ECLI:NL:GHLEE:2001:AC0847
Gerechtshof Leeuwarden
- Verzet
- mr. Drion
- mr. Pruiksma
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 17 augustus 2001 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarin de erven van X in verzet zijn gekomen tegen een beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. De voorzitter had eerder, op 22 juni 2001, het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet was betaald binnen de gestelde termijn. De griffier had belanghebbende op 10 april 2001 en opnieuw op 14 mei 2001 schriftelijk verzocht om het griffierecht te betalen, maar hieraan was geen gevolg gegeven. Het hof heeft vastgesteld dat de gemachtigde van belanghebbende geen verzoek heeft gedaan om te worden gehoord over het verzet, en het hof heeft ook geen aanleiding gezien om hem uit eigen beweging te horen.
In het verzetschrift heeft de gemachtigde van belanghebbende aangevoerd dat de beslissing van de belastingkamer bevooroordeeld was en dat zijn argumenten door het hof genegeerd zijn. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn aangevoerd die de termijnoverschrijding van de betaling van het griffierecht verschoonbaar maken. Gezien deze overwegingen heeft het hof het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. Pruiksma, vice-president, in tegenwoordigheid van de griffier Lorist, en is ondertekend door beide partijen. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures.