ECLI:NL:GHDHA:2025:2088

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
200.325.127/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van raamovereenkomsten tussen professionele partijen met betrekking tot de afname van wegwerphandschoenen en bijkomende vorderingen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van CombiCoop B.V. tegen Stockhunter Projects B.V. over de uitleg van raamovereenkomsten die in 2015 en 2018 zijn gesloten voor de inkoop van wegwerphandschoenen. Stockhunter stelt dat er tijdens de coronapandemie aanvullende afspraken zijn gemaakt over de afname van 11.000 handschoenen in 2020 en 13.000 in 2021. Het hof oordeelt dat CombiCoop moet worden veroordeeld tot afname van deze hoeveelheden. De procedure in hoger beroep is gestart na een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank een deel van de vorderingen van Stockhunter heeft toegewezen. Het hof bevestigt dat de raamovereenkomsten bindend zijn en dat CombiCoop zich niet kan beroepen op de AIV (Algemene Inkoopvoorwaarden) om de afnameverplichtingen te ontlopen. Het hof oordeelt dat de afnameverplichtingen voor 2020 en 2021 opeisbaar zijn en dat CombiCoop niet kan ontbinden op basis van dwaling of onvoorziene omstandigheden. De vorderingen van Stockhunter worden deels toegewezen, en CombiCoop wordt veroordeeld tot betaling van rente en proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.325.127/01
Zaak- en rolnummer rechtbank : C/09/624256 / HA ZA 22-96
Arrest van 14 oktober 2025
in de zaak van
CombiCoop B.V.,
gevestigd in Maasdijk,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. M. Buitelaar, kantoorhoudend in Naaldwijk,
tegen
Stockhunter Projects B.V.,
gevestigd in Bovenkarspel,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. V.H.B. Kruit, kantoorhoudend in Utrecht.
Het hof noemt partijen hierna CombiCoop en Stockhunter.

1.De zaak in het kort

1.1
Partijen hebben in 2015 en 2018 raamovereenkomsten gesloten voor de inkoop van wegwerphandschoenen ten behoeve van twee tomatenteeltbedrijven waarvoor CombiCoop de inkoopfunctie vervult. Stockhunter stelt dat partijen tijdens de coronapandemie aanvullende afspraken hebben gemaakt voor de inkoop van 11.000 handschoenen in mei-december 2020 en 13.000 handschoenen in 2021. Het hof geeft Stockhunter in dit arrest daarin gelijk en oordeelt dat CombiCoop daarom moet worden veroordeeld tot afname van die hoeveelheden. Het hof beoordeelt ook drie bijkomende schade- en rentevorderingen van Stockhunter.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 27 maart 2023 waarmee CombiCoop in hoger beroep is gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023;
  • het arrest van dit hof van 2 mei 2023 waarin een mondelinge behandeling is gelast;
  • de productie 21 die CombiCoop ter gelegenheid van deze mondelinge behandeling in het geding heeft gebracht;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 september 2023;
  • de memorie van grieven van CombiCoop, met bijlagen;
  • de memorie van antwoord, tevens houdende grieven in incidenteel hoger beroep, van Stockhunter, met bijlagen;
  • de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van CombiCoop, met bijlage;
  • de brief met bijlagen 65 tot en met 72 die CombiCoop ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
2.2
Op 20 februari 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De advocaten hebben de zaak toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen die zij hebben overgelegd.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
Stockhunter is een groothandel in, onder andere, medische hulpmiddelen. Haar (middellijk) bestuurder/aandeelhouder is de heer [bestuurder Stockhunter] (hierna: [bestuurder Stockhunter] ). Deze is tevens aandeelhouder van Avalanche Disposables B.V. (hierna: Avalanche).
3.2
CombiCoop is een inkoopcombinatie voor vennootschappen die behoren tot de Agro Care-groep en de CombiVliet-groep (hierna: de exploitatievennootschappen), twee groepen die tomaten telen in kassen, met vestigingen in binnen- en buitenland. Bij CombiCoop is onder anderen werkzaam de inkoper [inkoper CombiCoop] (hierna: [inkoper CombiCoop] ).
3.3
Tussen partijen is in 2014 een koop- en verkooprelatie ontstaan voor de levering door Stockhunter aan de exploitatievennootschappen van onder andere wegwerphandschoenen, die in de tomatenteelt worden gebruikt om de verspreiding van plantziektes tegen te gaan. Stockhunter kocht de handschoenen onder andere in in China.
3.4
CombiCoop heeft op 20 oktober 2015, voor zover van belang, aan Stockhunter de volgende overeenkomst met haar bevestigd (hierna: de raamovereenkomst 2015):
“Betreft :overeenkomst afname handschoenen 3 jaar (looptijd vanaf 01-01-2016 tm 31-12-2018)
(…)
Zoals overeengekomen d.d. 16-10-15 is de intentie uitgesproken dat CombiCoop gedurende 3 jaar de handschoenen zal afnemen bij Stockhunter.
Onderstaand de afspraken zoals besproken:• Halfjaar afspraak met opzegtermijn en doorlooptijd van 1 jaar..
o 3500 dozen begroot 2016 (…).
o Voorstel doorlooptijd van 3 jaar vanaf 01-01-2016, met halfjaarlijkse evaluatie. Indien er onoverbrugbare conflicten ontstaan (kapotte materialen / geen leveringen of niet juiste betalingen conform strekking overeenkomst) dan kunnen we eerder ontbinden.
o (…)
o Prijs vast voor een jaar € 19,00, marktconform de prijs hanteren, als prijzen stijgen meestijgen, transparant.
o Algemene inkoopvoorwaarden CombiCoop (reeds toegezonden).
o (…)”
(de vierde bulletpoint hierna: het prijsbeding 2015).
3.5
De Algemene Inkoopvoorwaarden van CombiCoop (hierna: AIV) luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
1. Algemene voorwaarden en toepasselijkheid1.1 Deze algemene inkoopvoorwaarden zijn van toepassing op alle (…) overeenkomsten en de daaruit voortvloeiende verbintenissen waarbij CombiCoop B.V. en/of[exploitatievennootschappen, hof]
, verder te noemen: “CombiCoop”, goederen (…) van een derde, verder te noemen: “de Opdrachtnemer” betrekt (…) een en ander in de ruimste zin van het woord. (…)(…)
2. Offertes, opdrachten en het tot stand komen, wijzigen en annuleren van overeenkomsten
(…)
2.4
Een overeenkomst komt alleen tot stand als CombiCoop een offerte aanvaardt door een schriftelijke opdracht.
2.5 (…)
Als de Opdrachtnemer zonder een schriftelijke opdracht van CombiCoop start met de werkzaamheden, doet zij dit voor eigen rekening en risico.
(…)

