ECLI:NL:GHLEE:2001:AB4485
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- J. Huiskes
- K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Belastingaftrek voor niet-contractuele werkzaamheden en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 10 juli 2001, stond de aftrekbaarheid van een door de belanghebbende berekende beloning voor werkzaamheden bij het OOO Ziekenhuis centraal. De belanghebbende, geboren op 19 februari 1940 en werkzaam bij de KL, had in 1996 werkzaamheden verricht voor het OOO en een beloning van ƒ 25.000,-- als gift aangemerkt in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur van de Belastingdienst weigerde echter deze giftenaftrek en legde een aanslag op naar een belastbaar inkomen van ƒ 119.208,--.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juni 2001 werd duidelijk dat er geen contracten of mondelinge afspraken waren gemaakt tussen de belanghebbende en het OOO. De belanghebbende had in een brief aan de directeur van het OOO de gewerkte uren gedeclareerd, maar gaf aan af te zien van uitbetaling. Het geschil draaide om de vraag of de berekende beloning als gift kon worden aangemerkt volgens artikel 47 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Het Gerechtshof oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een recht op beloning, aangezien er geen contractuele verplichtingen waren. De berekende beloning kon daarom niet worden aangemerkt als een gift. Bovendien werd het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat niet was aangetoond dat de inspecteur in vergelijkbare gevallen anders had gehandeld. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de aanslag van de inspecteur.
De uitspraak benadrukt het belang van contractuele afspraken en de voorwaarden waaronder giftenaftrek kan worden verleend. Het Gerechtshof concludeerde dat er geen recht op beloning bestond en dat de inspecteur niet gebonden was aan eerdere gedragslijnen in andere ambtsgebieden.