ECLI:NL:GHLEE:1997:AA6213
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Wolt
- mr. Pruiksma
- mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke naheffingsaanslag en bewijsvoering in belastingzaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 oktober 1997 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een ondernemer, aangeduid als belanghebbende, en de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1988 tot en met 31 december 1992. De inspecteur had een naheffingsaanslag van f 23.178,- aan enkelvoudige belasting, een verhoging van f 11.589,- en heffingsrente van f 5.519,- opgelegd, wat resulteerde in een totaalbedrag van f 40.286,-. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde zijn standpunt in de bestreden uitspraak van 20 januari 1994.
Tijdens de zitting van 13 juni 1994 zijn getuigen gehoord en zijn er pleitnota's overgelegd. Belanghebbende stelde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de contantbonnen van zijn leverancier F betrekking hadden op leveranties aan hem. De inspecteur voerde aan dat er sprake was van contante leveranties die niet in de administratie van belanghebbende voorkwamen, wat leidde tot de conclusie van zwarte inkopen en ontvangsten.
Het hof oordeelde dat de inspecteur niet had aangetoond dat de naheffingsaanslag voor de jaren 1991 en 1992 terecht was, en dat de belastingplichtige niet had voldaan aan zijn administratieve verplichtingen. Het hof vernietigde de uitspraak van de inspecteur en verminderde de aanslag tot f 12.678,- aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van f 1.000,-. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan belanghebbende.