6.Prijs

6.1
De overeengekomen prijs is vast en bindend. De prijs kan dan ook nooit worden verhoogd als gevolg van wijzigingen in (…) aankoopprijzen (…) en andere door de Opdrachtnemer aan derden verschuldigde prestaties.(…)

7.Facturering en betaling

7.1 (…)
Facturen moeten voorzien zijn van ondertekende bevestigingsbonnen of afrekenstaten.
7.2 (…)
Betaling houdt geen acceptatie in (…).(…)
7.8
Als CombiCoop rente is verschuldigd aan Opdrachtnemer, is de door CombiCoop verschuldigde rente enkelvoudig en gelijk aan het Euro Interbank Offered Rate (Euribor) verhoogd met een opslag van 50 basispunten. Het gaat hierbij om het eenmaands percentage dat geldig is op de vervaldag van de factuur. Rente op rente wordt niet vergoed.
(…)

12.Beëindiging van de overeenkomst

(…)

12.2
CombiCoop mag, buiten de in de overeenkomst specifiek genoemde gevallen, de overeenkomst tussentijds buitengerechtelijk ontbinden tegen vergoeding van alle door de Opdrachtnemer reeds afgeleverde en door CombiCoop aanvaarde prestaties, vermeerderd met een redelijke vergoeding. Deze vergoeding bedraagt maximaal 10% van de resterende overeengekomen prijs, voor schade en kosten die de Opdrachtnemer lijdt als gevolg van het niet voltooien van de overeenkomst. Dit geldt altijd tot een maximum van de waarde van de opdrachtaanneemsom vermeerderd, respectievelijk verminderd met eventueel meer-of minderwerk. CombiCoop zal een dergelijke buitengerechtelijke ontbinding motiveren.
(…)

15.Afstand van recht

15.1
Een vertraging of nalatigheid om de strikte naleving van contractuele of buitencontractuele verplichtingen te vorderen of enig recht uit te oefenen heeft geen invloed op de mogelijkheid van CombiCoop om alsnog haar rechten uit te oefenen. (…)(…)

17.Aansprakelijkheid17.1 Buiten hetgeen in deze algemene inkoopvoorwaarden is vermeld, is CombiCoop niet gehouden tot enige vergoeding van schade, van welke aard dan ook, direct of indirect, waaronder bedrijfsschade (…). In ieder geval is CombiCoop niet aansprakelijk voor (gevolg)schade. Deze aansprakelijkheidsbeperking geldt voor contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.(…)”

3.6
CombiCoop heeft op 17 juli 2018, voor zover van belang, aan Stockhunter de volgende overeenkomst met Stockhunter bevestigd (hierna: de raamovereenkomst 2018, samen met de raamovereenkomst 2015 de raamovereenkomsten):
“Betreft : Overeenkomst afname handschoenen 5 jaar (looptijd 01-01-2019 t/m 31-12-2023)
(…)
Zoals overeengekomen d.d. 17-07-2018 is intentie uitgesproken dat CombiCoop gedurende 5 jaar de handschoenen zal afnemen bij [Stockhunter].
Onderstaand de afspraken zoals besproken:
1. Totale afname door CombiVliet en Agro Care.
2. (…)
3. Voorstel doorlooptijd van 5 jaar met een jaarlijkse evaluatie. Indien er onoverbrugbare conflicten ontstaan (kapotte materialen / geen levering of niet juiste betaling conform overeenkomst) dan kunnen we weer ontbinden.
4. We betalen voor de eerste 700 dozen €20,69, daarna gaan we €19,99 betalen.
5. (…)
6. (…)
7. Wij betalen minder dan Royal Pride of de Prominent.
8. Leverbetrouwbaarheid is hoog. De ijzeren voorraad voor CombiCoop betreft altijd 3500 dozen.”
(de bepalingen hiervoor onder 4. en 8. hierna respectievelijk: het prijsbeding 2018 en het ijzerenvoorraadbeding).
3.7
Tot aan eind 2019 hebben partijen doorgaans als volgt uitvoering gegeven aan deze raamovereenkomsten en de AIV. Aan het eind van elk kalenderjaar voerden partijen overleg over de verwachte behoefte van de exploitatievennootschappen aan wegwerphandschoenen voor het daarop volgende jaar. Daarnaast voerden partijen van tijd tot tijd overleg over de hoogte van de tussen hen geldende marktconforme prijs voor de handschoenen in de zin van het prijsbeding 2015. Na overeenstemming tussen partijen werd een eventueel nieuw vastgestelde prijs door CombiCoop ingevoerd in een centraal inkoopsysteem, waardoor het voor de exploitatievennootschappen zichtbaar werd en tot nader order gold. De exploitatievennootschappen konden bij Stockhunter een inkooporder indienen, waarna Stockhunter de betrokken order bij de door de betrokken exploitatievennootschap aangegeven vestiging(en) afleverde en daarvoor aan die exploitatievennootschap een factuur stuurde, die die exploitatievennootschap betaalde.
3.8
Medio 2019 is de tomatenteelt geconfronteerd met een voor tomaten schadelijk virus, het
Tomato Brown Fruit Rugose Virus(hierna: TBFR-virus), waardoor de behoefte aan wegwerphandschoenen in de tomatenteelt is toegenomen. Begin 2020 is de wereldwijde coronapandemie uitgebroken, waardoor de prijzen voor vinylhandschoenen sterk zijn gestegen. Partijen hebben in die periode frequent gecorrespondeerd en overleg gevoerd over hoe Stockhunter in die periode zou kunnen voldoen aan de vraag van de exploitatievennootschappen naar de wegwerphandschoenen.
3.9
Tussen partijen is daarna een geschil ontstaan over de afname van hoeveelheden vinylhandschoenen voor 2020 en 2021 en de daarvoor geldende prijs.
3.1
Stockhunter heeft CombiCoop bij brief van haar advocaat van 13 januari 2022 gesommeerd om de inkoop bij derden van wegwerphandschoenen bestemd voor CombiVliet en Agro Care te staken en gestaakt te houden.
3.11
De advocaat van CombiCoop antwoordde bij brief van 18 januari 2022 dat partijen hadden afgesproken dat CombiCoop voor de eerste 700 dozen € 20,69 zou betalen en daarna € 19,99 per doos, dat Stockhunter ook na aandringen had geweigerd om de dozen handschoenen voor deze overeengekomen prijs te leveren, of zelfs voor marktconforme prijzen, dat dit een tekortkoming had opgeleverd en dat het CombiCoop daarom vrijstond om de handschoenen elders in te kopen. Hij vervolgde:
“Hierbij ontbindt cliënte volledigheidshalve buitengerechtelijk en gedeeltelijk de tussen[Stockhunter en CombiCoop, hof]
gesloten overeenkomst d.d. 17 juli 2018.Deze brief dient derhalve te worden aangemerkt als zijnde een ontbindingsverklaring ex artikel 6:267 lid 1 BW.”
3.12
In april en mei 2023 hebben de exploitatievennootschappen ter uitvoering van het bestreden vonnis bij Stockhunter 3.680 dozen wegwerphandschoenen besteld en na levering betaald, gebaseerd op € 63,- per doos.
3.13
Op 29 augustus 2023 hebben de exploitatievennootschappen onder protest bij Stockhunter 10.949 verdere dozen handschoenen besteld en na levering € 198.724,35 inclusief btw betaald. [1] Stockhunter heeft daarop tegen CombiCoop een executiekortgeding ingeleid om het restantbedrag betaald te krijgen. Ter uitvoering van het daarop volgende kortgedingvonnis heeft CombiCoop nog eens € 99.999,98 inclusief btw betaald aan Stockhunter en het volgens Stockhunter resterende bedrag van € 535.917,92 inclusief btw in depot gesteld bij een notaris.

