ECLI:NL:GHLEE:2002:AE6801
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- J. Meijeringh
- A. Streppel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake erfpachtcanon en wettelijke rente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, waarin de rechtbank op 13 oktober 2000 een beslissing heeft genomen over de erfpachtcanon. [Appellant] heeft hoger beroep ingesteld op 14 december 2000, waarbij hij de rechtbank verzocht om het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de canon per 1 november 1994 was vastgesteld op hfl. 1.159,--. In het hoger beroep heeft [appellant] zes grieven ingediend, die gezamenlijk zijn behandeld door het hof. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank in haar eerdere vonnissen de juiste feiten en omstandigheden heeft overwogen en dat de grieven van [appellant] niet kunnen slagen. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering van [appellant] tot verlaging van de canon niet kan worden toegewezen, omdat de canon in overeenstemming is met de geldende wetgeving en de afspraken die destijds zijn gemaakt. Het hof heeft ook geoordeeld dat de wettelijke rente over de te weinig betaalde canon vanaf de vervaldatum verschuldigd is. De beslissing van het hof is dat het principaal appel van [appellant] wordt verworpen, terwijl het incidenteel appel van [geïntimeerden] gegrond is. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van de toewijzing van de wettelijke rente, die opnieuw is vastgesteld.