ECLI:NL:GHLEE:2002:AE6329
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Vellinga
- A. Dijkstra
- J. Weenink
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake administratieve sanctie voor onvoldoende afstand houden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Amsterdam, die op 23 oktober 2001 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, wonende te [woonplaats], had een administratieve sanctie van f 280,-- (127,06 euro) opgelegd gekregen voor het niet voldoende afstand houden bij een snelheid tot en met 80 km per uur. Dit zou zijn gebeurd op 6 april 2001 op de Buitenveldertselaan te Amsterdam. De betrokkene betwistte de sanctie en stelde dat hij voldoende afstand had gehouden en dat de verkeerssituatie ter plaatse zo druk was dat het niet mogelijk was om voldoende afstand te houden.
Het gerechtshof heeft de argumenten van de betrokkene beoordeeld. Het hof concludeert dat de betrokkene met een snelheid van ongeveer 50 km/h reed en dat de afstand tot het voor hem rijdende voertuig slechts één meter bedroeg. De betrokkene voerde aan dat hij niet opzettelijk onvoldoende afstand had gehouden, maar het hof oordeelde dat de omstandigheden niet rechtvaardigen dat hij van zijn plicht om voldoende afstand te houden werd ontslagen. Het hof wees erop dat de betrokkene niet kon aantonen dat de verkeerssituatie hem daadwerkelijk verhinderde om voldoende afstand te houden.
Daarnaast werd het beroep op het gelijkheidsbeginsel door het hof verworpen. De betrokkene stelde dat zijn voorligger onterecht links reed en dat deze ook een sanctie had moeten krijgen. Het hof oordeelde dat dit argument niet opging, omdat niet kon worden vastgesteld dat de voorligger had kunnen afslaan naar rechts. Uiteindelijk bevestigde het gerechtshof de beslissing van de kantonrechter, waarmee de sanctie in stand bleef.