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
Stockhunter heeft CombiCoop gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank, samengevat:
a) CombiCoop veroordeelt tot afname van 18.129 dozen producten tegen € 63,00 per doos, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
b) CombiCoop veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 9.900,00, vermeerderd met wettelijke (handels)rente;
c) voor recht verklaart dat CombiCoop onrechtmatig jegens Stockhunter heeft gehandeld door de exclusiviteitsafspraken te schenden;
d) CombiCoop gebiedt die schending te staken, op straffe van een dwangsom.
4.2
Aan deze vorderingen heeft Stockhunter telkens het volgende ten grondslag gelegd:
a) CombiCoop moet verbintenissen nakomen die zij in het kader van de raamovereenkomsten is aangegaan om in 2020 13.000 dozen en in 2021 11.000 dozen handschoenen van Stockhunter af te nemen. Daarvan heeft CombiCoop er 9.371 afgenomen, zodat zij er nog 14.629 moet afnemen. Daarbovenop moet CombiCoop ook de zogenaamde “ijzeren voorraad” van 3.500 voor haar gereserveerde dozen afnemen, dus in totaal 18.129 dozen, alle tegen de afgesproken prijs van € 63,00 per doos.
b) CombiCoop moet de schade vergoeden die Stockhunter heeft geleden als gevolg van het feit dat CombiCoop deze afnameverplichting niet tijdig is nagekomen. Die schade bestaat eruit dat Stockhunter voor de opslag van de betrokken dozen negen maanden lang extra ruimte heeft moeten huren voor € 1.100,00 per maand.
c) De exploitatievennootschappen hebben de handschoenen ook bij derden afgenomen, waardoor CombiCoop is tekortgeschoten in de nakoming van de uit de raamovereenkomsten voortvloeiende verbintenis om die handschoenen tijdens de duur van die overeenkomsten uitsluitend van Stockhunter af te nemen.
d) Stockhunter vordert nakoming van dit exclusiviteitsbeding.
4.3
De rechtbank heeft de hiervoor weergegeven vordering onder a) toegewezen voor zover het betreft de afname van 14.629 dozen à € 63,- per doos, de overige vorderingen afgewezen en CombiCoop in de proceskosten veroordeeld. Zij oordeelde daartoe, samengevat, als volgt.
(a) [i] De raamovereenkomst en de ter uitvoering daarvan tot stand gekomen afnameafspraken rusten, anders dan CombiCoop aanvoert, op CombiCoop en niet op de exploitatievennootschappen.
[ii] Omdat CombiCoop ook anderszins dozen vinylhandschoenen per e-mail of telefonisch bij Stockhunter bestelde, staat het feit dat de betrokken afspraken hier niet door middel van schriftelijke inkooporders zijn verzonden er niet aan in de weg dat partijen afnameafspraken hebben gemaakt.
[iii] CombiCoop heeft met Stockhunter afgesproken dat zij voor 2020 13.000 dozen vinylhandschoenen zou afnemen, voor € 63,- per doos. Daarvan heeft zij 9.317 afgenomen, waardoor zij voor 2020 nog 3.629 van die dozen moet afnemen.
[iv] CombiCoop heeft met Stockhunter afgesproken dat zij voor 2021 11.000 dozen vinylhandschoenen zou afnemen voor dezelfde prijs. Zij moet dat gehele volume nog afnemen.
[v] Het ijzerenvoorraadbeding leidt niet tot een aanvullende afnameverplichting, rechtstreeks noch op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
[vi] Omdat de dozen nog niet zijn geleverd en gefactureerd, kan over de betrokken bedragen geen wettelijke handelsrente worden toegewezen.
(b) Tussen partijen is niet komen vast te staan dat Stockhunter extra opslagruimte heeft moeten huren als gevolg van het feit dat CombiCoop de omstreden dozen niet tijdig heeft afgenomen.
(c) Niet is komen vast te staan dat CombiCoop het exclusiviteitsbeding heeft geschonden: Stockhunter heeft namelijk niet gereageerd op de betwisting van CombiCoop dat haar bestellingen bij Avalanche, een zustervennootschap van Stockhunter, geen schending opleveren, en dat het exclusiviteitsbeding niet meer gold na het ontstaan van geschillen zoals dat tussen partijen.
(d) CombiCoop heeft de raamovereenkomst 2018 wat het daarin opgenomen exclusiviteitsbeding betreft ontbonden en partijen doen geen zaken meer met elkaar, waardoor Stockhunter geen belang meer heeft bij nakoming van die exclusiviteit.
(e) CombiCoop moet als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten betalen.

