ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1603
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. Aardema
- Mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van belastingplichtige inzake naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
Op 11 mei 2001 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een verzetprocedure van belanghebbende X tegen de beschikking van de voorzitter van de belastingkamer van 2 februari 2001. De voorzitter had in die beschikking het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur van het Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting niet-ontvankelijk verklaard. Dit was het gevolg van het feit dat het beroepschrift te laat was ingediend, namelijk na de termijn van zes weken die is vastgesteld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak van de inspecteur was gedateerd op 22 september 2000, terwijl het beroepschrift pas op 15 november 2000 bij de inspecteur en op 29 november 2000 bij het hof was ingekomen.
Belanghebbende had in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij zijn beroepschrift te laat had ingediend omdat hij lange tijd afwezig was geweest en in een korte tijd alle benodigde stukken moest verzamelen. Het hof oordeelde echter dat belanghebbende geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Het hof had ook geen aanleiding gevonden om belanghebbende uit eigen beweging te horen, aangezien hij geen verzoek had ingediend om gehoord te worden.
Uiteindelijk verklaarde het hof het verzet ongegrond, waarmee de eerdere beslissing van de voorzitter in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door prof. mr. Aardema, vice-president en lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van de griffier Lorist. Afschrift van de uitspraak werd op 16 mei 2001 aangetekend verzonden aan beide partijen.