Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks1 januari 2024 te Rotterdam, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de [adres], alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een portemonnee met
een of meerderepassen, twee horloges, een powerbank
en, een of meerdereairpods
en/of 100 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 404,95 (vierhonderdvier euro en vijfennegentig cent) bestaande uit € 4,95 (vier euro en vijfennegentig cent) materiële schade en € 400,00 (vierhonderd euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) bestaande uit € 100,00 (honderd euro) materiële schade en € 400,00 (vierhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.