5.Vorderingen in hoger beroep

5.1
CombiCoop is van dit vonnis in hoger beroep gekomen en vordert dat het hof, samengevat, het bestreden vonnis vernietigt en:
I. de vorderingen van Stockhunter alsnog geheel afwijst;
Primair:onder de voorwaarde dat CombiCoop 3.680 dozen teruglevert aan Stockhunter:II. Stockhunter veroordeelt om aan CombiCoop het bedrag van € 231.840,- terug te betalen dat zij ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft betaald voor de afname van 3.680 dozen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2023;
onder de voorwaarde dat CombiCoop geen dozen teruglevert aan Stockhunter:III. Stockhunter veroordeelt om aan CombiCoop het bedrag van € 169.280,00 terug te betalen dat zij ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft betaald bovenop de marktprijs voor de afname van 3.680 dozen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2023;
IV. Stockhunter veroordeelt om aan CombiCoop het bedrag van € 100.000,- terug te betalen dat zij in oktober 2023 ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2023;
V. Stockhunter veroordeelt om aan CombiCoop de kosten te betalen die zij heeft moeten maken voor het stellen van zekerheid;
Subsidiair (vanwege het beroep op artikel 6:258 BW):
VI. bepaalt dat de tussen partijen gesloten overeenkomsten worden gewijzigd, in die zin dat CombiCoop na wijziging gehouden is voor een in goede justitie te bepalen aantal dozen (met een maximum van 14.629) € 39,- per doos te betalen;
In alle gevallen:VII. Stockhunter veroordeelt om het bedrag van € 15.443,52 terug te betalen dat zij uit hoofde van de bestreden proceskostenveroordeling heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2023;
met veroordeling in de kosten van beide instanties.
5.2
Kort gezegd hebben de bezwaren van CombiCoop betrekking op de oordelen van de rechtbank die hiervoor samengevat zijn weergegeven onder 4.3 sub (a) en (e). Daarnaast doet zij als betwisting dan wel verweer tegen de afnamevordering van Stockhunter een beroep op:
- de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid als het gaat om de prijs van € 63,- per doos;
- diverse bepalingen van de AIV;
- de niet-opeisbaarheid van de afnameverbintenissen;
- ontbinding van de afnameafspraken op grond van artikel 6:265 BW;
- ontbinding van de afnameafspraken op grond van artikel 12.2 AIV;
- dwaling wegens schending van een mededelingsplicht met betrekking tot de prijs per doos; en
- onvoorziene omstandigheden met betrekking tot de prijs per doos.
5.3
Stockhunter concludeert in principaal hoger beroep, met wijziging van eis, dat het hof, samengevat, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest:
I. de grieven van CombiCoop ongegrond verklaart en het bestreden vonnis bekrachtigt (naar het hof begrijpt: voor zover de vorderingen van Stockhunter zijn toegewezen);
II. bepaalt dat het bedrag van EUR 535.917,92 dat door Kragd Notarissen te Den Haag in depot wordt gehouden, aan Stockhunter toekomt en dat Kragd Notarissen dat bedrag binnen twee werkdagen na de datum van het arrest van het hof, al dan niet vermeerderd met (wettelijke) rente, volledig aan Stockhunter moet betalen, met veroordeling van CombiCoop in de kosten die Kragd Notarissen te Den Haag rekent voor het in depot houden van dat bedrag.
5.4
Stockhunter eist in incidenteel hoger beroep, met wijziging van eis, dat het hof, samengevat, bij uitvoerbaar te verklaren arrest, het bestreden vonnis deels vernietigt (naar het hof begrijpt: voor zover de vorderingen van Stockhunter zijn afgewezen), en:
I. CombiCoop veroordeelt tot afname van de ijzeren voorraad van 3.500 dozen Producten tegen € 63,- per doos, op straffe van een dwangsom;
II. CombiCoop veroordeelt tot betaling van de door Stockhunter geleden schade als gevolg van het niet (tijdig) afnemen van de dozen Producten ad € 64.073,76 exclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van de appeldagvaarding;
III. CombiCoop veroordeelt tot betaling van de maandelijkse kosten ter hoogte van € 533,87 exclusief btw per maand die Stockhunter maakt na de datum van het arrest in verband met de opslag van de ijzeren voorraad van 3.500 dozen Producten tot de dag der volledige afname;
IV. CombiCoop veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente, tot en met 9 januari 2023 begroot op € 24.089,07;
V. CombiCoop veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over € 585.899,94 inclusief btw vanaf 10 januari 2023;
VI. voor recht verklaart dat CombiCoop de tweede raamovereenkomst tussen partijen van 17 juli 2018 op 18 januari 2022 op oneigenlijke gronden heeft ontbonden en/of het exclusiviteitsbeding uit de tweede raamovereenkomst heeft geschonden en CombiCoop als gevolg daarvan aansprakelijk is voor de door Stockhunter geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat.

