ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2393
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Mr. Fransen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring in belastingzaak waterschapsbelasting
Op 29 juni 2001 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarin de belanghebbende, X, in verzet ging tegen een beschikking van de voorzitter van de belastingkamer. Deze beschikking, gedateerd 10 november 2000, verklaarde de belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de uitspraak van de ambtenaar belast met de heffing van het waterschap Noorderzijlvest te Groningen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de hem opgelegde aanslagen waterschapsbelasting voor de jaren 1997 en 1998. De procedure begon met een uitspraak van de ambtenaar op 22 augustus 2000, waartegen de belanghebbende binnen zes weken in beroep had moeten komen. Echter, het beroepschrift, gedateerd 30 oktober 2000, werd pas op 1 november 2000 ter post bezorgd, wat buiten de termijn viel.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2001 te Assen, waar de belanghebbende en zijn echtgenote aanwezig waren, werd duidelijk dat het waterschap, volgens afspraak, beroep had aangetekend. Echter, het hof ontving geen faxbericht van het waterschap, wat leidde tot de conclusie dat de belanghebbende niet tijdig in beroep was gekomen. Desondanks oordeelde het hof dat het verzuim niet aan de belanghebbende kon worden toegerekend, omdat hij erop mocht vertrouwen dat het waterschap binnen de termijn beroep zou instellen. Het hof baseerde deze beslissing op artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht, wat leidde tot de gegrondverklaring van het verzet.
Het hof besloot dat de griffier partijen zou oproepen voor een nader te bepalen zitting ter verdere behandeling van het beroep, waarbij de ambtenaar voorafgaand aan de zitting een verweerschrift zou indienen. De uitspraak werd gedaan door mr. Fransen, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, en in het openbaar uitgesproken te Leeuwarden.