ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1961
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pruiksma
- A. Drion
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen belastingaanslag en weigering geruisloze inbreng van onderneming
Op 1 juni 2001 deed het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak in de gevoegde zaken onder nummers 1340/98 en 301/99, waarin belanghebbende, een ondernemer, in beroep ging tegen de belastingaanslag en de weigering van de inspecteur om toepassing te geven aan artikel 18 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964. De zaak betreft de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994, waarbij belanghebbende was aangeslagen op een belastbaar inkomen van f 1.136.703,--. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en later beroep aangetekend tegen het uitblijven van een uitspraak van de inspecteur. De inspecteur had uiteindelijk uitspraak gedaan op het bezwaarschrift, maar belanghebbende ging hiertegen in beroep.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 4 januari 2001, waarbij zowel belanghebbende als de inspecteur met hun gemachtigden aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de inspecteur de voorwaarden voor geruisloze inbreng terecht had gesteld en dat belanghebbende deze voorwaarden niet binnen de gestelde termijn had aanvaard. Het hof concludeerde dat de inspecteur op basis van de niet-acceptatie van de voorwaarden mocht aannemen dat belanghebbende zijn verzoek om geruisloze inbreng niet langer wenste te handhaven. De inspecteur had de hoogte van de goodwill op een juiste wijze vastgesteld, en het hof onderschreef de door de inspecteur gehanteerde maatstaf ter bepaling van de goodwill.
Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep ongegrond, waarbij het hof geen termen aanwezig achtte voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd op 18 januari 2001 mondeling gedaan, en de schriftelijke uitspraak volgde later. De griffier van het Gerechtshof te Leeuwarden zorgde voor de verzending van afschriften van het proces-verbaal aan beide partijen op 1 februari 2001.