ECLI:NL:GHLEE:2002:AE3607
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. Aardema
- Lorist
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van een te laat ingediend beroepschrift in belastingzaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 31 mei 2002 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een te laat ingediend beroepschrift door de belanghebbende, X, tegen een beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. De voorzitter had de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de Gemeente De Wolden, gedaan op het bezwaarschrift van de belanghebbende. De uitspraak van de heffingsambtenaar was gedateerd op 13 december 2001, en het beroepschrift was pas op 12 februari 2002 ter post bezorgd, wat betekende dat het niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend.
De belanghebbende stelde in zijn verzetschrift dat hij niet op de hoogte was van de feiten die later aan het licht kwamen en waarop hij zijn beroep baseerde. Het hof oordeelde echter dat de later bekend geworden feiten niet konden leiden tot ontvankelijkheid van het te laat ingediende beroepschrift op grond van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Het hof concludeerde dat het aan de belanghebbende zelf te wijten was dat het beroepschrift te laat was ingediend en dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Daarom verklaarde het hof het verzet ongegrond. De uitspraak werd op 5 juni 2002 aangetekend verzonden aan beide partijen. De zaak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in belastingzaken en de strikte naleving van de wettelijke termijnen.