnota een aantal bijlagen overlegd.
Na de zitting heeft belanghebbende op verzoek van het Hof bij brief ingekomen op 16 juli 2002 nog een stuk ingezonden. De chef heeft op verzoek van het Hof bij brieven ingekomen op 28 juni 2002, 1 juli 2002 en 22 augustus 2002 een kopie van de aanslag en voorts de Verordening onroerende zaakbelasting 1996 van de gemeente Franekeradeel met bijbehorende tarieven (: de Verordening) ingezonden. Ter zitting hebben partijen medegedeeld dat zij van de door het Hof gevraagde stukken geen afschriften hoefden te ontvangen, dat zij er geen prijs op stelden nog in de gelegenheid gesteld te worden er nog op te reageren en dat het Hof na ontvangst uitspraak kon doen zonder nadere mondelinge behandeling.
Van alle genoemde (en hierna nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
2. Feiten
2.1 Het hof stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil dan wel door een der partijen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, de volgende feiten vast.
2.2 Belanghebbende werd voor het jaar 2001 in de onroerende-zaakbelasting (eigenarenbelasting) met betrekking tot het pand aangeslagen naar een waarde van f 5.120.000,- tot een bedrag van
f 8.427,-.
3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
3.1 In geschil is het antwoord op de vraag of de aanslag van f 8.427,-ten aanzien van het pand vernietigd moet worden omdat per f 5.000,- van de heffingsmaatstaf het tarief van de eigenarenbelasting meer dan 125% bedraagt van het tarief van de gebruikersbelasting.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de chef ontkennend.
3.2 Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Partijen hebben ter zitting verklaard dat het onder 3.1 vermelde geschil het enige nog resterende geschilpunt tussen hen is. Partijen hebben ter zitting geen nieuwe argumenten toegevoegd.
3.3 Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslag.
De Chef concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. De overwegingen omtrent het geschil
4.1 Uit de Verordening blijkt dat ten tijde van het opleggen van de onderhavige aanslag het tarief voor het jaar 2001 per f 5.000,- van de heffingsmaatstaf voor de eigenarenbelasting f 8,23 bedroeg en voor de gebruikersbelasting f 6,58.
4.2 Uit het arrest van de Hoge Raad van 1 maart 2002, nr. 37.201, BNB 2002/144* volgt dat deze tariefstelling voor de eigenarenbelasting onverbindend is, voor zover deze het in artikel 220g van de Gemeentewet gestelde maximum overtreft.
4.3 Genoemd tarief voor de eigenarenbelasting had derhalve slechts
f 8,22 mogen bedragen. Uit de wijziging van de Verordening van 6 september 2001 blijkt dat dit tarief met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 verlaagd is tot f 8,22. Niet is evenwel gesteld of gebleken dat de onderhavige aanslag in verband hiermee verlaagd is.
4.4 Gelet op het hiervoor vermelde en de heffingsmaatstaf (zie 2.2) had de onderhavige aanslag derhalve f 8.417,- mogen bedragen.
4.5 Gelet op het voorgaande dient te worden beslist als hierna te vermelden.
5. Proceskosten
In de omstandigheden van het geval vindt het Hof aanleiding op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht de chef te veroordelen in de kosten, die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Het Hof bepaalt deze kosten op grond van het Be-sluit proceskosten bestuursrecht op 2 (punten) x 1,5 (wegingsfactor) x € 322,-- =
€ 966,--, welke kosten dienen te worden gedragen door de gemeente Franekeradeel.
6. De beslissing
Het Hof
Verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de uitspraak van de chef;
vermindert de aanslag van f 8.427,- tot een aanslag van f 8.417,-;
gelast dat het betaalde griffierecht ad € 204,20 aan belanghebbende wordt vergoed door de chef;
veroordeelt de chef de kosten aan belanghebbende te vergoeden, die deze heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep, te bepalen op € 966,-; en
wijst de gemeente Franekeradeel aan als de rechtspersoon die deze kosten dient te dragen.
Gedaan op 13 september 2002 door mr. H.S. Pruiksma, vice-president en voorzitter, mr. J. Huiskes en mr. H.H.A. Fransen, raadsheren, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde voorzitter in tegenwoordigheid van de griffier M. Haarsma en ondertekend door voornoemde voorzitter en door voornoemde griffier.
Op 18 september 2002 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.