Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte] ,
BESLISSING
niet bewezendat de verdachte het
primair en subsidiair tenlastegelegdeheeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarbij de verdachte op 22 november 2023 was vrijgesproken van de tenlastegelegde zedenmisdrijven. De zaak betreft seksuele handelingen die zouden hebben plaatsgevonden op 11 december 2022 in Noordwijk, waarbij de verdachte wordt beschuldigd van verkrachting en seks met een slachtoffer die in een staat van bewusteloosheid verkeerde. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster als onvoldoende betrouwbaar beoordeeld. De aangeefster had een gebrekkige herinnering aan de gebeurtenissen van die nacht, wat haar verklaringen ondermijnde. De verdachte heeft consistent verklaard dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming hebben plaatsgevonden. Het hof concludeert dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, en de verdachte is integraal vrijgesproken van de beschuldigingen.