ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2140
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.H.A. Fransen
- M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot terugwenteling van betaalde premies lijfrente
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 mei 2001 uitspraak gedaan in een beroep van belanghebbende tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De belanghebbende, die ongehuwd was en in loondienst werkte bij het A-Ziekenhuis, had in haar aangifte voor 1995 een bedrag van f 1.541,- aan premies voor lijfrente in aftrek gebracht. Dit bedrag was ook in de aangiften voor de jaren 1996 en 1997 in aftrek gebracht, zonder dat de inspecteur hier nader onderzoek naar had gedaan. De inspecteur legde echter een navorderingsaanslag op, omdat hij van mening was dat de in 1996 betaalde premies niet in 1995 in aftrek konden worden gebracht, aangezien er geen tijdig verzoek van de belanghebbende was ingediend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2001 werd de zaak besproken door raadsheer mr. H.H.A. Fransen en griffier mw. mr. M. Hiemstra. De belanghebbende en haar gemachtigde waren aanwezig, evenals de inspecteur. Het hof oordeelde dat de inspecteur ten onrechte de navorderingsaanslag had opgelegd, omdat er sprake was van een ambtelijk verzuim. De inspecteur had moeten opmerken dat het verzoek om terugwenteling van de premies niet was bijgevoegd en had de belanghebbende in de gelegenheid moeten stellen dit verzuim te herstellen. Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de navorderingsaanslag en gelastte de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot betaling van een tegemoetkoming in de proceskosten van f 1.420,- aan de belanghebbende.
Het hof concludeerde dat de inspecteur niet had gehandeld in overeenstemming met de geldende regelgeving en dat de belanghebbende, die geen deskundige was op het gebied van belastingzaken, niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het niet indienen van een tijdig verzoek om terugwenteling. De uitspraak van het hof benadrukt het belang van zorgvuldigheid en het naleven van procedures door de belastinginspecteur.