ECLI:NL:GHLEE:2002:AE1867
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Pruiksma
- Lorist
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in belastingzaak over waterschapsbelasting
Op 19 april 2002 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarin de belanghebbende, aangeduid als X, verzet aantekende tegen een eerdere beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. Deze beschikking, gedateerd op 22 februari 2002, verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen een uitspraak van het hoofd van de afdeling heffingen van het Wetterskip Fryslan. De uitspraak van het hoofd, die betrekking had op een aanslag in de waterschapsbelasting over het jaar 2001, was gedateerd op 19 december 2001. De belanghebbende had zijn beroepschrift pas op 7 februari 2002 ter post bezorgd, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel.
In zijn verzetschrift stelde de belanghebbende dat hij zijn beroepschrift op 26 januari 2002 had afgegeven op het postkantoor. Het hof oordeelde echter dat de belanghebbende geen bewijs had overgelegd om deze bewering te staven. Bovendien waren er geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de overschrijding van de termijn konden rechtvaardigen. Het hof concludeerde dat het verzet ongegrond was en bevestigde de eerdere beslissing van de voorzitter.
De uitspraak werd op 24 april 2002 aangetekend verzonden aan beide partijen. De beslissing werd genomen door mr. Pruiksma, vice-president en lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de noodzaak om bewijs te leveren voor claims die de termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen.