Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Vereniging van Eigenaren [sub vereniging 2] ,
[appellant 2],
wonende in [woonplaats] ,
hierna: [appellant 2] ,
appellanten,
appellanten samen hierna ook: [appellant 2] cs ,
Vereniging van Eigenaren [Hoofd-VvE],
hierna: de Hoofd-VvE,
Casa Vastgoedmanagement B.V.,
hierna: Casa,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
akte van splitsing van 27 november 1970is een in die akte nader aangeduide zaak aan de [straat] (met kadastrale nummers [nummers] ) gesplitst in zes appartementsrechten. In de splitsingsakte is toen ook het splitsingsreglement vastgesteld en is omtrent de oprichting van de vereniging van eigenaren (de Hoofd-VvE) het volgende bepaald:
akte wijziging splitsingsreglement van 24 mei 2005heeft op verzoek van de zes appartementseigenaren (onder wie [appellant 2] als eigenaar van het appartement [appartement 1] ) een wijziging van het splitsingsreglement plaatsgevonden. Tevens zijn toen twee verenigingen opgericht, die in de akte subverenigingen zijn genoemd. In deze akte is, voor zover van belang, het navolgende opgenomen:
De hoofdvereniging van eigenaren (….), zoals opgericht bij voormelde akte van splitsing blijft bestaan;
Opgericht worden twee subvereniging[en] genaamd: ‘ [sub vereniging 1] ’[hof: hierna: [sub vereniging 1] ]
, en ‘ [sub vereniging 2] ’[hof: hierna: [sub vereniging 2] ]
beiden gevestigd te [vestigingsplaats] . De benoeming van de voorzitter van elke vereniging geschiedt voor de eerste maal in de eerste vergadering van eigenaars.
Het boekjaar van de subverenigingen valt samen met het boekjaar van de hoofdvereniging.
Werkzaamheden aan de trap, het licht in het portaal alsmede de fundering zullen worden uitgevoerd door en de kosten tot het onderhoud of vernieuwen van de trap, het licht in het portaal alsmede de fundering zijn voor rekening van de hoofdvereniging.
Werkzaamheden aan het buitenschilderwerk, de ramen en het (eventueel aanwezige) balkon zullen worden uitgevoerd door en de kosten tot het onderhouden en vernieuwen van het buitenschilderwerk, de ramen, kozijnen en het (eventueel aanwezige) zijn voor rekening van de eigenaar van het appartementsrecht waartoe deze zaken behoren, ook al bevinden deze zaken zich in de gemeenschappelijke gedeelten of zaken. Voor deze werkzaamheden is de goedkeuring van de vergadering van eigenaars niet vereist.
Werkzaamheden aan het dak zullen worden uitgevoerd door en de kosten van het onderhoud en vernieuwen van het dak zijn voor rekening van de subverenigingen en wel de subvereniging “ [sub vereniging 1] ” voor een/tweede deel en de subvereniging “ [sub vereniging 2] ”voor een/tweede deel.
Overige werkzaamheden, anders dan hiervoor vermeld, zullen worden uitgevoerd door en de kosten van onderhoud en vernieuwen daarvan komen voor rekening van de “ [sub vereniging 1] ” indien de werkzaamheden hun zijde van het pand betreft en van de “ [sub vereniging 2] ”indien de werkzaamheden hun zijde van het pand betreft.
De contributie aan de Vereniging van Eigenaren blijft ongewijzigd.”
op 23 juni 2017.In deze notulen is onder meer vermeld:
op 17 juli 2017. Hierin is onder meer vermeld:
. Toen was de opkomst niet naar tevredenheid maar wij hebben toch het besluit kunnen nemen om CASA vastgoedmanagement B.V. te ontslaan.(…)BESLUITTerugvordering van alle geïncasseerde bijdragen door CASA als onrechtmatige bestuurder van onze [Hoofd-VvE] . (…)”
op 11 augustus 2021. Hierin is onder meer vermeld:
om Casa Vastgoedmanagement B.V. met terugwerkende kracht te ontslaan vastgesteld en bekrachtigd.”
van 28 september 2023.Casa heeft deze notulen per een email van 29 september 2023 gemaild naar [eigenaar appartement 1] , eigenaar van [appartement 2] . Blijkens deze notulen is toen onder meer besloten (1) tot een eenmalige extra bijdrage van de leden van €1.250,- in verband met werkzaamheden aan de gemeenschappelijke geveldelen conform aanschrijving van de Gemeente en (2) tot verhoging van de maandelijkse bijdrage naar € 90,-.
4.Procedure bij de rechtbank
[sub vereniging 2] de rechtbank verzocht (a) de notulen van de ledenvergadering van de Hoofd-VvE van 28 september 2023 te vernietigen, (b) op grond van de besluiten op de ledenvergaderingen van 2017 (en 2021) Casa te royeren als bestuurder en (c) de schade door het onrechtmatig bestuurderschap van Casa te doen vergoeden.