6.Beoordeling in hoger beroep

(a) De afnamevorderingen van Stockhunter
i. Algemeen
6.1
Stockhunter grondt de afnameplicht van CombiCoop op verbintenissen uit de volgende overeenkomsten:
- een afspraak uit april 2020 dat Stockhunter over de resterende duur van 2020 nog 13.000 dozen handschoenen zou inkopen voor CombiCoop en dat CombiCoop deze zou afnemen (hierna: de afnameafspraak 2020);
- een afspraak uit november 2020 dat Stockhunter over 2021 11.000 dozen handschoenen zou inkopen voor CombiCoop en dat CombiCoop deze zou afnemen (hierna: de afnameafspraak 2021); en
- voor wat het gestelde bijkomend aantal van 3.500 dozen handschoenen betreft, het ijzerenvoorraadbeding uit de raamovereenkomst 2018;
een ander met inachtneming van een verkoopprijs van € 63,-.
6.2
Volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv rusten de stelplicht en, bij voldoende betwisting, de bewijslast met betrekking tot feiten of omstandigheden waaruit het bestaan van deze afnameverbintenissen kan worden afgeleid op Stockhunter, die zich op de rechtsgevolgen daarvan beroept.
6.3
Tussen partijen is niet in geschil dat zij de raamovereenkomsten hebben gesloten en dat zij daarin de voorwaarden hebben vastgelegd waaronder de exploitatievennootschappen handschoenen konden bestellen en geleverd krijgen van Stockhunter. Tussen partijen is evenmin in geschil dat zij in de raamovereenkomst 2015 de AIV van toepassing hebben verklaard en dat de raamovereenkomst 2018 voortbouwt op de raamovereenkomst 2015. CombiCoop betwist echter het bestaan van de door Stockhunter ingeroepen afnameverbintenissen en dat deze opeisbaar zijn.
6.4
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan (artikel 6:217 lid 1 BW). Beide kunnen in iedere vorm geschieden en in een of meer gedragingen besloten liggen (artikel 3:37 lid 1 BW). Voor de vragen of (i) een overeenkomst tot stand is gekomen, (ii) tussen wie en (iii) met welke inhoud, is beslissend welke betekenis de betrokken partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en van wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Relevante gezichtspunten daarbij zijn onder andere de taalkundig meest voor de hand liggende betekenis van uitgewisselde geschriften, de hoedanigheid van partijen, de aard van de overeenkomst, de omvang daarvan, de manier waarop zij tot stand is gekomen, de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen van de ene of de andere uitleg en de wijze waarop partijen er uitvoering aan hebben gegeven.
6.5
Het hof stelt hier ten algemene vast dat partijen commerciële ondernemingen zijn en dat niet is gesteld of gebleken dat een van hen zich bij het aangaan van de raamovereenkomsten of de gestelde afspraken 2020 en 2021 heeft laten bijstaan door een jurist. Daarnaast geldt dat beide raamovereenkomsten uiterst summier zijn weergegeven in één alinea met een opsomming van punten, terwijl de door Stockhunter gestelde afspraken 2020 en 2021 volgens haar zijn vervat in gesprekken en/of e-mailberichten. Het komt bij de beoordeling van de in de vorige alinea bedoelde vragen daarom vooral aan op de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis die een niet-juridisch geschoolde ondernemer zou geven aan de betrokken stukken, gelezen in het licht van de economische context tussen partijen.
6.6
Voor een aantal beslispunten in deze zaak is van belang of de AIV nog steeds van toepassing zijn onder het regime van de raamovereenkomst 2018. CombiCoop beroept zich op een aantal punten op die AIV, maar Stockhunter betwist dat deze van toepassing zijn, omdat deze niet uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard in die raamovereenkomst 2018 en ook niet opnieuw aan haar ter hand zijn gesteld. Het hof volgt Stockhunter niet in deze betwisting, omdat, zoals geoordeeld, tussen partijen vaststaat dat de raamovereenkomst 2018 voortbouwt op de raamovereenkomst 2015. Stockhunter heeft in punt 9 van haar inleidende dagvaarding toegelicht dat de raamovereenkomst 2018 een verlenging is van de raamovereenkomst 2015, en CombiCoop heeft een mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 4 april 2018 in het geding heeft gebracht waarin deze met het oog op de nog te sluiten raamovereenkomst 2018 voorstelt: “Continuering van het lopende contract” en “Voorstel doorlooptijd te continueren naar 5 jaar met de daarbij behorende gemaakte afspraken”. Ook zonder dat de AIV in die tweede raamovereenkomst uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard ligt daarin besloten dat partijen de toepasbaarheid van de AIV hebben voortgezet, en CombiCoop heeft onweersproken aangevoerd dat zij die AIV bij het aangaan van de Raamovereenkomst 2015 correct aan Stockhunter ter hand heeft gesteld en dat Stockhunter de AIV per bladzijde heeft ondertekend.
ii. Kunnen de gestelde afspraken hebben geleid tot een afnameplicht voor CombiCoop? (Grief I CombiCoop)
6.7
CombiCoop betwist dat enige afspraak over volumes 2020 en 2021 voor háár kan hebben geleid tot een afnameverbintenis. Volgens haar zouden deze gestelde afspraken, indien zij bestaan, moeten worden uitgelegd in de context van de raamovereenkomsten, en partijen hebben aan deze raamovereenkomsten steeds aldus uitvoering gegeven dat niet CombiCoop zelf de handschoenen van CombiCoop afnam, maar de exploitatievennootschappen. Dat gebeurde door middel van afzonderlijke koop- en verkoopovereenkomsten die werden beheerst door artikel 2.4 AIV en daarom alleen tot stand konden komen als een exploitatievennootschap bij Stockhunter een schriftelijke inkooporder plaatste, hetgeen die exploitatievennootschappen steeds op eigen naam deden, en die order door Stockhunter werd aanvaard. Dan pas ontstond voor Stockhunter en die exploitatievennootschap de verbintenis om de handschoenen te leveren respectievelijk af te nemen. Ook dan pas ontstond voor Stockhunter het recht om, in overeenstemming met artikel 7.1 AIV, aan die exploitatievennootschap een factuur te sturen, met vermelding van het ordernummer. Uit verschillende e-mailberichten blijkt ook dat CombiCoop Stockhunter er meermaals aan heeft herinnerd dat zij pas een factuur kon opsturen na ontvangst van een inkooporder. Stockhunter stuurde haar facturen ook steeds aan de betrokken exploitatievennootschap, en niet aan CombiCoop. Bij die nadere koop- en verkoopovereenkomsten was CombiCoop daarom geen partij, behalve als het gaat om de gevallen waarin zij zelf handschoenen bestelde en betaalde ten behoeve van twee Franse teeltlocaties van Agro Care en CombiVliet. Stockhunter was van een en ander goed op de hoogte en kan dus niet hebben gedacht dat enige verplichting tot afname en betaling rechtstreeks op CombiCoop zou rusten, behalve in de gevallen waar CombiCoop zelf inkocht.
