ECLI:NL:GHLEE:1995:AA4234
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof.mr. Aardema
- mr. Wolt
- prof.dr. Cnossen
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op de verkoop van vruchtgebruik van aandelen na overlijden echtgenoot
In deze zaak gaat het om de belastingheffing op het inkomen van belanghebbende, die in 1990 een aanslag in de inkomstenbelasting ontving. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van f. 353.689,--, waarbij een bedrag van f. 302.940,-- werd belast naar een bijzonder tarief. Dit bedrag was ontvangen uit de verkoop van het vruchtgebruik van aandelen, die belanghebbende had verkregen na het overlijden van haar echtgenoot in 1988. De inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar, maar belanghebbende ging in beroep. Tijdens de zitting werd betoogd dat de verkoop van het vruchtgebruik niet belastbaar was, omdat het een transactie in de vermogenssfeer betrof. De inspecteur stelde daarentegen dat de aandelen als ingetrokken moesten worden beschouwd, waardoor de bron van inkomen teniet was gegaan. Het hof oordeelde dat de vervreemding van het vruchtgebruik niet belastbaar was en dat het belastbaar inkomen van belanghebbende op f. 48.270,-- moest worden vastgesteld. Het hof vernietigde de uitspraak van de inspecteur en veroordeelde de Staat der Nederlanden in de proceskosten van belanghebbende.