5.Vorderingen in hoger beroep, grieven en verweer
- i) te verklaren voor recht dat er twee hoofdverenigingen zijn, respectievelijk met kadastraal nummer [nummer] ( [sub vereniging 1] ) en kadastraal nummer [nummer] ( [sub vereniging 2] );
- ii) om Casa te royeren conform de (in overwegingen 3.6, 3.7 en 3.8 vermelde) vergaderbesluiten van 2017 en 2021;
- iii) om Casa de schade te laten vergoeden wegens onrechtmatig bestuurderschap;
- iv) vernietiging van de notulen van 28 september 2023.
6.Beoordeling van de vorderingen in hoger beroep
Vordering (i): de gestelde twee hoofdverenigingen
twee hoofd-VvE’szijn opgericht, te weten (a) [sub vereniging 1] en (b) [sub vereniging 2] . Verweerders hebben dit gemotiveerd bestreden en stellen dat, zoals gebruikelijk, slechts één VvE (de Hoofd-VvE) is opgericht.
objectiefworden uitgelegd, juist ook in verband met de bescherming van derden, die op de notariële akte moeten kunnen afgaan. Dit betekent dat de tekst ervan bij deze uitleg heel belangrijk is.
een vereniging van eigenaren’ en ‘
de vereniging’. Deze vereniging wordt genoemd: de “ [Hoofd-VvE] ”. Nergens in de akte is enige aanwijzing te vinden dat er toen twee VvE’s zijn opgericht. Dit laatste is bovendien zeer ongebruikelijk. De omstandigheid dat de gesplitste zaak twee kadastrale nummers heeft en twee portieken, maakt dit niet anders. Niet alleen komt dit veel vaker voor, maar het weegt bij lange na niet op tegen de ondubbelzinnige tekst van de akte, waarin is aangegeven dat sprake is van één VvE. De vele stukken die [appellant 2] cs heeft overgelegd (laatstelijk nog machtigingen en reeds eerder overgelegde notulen), brengen het hof niet tot een ander oordeel. Ook de opmerking van [appellant 2] bij de mondelinge behandeling dat een notaris hem gelijk heeft gegeven, overtuigt het hof niet.
objectief uit te leggen) notariële akte van 24 mei 2005 (wijziging splitsingsreglement), in deze lijn doorgaat. Het hof wijst in dit verband op de beschrijving daarin dat in 1970
een VvEis opgericht. Daarnaast is in de akte van 2005 vastgelegd:
“1. Dehoofdverenigingvan eigenaren (….), zoals opgericht bij voormelde akte van splitsing blijft bestaan;”en
“3.Het boekjaar van de subverenigingen valt samen met het boekjaar vande hoofdvereniging.Ook de akte uit 2005 heeft het dus herhaalde malen over
één hoofdvereniging,waarmee is bedoeld de enige in 1970 opgerichte VvE.
van de Hoofd-VvEgewijzigd in die zin dat
het oorspronkelijke modelreglement van de Hoofd-VvE uit 1969 is vervangen door het Modelreglement van de Koninklijke Notariële Broederschap uit 1992, met een aantal afwijkingen (met name ten aanzien van de verdeling van de onderhoudslasten). Blijkens dezelfde akte zijn toen (b) naast de Hoofd-VvE – deze bleef bestaan, met ongewijzigde contributie – twee subverenigingen opgericht.
de besluitenvan deze vergadering, namelijk de besluiten van de ALV van de Hoofd-VvE. [appellant 2] cs is in deze vordering niet-ontvankelijk. Het hoger beroep tegen de afwijzende beslissing van de rechtbank (de mondelinge uitspraak van 25 januari 2024 waarbij [appellant 2] aanwezig was) is immers in strijd met artikel 5:130 lid 3 BW ingesteld méér dan een maand na de dag van deze uitspraak [2] . Deze uitspraakdag was, zoals gezegd 25 januari 2024. Toen is de beroepstermijn aangevangen. De beroepstermijn liep dus tot en met uiterlijk 25 februari 2024. Omdat dit een zondag was, verschoof de termijn (met toepassing van de Algemene Termijnenwet) een dag, dus tot en met maandag 26 februari 2024. Zelfs als het hof uitgaat van de datum die [appellant 2] op zijn beroepsschrift heeft vermeld (29 februari 2024), dan nog is [appellant 2] met zijn beroep te laat.
Overigens heeft [appellant 2] deze vordering, anders dan met voormelde – door het hof verworpen – argumenten niet onderbouwd.
Conclusie en proceskosten
7.Beslissing
- bekrachtigt de beslissing van de rechtbank Den Haag van 25 januari 2024, met dien verstande dat het hof ten aanzien van vordering (iii) tot een afwijzing komt (en niet een niet-ontvankelijkheid, zoals de rechtbank heeft gedaan);
- wijst af de (voor het eerst in hoger beroep geformuleerde) vordering (i);
- veroordeelt [appellant 2] cs in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van verweerders begroot op € 3.404,-;
- bepaalt dat als [appellant 2] cs niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [appellant 2] cs de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
mr. J.M. Heikens en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2025 in aanwezigheid van de griffier.