ECLI:NL:GHLEE:2000:AD8370
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Vellinga
- Huisman
- Gorter
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en misleiding tot prostitutie in georganiseerd verband
Op 20 januari 2000 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en misleiding tot prostitutie. De zaak betreft een periode van misdrijven die zich uitstrekte van 1 oktober 1997 tot en met 15 februari 1999, waarbij de verdachte en zijn mededaders vrouwen, waaronder een minderjarige, hebben geronseld voor raamprostitutie. De vrouwen werden onder valse voorwendselen naar Nederland gehaald, waarbij hun paspoorten werden afgenomen en hun verdiensten werden ingehouden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich in georganiseerd verband schuldig heeft gemaakt aan deze misdrijven, wat de ernst van de feiten onderstreept.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en een geldboete van fl. 50.000,00. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf geëist. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd, maar heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld, wat in zijn voordeel werd meegewogen bij de strafbepaling.
Het hof heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd, ondanks verweer van de verdediging dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden vanwege feitelijkheden die zich buiten Nederland hebben afgespeeld. Het hof heeft geoordeeld dat dit niet in de weg staat aan de geldigheid van de dagvaarding. Ook het verweer van de verdediging over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie werd verworpen, omdat er geen ernstige inbreuken op de procesorde zijn vastgesteld.
De uitspraak van het hof benadrukt de ernst van mensenhandel en de noodzaak van een strenge aanpak van dergelijke misdrijven. De verdachte is schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, en het hof heeft de straf opgelegd in overeenstemming met de ernst van de gepleegde misdrijven.