Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 26 september 2023, waarmee BSK in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 juni 2023;
- het arrest van dit hof van 14 november 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 februari 2024, waarin melding is gemaakt van de akte met productie 3 van BSK;
- de memorie van grieven van BSK;
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel van Energiewacht, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
€ 17.500,- ten laste van BSK.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
de ombouw en het tegelenvan het bad en de douches moest verzorgen en dat Energiewacht
het sanitair, waaronder de douches,zou aanleggen (monteren). Evenmin is in geschil dat de douchebakken verhoogd zijn aangelegd en daarom aan de randen ondersteund moesten worden, hetgeen ook blijkt uit de hierna te bespreken montage-instructie. Tot slot staat vast, althans is onvoldoende gemotiveerd betwist, dat geen sprake is geweest van een toereikende randondersteuning van de douchebakken en dat dit tot de lekkages heeft geleid.
ombouwtot de werkzaamheden van BSK, maar die omstandigheid brengt evenwel niet met zich dat BSK ook verantwoordelijk was voor het plaatsen van de
randondersteuningenvan de douchebakken. Het maken van ‘ombouwen’ voor baden, douches en inbouwreservoirs was nodig zodat BSK een ondergrond had om op te tegelen. Deze uitleg door BSK, die door Energiewacht niet is weersproken, brengt met zich dat het maken van ombouwen moet worden onderscheiden van het plaatsen van randondersteuningen (een voorziening om gewicht te dragen). Uit de overeenkomsten noch uit de overgelegde correspondentie volgt dat het plaatsen van de randondersteuningen de verantwoordelijkheid van BSK was.
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 juni 2023
- wijst de vorderingen van Energiewacht af;
- veroordeelt Energiewacht in de kosten van de procedure in eerste aanleg, aan de zijde van BSK begroot op € 6.035,-;
- veroordeelt Energiewacht in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van BSK (in principaal en incidenteel beroep) begroot op € 7.954,94;
- bepaalt dat als Energiewacht niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Energiewacht de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de proceskostenveroordelingen betreft.
A.J. Swelheim en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2025 in aanwezigheid van de griffier.