6.8
Het hof volgt CombiCoop om de volgende redenen niet in deze standpunten.
6.9
Het hof gaat voorbij aan de opmerkingen van CombiCoop met betrekking tot een betalingsplicht, omdat Stockhunter niet betaling van dozen handschoenen heeft gevorderd, maar afname daarvan tegen een bepaalde prijs.
6.1
Wat die afnameplicht betreft geldt dat partijen het erover eens zijn dat de gestelde afnameafspraken 2020 en 2021, indien zij bestaan, onderdeel vormen van de contractuele verhouding die al tussen partijen bestond op grond van de twee opeenvolgende raamovereenkomsten. Het ijzerenvoorraadbeding maakt deel uit van de raamovereenkomst 2018.
6.11
Stockhunter stelt dat deze raamovereenkomsten zelf als overkoepelende koop- en verkoopovereenkomsten moeten worden aangemerkt, met CombiCoop als koper, waarbij het in de praktijk de exploitatievennootschappen waren die ter uitvoering van die overeenkomsten de dozen handschoenen afnamen en betaalden. CombiCoop betwist dat: volgens haar gaat het bij de betrokken raamovereenkomsten slechts om door haar ten behoeve van de exploitatievennootschappen gesloten overeenkomsten waarin is geregeld onder welke voorwaarden deze exploitatievennootschappen als kopers afzonderlijke koop- en verkoopovereenkomsten konden sluiten met Stockhunter, en hield het exclusiviteitsbeding niet meer in dan dat zij ervoor moest zorgdragen dat alle exploitatievennootschappen hun handschoenen bij Stockhunter inkochten. [2]
6.12
Het hof geeft Stockhunter gelijk. CombiCoop erkent dat zij een partij is bij de raamovereenkomsten en daaraan is gebonden, [3] en beide raamovereenkomsten bevatten een aanhef waarin staat dat (partijen de intentie hebben uitgesproken dat) CombiCoop gedurende drie respectievelijk vijf jaar “de handschoenen zal afnemen bij Stockhunter”, hetgeen taalkundig wijst op (raam)koopovereenkomsten met CombiCoop zèlf als koper.
6.13
Dat wordt niet anders doordat partijen steeds aldus aan die raamovereenkomsten uitvoering hebben gegeven, dat de exploitatievennootschappen op eigen naam inkooporders plaatsten bij Stockhunter en vervolgens de bestelde handschoenen afnamen en aan Stockhunter betaalden (behalve als het gaat om de bestellingen van CombiCoop ten behoeve van twee Franse teeltlocaties): op grond van artikel 6:30 lid 1 BW kan een verbintenis namelijk door een derde worden nagekomen, en CombiCoop heeft niet gesteld en onderbouwd dat de inhoud of strekking van de raamovereenkomsten zich in dit geval verzetten tegen nakoming van de daaruit voor CombiCoop voortvloeiende afname- en betalingsverbintenissen door de exploitatievennootschappen.
6.14
Dat CombiCoop zich, zoals zij betoogt, steeds heeft gepresenteerd als inkooporganisatie ten behoeve van de exploitatievennootschappen, leidt evenmin tot een ander oordeel, aangezien een inkooporganisatie zeer wel op eigen naam en voor eigen rekening kan inkopen teneinde te voorzien in de behoeften van de bij haar betrokken derden.
6.15
Het betoog van CombiCoop dat slechts sprake kan zijn van een afname- respectievelijk betalingsverbintenissen op het niveau van de exploitatievennootschappen stuit af op het voorgaande. Het betoog van CombiCoop dat die verbintenissen op grond van de AIV pas kunnen ontstaan (i) na het aanvaarden van een offerte door een schriftelijke inkooporder (artikel 2.4 AIV) en (ii) na facturering op grond van die order (artikel 7.1 AIV), faalt eveneens. In de opzet van de raamovereenkomsten ligt namelijk besloten dat partijen, voor zover nodig in afwijking van de AIV, al overkoepelende, rechtstreekse (raam)koop- en verkoopovereenkomsten met elkaar hebben gesloten, en dat het plaatsen en aanvaarden van inkooporders en het vervolgens factureren in dit geval slechts modaliteiten vormden voor de nakoming daarvan door de exploitatievennootschappen namens CombiCoop.
iii. Hebben partijen een minimumafname afgesproken voor 2020? (Deel van Grieven II en V CombiCoop)
6.16
Stockhunter verwijst voor de afnameafspraak 2020 naar een e-mailbericht van 23 april 2020 van [bestuurder Stockhunter] aan de inkoper bij CombiCoop [inkoper CombiCoop] met een berekening van de behoefte in de maanden mei tot en met december 2020 van 13.000 dozen, en het antwoord daarop van [inkoper CombiCoop] van 29 april 2020: “[H]ou de 13.000 maar aan tot aan het einde van het jaar, we moeten niet te krap zitten”.
6.17
CombiCoop betwist dat uit deze e-mailwisseling de door Stockhunter gestelde afnameverplichting voortvloeit. De door [bestuurder Stockhunter] in zijn bericht van 23 april 2020 gebruikte bewoording “reservering” en het antwoord “houd maar aan” duiden volgens haar op een prognose zonder afnameplicht, mede gelet op de wijze waarop partijen tot op dat moment aan het einde van elk kalenderjaar overleg hadden gevoerd over verwachte af te nemen hoeveelheden voor het volgende kalenderjaar.
6.18
Het hof volgt CombiCoop om de volgende redenen niet in deze betwisting.
De relevante omstandigheden en de mededelingen van partijen over en weer
6.19
Met CombiCoop is het hof van oordeel dat de overgelegde stukken over de periode voorafgaand aan begin 2020 erop duiden dat partijen toen elk jaar overleg voerden in termen van verwachte aantallen af te nemen dozen handschoenen, zonder afnameverplichting van CombiCoop voor die aantallen maar, vanaf 2018, met inachtneming van het exclusiviteitsbeding: partijen spreken in de raamovereenkomst 2015 over “3500 dozen begroot 2016” en [bestuurder Stockhunter] vermeldt in een e-mailbericht van 24 november 2018 aan [inkoper CombiCoop] dat hij het tijdens een bespreking in de week daarop graag wil hebben over onder andere “Handschoenen vinyl, planning groei 2019 en in de toekomst”. [4]
6.2
Vast staat dat vervolgens eind 2019/begin 2020 de wereldwijde coronapandemie is uitgebroken, waardoor de vraag naar wegwerphandschoenen explosief is gestegen en de productie van die handschoenen in China deels is uitgevallen, met gevolgen voor prijs en beschikbaarheid.
6.21
Na die uitbraak heeft, voor zover van belang, de volgende correspondentie plaatsgevonden tussen enerzijds [bestuurder Stockhunter] en zijn dochter en collega [A] (hierna: [A] ) en anderzijds [inkoper CombiCoop] :
- Op
3 februari 2020heeft [bestuurder Stockhunter] [inkoper CombiCoop] gewaarschuwd dat:

