ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1963

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
30 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00/00317
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Huiskes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen met betrekking tot zelfstandigenaftrek

Op 30 mei 2001 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, geboren op 7 december 1949, in geschil was met de Inspecteur over de aanslag in de inkomstenbelasting en de premies volksverzekeringen voor het jaar 1997. De zaak ontstond na een aanslag die was berekend op een belastbaar inkomen van € 41.407, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende diende op 11 april 2000 een fax in, waarmee hij bezwaar maakte tegen de aanslag. De Inspecteur verlaagde het belastbare inkomen ambtshalve tot € 35.107 en zond de fax door als beroepschrift naar het Hof. Tijdens de zitting op 18 april 2001 in Assen, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. A, en de Inspecteur door B, werden pleitnota's overgelegd en besproken.

Het geschil draaide om de vraag of belanghebbende recht had op zelfstandigenaftrek. Belanghebbende stelde dat hij aan de voorwaarden voldeed, terwijl de Inspecteur dit ontkende. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij in 1997 aan het urencriterium voldeed, dat vereist is voor de zelfstandigenaftrek. De door belanghebbende overgelegde urenspecificaties werden als te globaal beoordeeld. Het Hof concludeerde dat belanghebbende geen recht had op de zelfstandigenaftrek en verklaarde het beroep gegrond, maar handhaafde de aanslag zoals deze luidde na de ambtshalve beschikking van de Inspecteur van 9 mei 2000. Tevens werd bepaald dat de Inspecteur het door belanghebbende gestorte griffierecht diende te vergoeden.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J. Huiskes, lid van de kamer, in tegenwoordigheid van M. Haarsma, griffier. De beslissing werd op 6 juni 2001 aan partijen verzonden.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 00/00317
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
U I T S P R A A K
30 mei 2001
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, vierde enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid ondernemingen te Emmen, vestiging Assen, van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende de hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de premies volksverzekeringen voor het jaar 1997.
1. Ontstaan en loop van het geding
De aanslag is berekend naar een belastbaar inkomen van
( 41.407,--.
Na bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.
Hierna kwam een fax van belanghebbende bij de Inspecteur binnen op 11 april 2000. Op grond van deze fax heeft de Inspecteur het belastbare inkomen bij ambtshalve vermindering van 9 mei 2000 verminderd tot ( 35.107,--.
De Inspecteur heeft de fax vervolgens doorgezonden naar het Hof als beroepschrift tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft zich ter hierna te noemen zitting met deze doorzending akkoord verklaard.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 18 april 2001 te Assen. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, mr. A als gemachtigde van belanghebbende, alsmede B namens de Inspecteur.
Belanghebbende en de Inspecteur hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. De inhoud van deze pleitnota's moet als hier ingelast worden aangemerkt.
2. Feiten
Het Hof stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, als tussen partijen niet in geschil dan wel door een der partijen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, de volgende feiten vast.
2.1. Belanghebbende, geboren op 7 december 1949, was tot eind april 1997 in loondienst bij C te L. Na het faillissement van C (eind april 1997) is belanghebbende onder de naam D voor zichzelf begonnen. Eind september 1997 is belanghebbende gestopt met D. Met D is geen omzet behaald.
2.2. Op 29 september 1997 is E C.V. opgericht. Belanghebbende heeft zich aangesloten bij de E-organisatie. Belanghebbende is de beherende vennoot. F B.V., onderdeel van de E-groep, is de commanditaire vennoot.
2.3. Het doel van de onderneming is het verrichten van administratieve en fiscale werkzaamheden, financial planning, adviseren op fiscaal, bedrijfseconomisch, administratief, organisatorisch en juridisch gebied.
2.4. In de maanden oktober, november en december 1997 heeft belanghebbende gedurende tien weken de E Administratie Consultantopleiding gevolgd. Het doel van deze opleiding is om de E Administratie Consultant voor te bereiden op het zelfstandig beheren van een administratiekantoor.
2.5. Belanghebbende heeft achteraf een urenspecificatie opgemaakt ten behoeve van de gevraagde zelfstandigenaftrek en startersaftrek (zie bijlage 7, eerste blad bij het verweerschrift). Deze komt uit op 1370 uur. In de bezwaarfase heeft hij een tweede urenspecificatie opgesteld, welke uitkomt op 1458 uur (zie bijlage 7, tweede blad bij het verweerschrift).
2.6. De omzet van E C.V. bedroeg in 1997 nihil.
3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
3.1. Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.
3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Zij hebben daaraan ter zitting geen argumenten toegevoegd. Belanghebbende heeft ter zitting zijn grief inzake de willekeurige afschrijving ingetrokken.
3.3. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak en vermindering van de aanslag.
De Inspecteur concludeert tot vernietiging van zijn uitspraak en handhaving van de aanslag zoals deze luidt na de ambtshalve beschikking van de Inspecteur van 9 mei 2000.
4. Overwegingen omtrent het geschil
4.1. Om voor de toepassing van de zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen moet men aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén daarvan is dat de belastingplichtige ten minste 1225 uren aan het voor eigen rekening feitelijk drijven van een onderneming besteedt.
4.2. De Inspecteur heeft in zijn pleitnota aangegeven dat de studie-uren voor de opleiding tot E-consultant mee kunnen tellen voor het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek.
4.3. De door belanghebbende achteraf opgemaakte urenspecificaties zijn naar het oordeel van het Hof te globaal om werkelijk inzicht te geven in de omvang van de ondernemersaktiviteiten van belanghebbende in 1997. Belanghebbende heeft dan ook daarmee dan wel anderszins niet aannemelijk gemaakt dat hij voor het jaar 1997 aan de voorwaarde als genoemd onder 4.1. voldeed.
4.4. Belanghebbende heeft gelet op het voorgaande geen recht op zelfstandigenaftrek.
5. Proceskosten
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbende heeft immers in het enige te berechten geschilpunt ongelijk gekregen.
6. Beslissing
Het Hof verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak, handhaaft de aanslag zoals deze luidt na de ambtshalve beschikking van de Inspecteur van 9 mei 2000 en gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht ten bedrage van ( 60,--.
Aldus vastgesteld op 30 mei 2001
door mr. J. Huiskes, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van M. Haarsma, griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 6 juni 2001