Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3] v.o.f.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 22 december 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 4 oktober 2023;
- het arrest van dit hof van 25 juni 2024, waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven van [appellant] ;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerden] , met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
binnen acht dagen na hedende hiervoor genoemde werkzaamheden uit te voeren.
4.Procedure bij de rechtbank
(1) voor recht verklaart dat de tussen partijen bestaande overeenkomst tot aanneming van werk rechtsgeldig partieel (namelijk voor de niet uitgevoerde werkzaamheden) is ontbonden, althans deze overeenkomst ontbindt;
(2) [appellant] veroordeelt aan [geïntimeerden] te voldoen € 18.027,97 met wettelijke rente vanaf 16 november 2021 op grond van onverschuldigde betaling, € 8.277,-- met wettelijke rente vanaf 18 februari 2022 terzake van herstelkosten, € 61.363,86 met wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 wegens winstderving en € 2.005,80 aan buitengerechtelijke kosten; en
(3) [appellant] veroordeelt in de proceskosten.
5.Beoordeling in hoger beroepOntvankelijkheid in hoger beroep
De grieven
Wie is de contractspartij van [geïntimeerden] ?
door hemen niet
aan [geïntimeerden]is verstuurd. Volgens hem is de offerte opgesteld door [naam 1] die deze vanaf een op naam van [appellant] staand e-mailadres heeft verzonden aan een op naam van [naam 1] staand e-mailadres. In dit verband voert hij aan dat hij de Nederlandse taal niet machtig was, in ieder geval niet in die mate dat hij de offerte kon opstellen. [geïntimeerden] wisten dit en wisten dus ook dat de offerte nooit van hem afkomstig kon zijn. [naam 1] , voor wie hij destijds vaker klussen deed, heeft hem als onderaannemer benaderd voor het verrichten van de werkzaamheden. Voor zover de offerte moet worden geacht wel door hem te zijn verzonden, is deze niet aan [geïntimeerden] verzonden maar aan [naam 1] . Die heeft de offerte uitgebracht, en dus het aanbod gedaan, aan [geïntimeerden] , aldus [appellant] .
de opdrachtgever– lees: [geïntimeerden] – heeft besproken. Bovendien heeft [geïntimeerde 1] in zijn e-mail aan [appellant] van 2 februari 2022, waarin hij de beëindiging van de overeenkomst bevestigt, benoemd dat [geïntimeerden] [appellant] opdracht hebben gegeven tot het uitvoeren van verbouwingswerkzaamheden. Gesteld noch gebleken is dat [appellant] toen heeft verwezen naar [naam 1] , wat wel voor de hand had gelegen als hij ervan uitging dat niet hij, maar [naam 1] de contractspartij van [geïntimeerden] was.
excel sheetweergegeven geplande datum niet als een fatale termijn aan te merken. Hij voert verder aan dat een termijn van acht dagen geen redelijke termijn was om de werkzaamheden alsnog uit te voeren, zodat ook om die reden geen verzuim is ontstaan. Bovendien kon hij het werk niet afmaken omdat hij geen toegang had tot de bouwplaats, zodat [geïntimeerden] in schuldeisersverzuim is geraakt en hij niet in verzuim kon raken, aldus nog steeds [appellant] . Hij betwist dat hij heeft medegedeeld dat hij de planning niet kon halen vanwege het ontbreken van liquiditeit. Voor zover hij al gezegd zou hebben dat hij geldproblemen had, kan dit volgens hem niet worden aangemerkt als een mededeling als bedoeld in artikel 6:83 sub c BW, althans niet zonder de toevoeging dat hij niet voorzag dat die geldproblemen binnen redelijke termijn zouden zijn opgelost. Dat [geïntimeerden] negen maanden hebben gewacht met dagvaarden nadat al op 23 februari 2022 een proces-verbaal van constatering van de ondeugdelijkheid van het werk door een deurwaarder was gemaakt, constitueert wel degelijk als een schending van de klachtplicht, aldus [appellant] .
niet tijdigzijn verricht en anderzijds op werkzaamheden die
niet deugdelijkzijn verricht.
excel sheeteen planning heeft gemaakt met (eveneens) 31 januari 2021 als opleverdatum, kan in ieder geval niet als een zodanige omstandigheid worden aangemerkt. [geïntimeerden] hebben de door [appellant] gegarandeerde opleverdatum van 31 januari 2022 dan ook redelijkerwijze mogen opvatten als een fatale termijn. Door het verstrijken daarvan is [appellant] dus van rechtswege in verzuim geraakt wat betreft de werkzaamheden die op die datum (in het geheel) niet zijn verricht.het verzuim ook op grond van artikel 6:83 onder c BW zonder ingebrekestelling is ingetreden betreft immers een overweging ten overvloede, zoals de rechtbank met zoveel woorden opmerkt.
Vaststelling omvang niet-verrichte werkzaamheden en herstelkosten
Vaststelling schade wegens winstderving
prognosevan de winst als de ruimere capaciteit wel beschikbaar was geweest, gebaseerd op allerlei aannames. Het gaat hier om gegevens die in het domein van [geïntimeerden] liggen. [geïntimeerden] wordt daarom verzocht het hof te informeren over de door [de vof] behaalde winst over 2022 (de periode van 1 juli t/m 31 december) en 2023 en deze winstcijfers te onderbouwen met stukken (zoals de winst- en verliesrekening).
Rolverwijzing