ECLI:NL:GHLEE:2001:AB2137

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
8 juni 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
110/00
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. Pruiksma
  • J. Drion
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling van de Staat der Nederlanden in belastingzaak X

Op 8 juni 2001 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak betreffende de kostenveroordeling van de Staat der Nederlanden. Verzoeker, aangeduid als X, had in beroep gekomen tegen een door de belastingdienst opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997. Deze aanslag was opgelegd door het hoofd van de eenheid ondernemingen van de belastingdienst te Assen, hierna aangeduid als de inspecteur. Op 8 mei 2001 trok verzoeker zijn beroep in, omdat de inspecteur tegemoet was gekomen aan zijn bezwaren. De inspecteur heeft op dit verzoek gereageerd in een schrijven van 29 mei 2001.

Het hof heeft op basis van artikel 5aa van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken geoordeeld dat de Staat der Nederlanden moet worden veroordeeld in de kosten die verzoeker heeft gemaakt in verband met de behandeling van zijn beroep bij het hof. Deze kosten zijn vastgesteld op f. 1.420,00, conform het Besluit proceskosten fiscale procedures. Het hof heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker.

De uitspraak is gedaan door mr. P. Pruiksma, vice-president en lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier, de heer Lorist. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde datum, 8 juni 2001, door mr. J. Drion, raadsheer. Een afschrift van de uitspraak is op 13 juni 2001 aangetekend verzonden aan beide partijen.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Nr. 110/00 8 juni 2001
Uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden, tweede enkelvoudige belastingkamer, op het verzoek van X te Z
tot kostenveroordeling van de Staat der Nederlanden in de door hem in verband met de behandeling van het beroep bij het gerechtshof inzake de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997 gemaakte kosten.
Verzoeker is in beroep gekomen tegen de bovenvermelde aan hem door het hoofd van de eenheid ondernemingen van de belastingdienst te Assen (hierna: de inspecteur) opgelegde aanslag.
Bij schrijven van 8 mei 2001 heeft verzoeker dat beroep ingetrokken, aangezien de inspecteur aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen.
De inspecteur heeft -daartoe in de gelegenheid gesteld- op dat verzoek gereageerd bij schrijven van 29 mei 2001.
Op grond van het bepaalde in artikel 5aa van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof grond met betrekking tot de onderwerpelijke procedure de Staat der Nederlanden te veroordelen in de door verzoeker terzake van die procedure gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het hof, welke kosten het hof op grond van het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures bepaalt op f. 1.420,00.
Het hof, uitspraak doende op het verzoek, veroordeelt de Staat der Nederlanden in de door verzoeker in verband met het onderwerpelijke beroep bij het gerechtshof gemaakte kosten, te bepalen op f. 1.420,00.
Gedaan op 8 juni 2001 door mr. Pruiksma, vice-president, lid van de tweede enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de griffier
Lorist en ondertekend door voornoemde vice-president en door voornoemde griffier.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2001 te Leeuwarden door mr Drion, raadsheer.
Op 13 juni 2001 afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen.
De griffier van het gerechtshof te Leeuwarden.