Het gaat aankomende maanden echt stormen met het risico dat alles veel duurder gaat worden of tijdelijk niet geleverd kan worden”,
gevolgd door een beschrijving van de ontwikkelingen in China en het advies:

Mijn dringende advies is dan ook, vertraag niets, beslis liever vandaag dan morgen wat je wilt na week 31 (geeft nog steeds geen garantie) maar dan is er een kans dat je voor 2020 niet zonder komt te zitten.” [5] - Op
13 februari 2020heeft [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] geschreven dat hij was gebeld door zijn handschoenenfabrikant met de mededeling dat de prijzen sterk zouden stijgen, maar dat Stockhunter, gelukkig nog voldoende voorraad had om CombiCoop nog maanden te kunnen beleveren. [6] In een bericht van later op die dag heeft hij daaraan toegevoegd dat Stockhunter nog extra dozen heeft kunnen kopen voor een inkoopprijs voor CombiCoop van € 32,- per doos, en dat de prijs bij afname van een container op dat moment € 40,- per doos was. [7] - Op
2 april 2020heeft [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] geschreven dat hij van de Chinese fabrikant had gehoord dat de prijzen verder zouden stijgen. [8] Hij vervolgde:

Dit brengt de inkoopprijs buiten alle andere kosten op ver boven de 20 euro. Voor jullie speelt dit voor het grootste gedeelte van het jaar nog niet maar ik wil je er vast op voorbereiden dat als de corona te lang gaat duren en mijn vinyl voorraad uitgeput raakt er een behoorlijke tijdelijke prijsverhoging aan zit te komen.”[inkoper CombiCoop] reageerde dezelfde dag met:

Gekkehuis! Ik heb nooit voor kunnen stellen dat we de zogenoemde “ijzeren” voorraad zo hard nodig zouden hebben, en dat het zo goed van pas zou komen qua prijs. (…) [9] - Op
10 april 2020heeft Stockhunter van haar Chinese leverancier een e-mailbericht ontvangen met als onderwerp “
price adjustment notice” en met een uitleg waarom de prijzen van vinylhandschoenen elke dag worden aangepast en de komende tijd nog sterk zullen stijgen. [bestuurder Stockhunter] heeft dat bericht dezelfde dag aan [inkoper CombiCoop] doorgestuurd, met als toelichting:
“[H]
et gaat er even om dat je weet wat er speelt. Voorlopig blijven de handschoenen die ik[in, hof]
voorraad heb gewoon in prijs gelijk. (…)
CombiCoop heeft dezelfde dag gereageerd met een voorstel voor overleg. [10] - Op
15 april 2020heeft Stockhunter van haar Chinese leverancier een verder bericht van prijsverhoging voor vinylhandschoenen ontvangen. [11] [bestuurder Stockhunter] heeft dat bericht dezelfde dag met onder andere de volgende toelichting aan [inkoper CombiCoop] doorgestuurd:
“[H]
et ging van 3 dollar naar 5 dollar naar 8 dollar en nu naar 13 dollar extra en het eind is nog niet in zicht. (…) De fabrikant zou nog 2 containers voor jullie kunnen maken (…). De keus die er gemaakt moet worden is doen we dit wel of doen we dit niet en nemen we het risico dat we het uit zingen met de huidige en aankomende voorraad (in juni 5 containers als ze ook daadwerkelijk uit geleverd worden). Of Niet. Ik denk dat het al snel richting de 35 euro gaat per doos voor deze 2 containers.” [12] - Op
22 april 2020heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende geschreven aan [inkoper CombiCoop] :

Vinyl (…), met de containers die onderweg zijn (…) zouden we het kunnen redden tot maximaal december bij een afname gelijk aan 2019. Gezien de eerste 3 maanden (…) gaan jullie daar al 2000 dozen overheen (…). Als dit afname patroon aanhoud kan je bijna met zekerheid zeggen dat december niet gehaald gaat worden.Er zijn twee opties,
  • Afname patroon eerste 3 maanden 2020 blijft gelijk dan ontstaat er zeker een tekort en december wordt niet gehaald is dit het geval dan moet er per direct actie worden ondernomen (…). De kostprijs bij afname 5 container (…) is circa 29 / 30 euro (…). Dit houdt in dat (…) als je voor deze optie kist je circa 10 euro (…) meer moet betalen dan datje gewend bent.
  • Optie 2 je kiest ervoor / neemt het risico om niets te orderen en af te wachten of de markt in de loop van het jaar weer iets gaat normaliseren, de verwachting is dat als dit gebeurt de prijs niet direct weer op het oude niveau komt en een ander risico is dat de prijzen (…) schrikbarend omhoog gaan. Daarnaast ook al kies je voor optie 1 zal je ten aller tijden in augustus / september een bestelling moeten plaatsen om na december gewoon door te kunnen gaan. De kale kostprijs die nu bij onze fabriek op circa 29 / 30 ligt kan dan zo maar 10 of 15 dollar hoger zijn als dat hij nu is. Per dag vliegen de prijzen omhoog en je ziet nu al dat andere fabrikanten op dit moment al prijzen tussen de 36 en 40 dollar vragen.
Bovenstaande prijs staat 2 dagen vast waarvan vandaag al voorbij is (…). Waar wel even om gedacht moet worden is dat de Chinese overheid vandaag weer nieuwe eisen heeft gesteld aan de verpakking (…). Mijn idee is bestel wat je bestellen kan want de Chinese overheid is onvoorspelbaar, het kan zo maar zijn dat ze volgende week zeggen (…) er gaat geen container de deur uit.
Jullie zullen de inschatting moeten maken of je het risico wilt nemen dat de handschoenen niet meer geleverd worden. De consequentie is dat je circa 6 euro meer zou moeten betalen voor de aankomende 6 containers (…) en 5 nieuwe containers om de voorraad zeker te stellen tot de eerste maanden van 2021 met een minimale tijdelijk bijbetaling van circa 10 euro per doos (…).Graag zo spoedig mogelijk een reactie want het is echt 5 voor 12. [13] - Later op die dag heeft [inkoper CombiCoop] in een bericht dat ook over andere onderwerpen ging gereageerd met:

