Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 16 augustus 2023, waarmee [geïntimeerde] in hoger beroep is gekomen van het vonnis in incident van de rechtbank Rotterdam van 17 mei 2023;
- de memorie van grieven van [geïntimeerde] ;
- de memorie van antwoord van AMCON, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
Handlungsort) noch de plaats waar de schade is ingetreden (het
Erfolgsort) in Nederland is gelegen.
5.Vordering in hoger beroep
Erfolgsortworden aangemerkt en heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat dit niet zo is. AMCON wil dat het hof het vonnis van de rechtbank vernietigt.
Erfolgsort) is dus in Rotterdam gelegen, aldus AMCON.
6.Beoordeling in hoger beroep
- Hoofdbeginsel is dat bevoegd is de rechter van de lidstaat waar de verweerder zijn woonplaats heeft. Bij wijze van uitzondering daarop zijn er bijzondere bevoegdheidsregels voor limitatief opgesomde gevallen waarin de verweerder kan worden opgeroepen voor de rechter van een andere lidstaat. Deze bijzondere bevoegdheidsregels, waaronder artikel 7 onder 2 Brussel I bis, moeten restrictief worden uitgelegd, waarbij niet verder mag worden gegaan dan de in die verordening uitdrukkelijk voorziene gevallen.
- De bijzondere bevoegdheidsregel van artikel 7 onder 2 Brussel I bis berust op het bestaan van een nauwe band tussen de vordering en de gerechten van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, op grond waarvan het om redenen verband houdend met bewijslevering en procesvoering (“een goede rechtsbedeling en nuttige procesinrichting”) gerechtvaardigd is dat deze gerechten bevoegd zijn.
- Onder ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ valt zowel de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis (het
Erfolgsortin Nederland (Rotterdam) kan worden gelokaliseerd.
Erfolgsortrelevante aanknopingspunten bevinden zich niet in Nederland. De initiële schade is dus, anders dan AMCON stelt (memorie van grieven nr. 20), niet ontstaan op het moment van de niet-levering van het schip. De plaats waar het schip volgens de koopovereenkomst geleverd had moeten worden, kan daarmee niet worden aangemerkt als plaats waar de directe schade als gevolg van het gestelde onrechtmatig handelen van [geïntimeerde] is ingetreden. De door AMCON voorgestane uitleg is daarmee ook in strijd met de restrictieve uitleg die past bij de bijzondere bevoegdheidsregel van artikel 6 aanhef en onder e Rv en voldoet niet aan het vereiste van een nauwe band tussen de vordering waar het in deze zaak om gaat en het land van de aangezochte (Nederlandse) rechter. De conclusie is dat Rotterdam niet als
Erfolgsortkan worden aangemerkt, en dat de Nederlandse rechter dus niet bevoegd is op grond van artikel 6 aanhef en onder e Rv.
Erfolgsortis. Dat brengt mee dat de beslaglegging en het uitwinnen van de bankgarantie, die (zoals AMCON ook zelf stelt) op hun beurt weer een gevolg zijn van de beslissing om niet te leveren, evenmin kunnen maken dat het
Erfolgsortin Rotterdam kan worden gelokaliseerd.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis in incident van de rechtbank Rotterdam van 17 mei 2023;
- veroordeelt AMCON in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 2.175,-;
- bepaalt dat als AMCON niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, AMCON de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.