Mbt vinyl handschoenen:Ik heb gerekend dat ik tot 31 december nog ca 11.000 dozen nodig heb.
Als ik kijk in jou overzicht denk ik dat we even en maand moeten wachten hoe zie jij dit? [14] - Nog later op 22 april 2020 heeft [inkoper CombiCoop] daar het volgende aan toegevoegd, gevolgd door een door Stockhunter in te vullen prijsstaffel met drie volumetredes:

Graag maak ik afspraken hoeveel dozen we voor welke prijs kunnen ontvangen. Op deze manier houden we het voor beide partijen helder en weten we beide waar we aan toe zijn”. [15] - Op
23 april 2020heeft [bestuurder Stockhunter] die staffel als volgt ingevuld teruggestuurd aan [inkoper CombiCoop] :

3600 dozen voor huidige prijs € 194920 dozen voor € 19 bij verkoop van de lab coats voor circa 100 euro met een verdeling € 39.360 ¾ voor combi en ¼ voor Stockhunter dit houdt om dat 8520 dozen vanaf nu geleverd kunnen worden voor € 192480 dozen voor € 34,80 is 20% op de kostprijs, dit is volgens jullie eigen opgave van circa 11.000 dozen tot einde jaar.deze prijs blijft gehanteerd in 2021 tot dat de prijs weer genormaliseerd is.” [16] - Later die dag heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende aan [inkoper CombiCoop] geschreven:
“[H]
ier even een update tot aan vandaag met nog een week te gaan in april.- Totaal tot aan vandaag is besteld 4834 dozen (…).- Dit is een gemiddeld aantal van 1611 dozen per maand vinyl wit gepoederd (…)(…)- Dit houdt in dat er tot aan december bij gelijk verbruik zonder enige groei er minimaal12.950 dozen nodig zijn.(…)- Als ik de 8520 dozen van de mail hieronder deel door 1611 (…) zou dat inhouden dat vanaf 1 oktober (…) een hogere prijs in zal gaan.Een hogere prijs zal alleen ingaan als de prijzen het niveau hebben van nu, normaliseert alles dangaat de prijs omlaag, gaan de prijzen in Azië meer omhoog dan zal de prijs mee omhoog gaan. Voor hetzelfde geld komt er helemaal geen prijs verhoging omdat de rust weer terug gekeerd is maar het kan ook zo zijn zie mail Jing dat de prijzen nog meer gaan stijgen.Jullie gaven aan dat de verwachting is dat jullie tot aan het eind van het jaar nog 11.000 dozen nodighebben, bij gelijk verbruik (…) zou dit niet lukken en zou dat met minimaal 2000 dozen bijgesteld moeten worden naar circa 13.000 dozen. Om op zeker te spelen reserveer (in dezelfde totalen van maten als in het schema) ik in ieder geval 13.000 dozen (…) voor jullie, dit houdt in dat er of nu al een beslissing genomen moet worden maar zeker in augustus / september om de eerste helft van 2021 in te plannen. Ons beider dilemma is bestellen we nu met een hogere maar nog acceptabele prijs of wachten we tot bijvoorbeeld augustus met het risico dat de Chinese overheid besluit helemaal geen containers meer te laten exporteren of dat de prijzen nog meer gaan stijgen.Kopen we nu 5 extra containers dan weten we zeker (als er gewoon geleverd word) wat de prijs isna 1 oktober, we genoeg handschoenen hebben tot ergens in 2021 maar als de prijs gaat dalen we het risico lopen dat we wellicht tijdelijk een hogere prijs betalen totdat de containers op zijn. Beslissen we later, zeg augustus dan is het risico dat we een nog hogere prijs moeten betalen en de kans bestaat dat de Chinese overheid roet in het eten gaat gooien wat weer inhoudt dat jullie maar ook alle andere klanten tijdelijk geen handschoenen hebben. Zoals gezegd een duivels dilemma, Geld tegen Risico of om zonder komen te zitten.(…)[Schema met afname van handschoenen in januari tot en met april 2020, onderverdeeld naar maand en naar maten S, M, L en XL, hof]” [17] - Hierop heeft [inkoper CombiCoop] op
29 april 2020gereageerd met een opmerking over een rekenfout van [bestuurder Stockhunter] bij de berekening van de afname per maand, gevolgd door de reeds aangehaalde volzin:

Maar hou de 13.000 maar aan tot einde jaar, we moeten niet te krap zitten”. [18] - Op
30 april 2020heeft [A] aan [inkoper CombiCoop] een Excelbestand gestuurd met daarin:
(i) een berekening van de gemiddelde prijs per doos handschoenen, gebaseerd op € 90,- voor 2.780 dozen “Container Joey” en € 19,- per doos voor 1.670 dozen “2 maanden vanuit stock”, uitkomend op € 63,35 gemiddeld per doos; en
(ii) een berekening van het aantal maanden dat nog met de bestaande voorraad kon worden overbrugd, uitgaande van het verbruik 2019 per maand, onderverdeeld naar maat. [19] - Later op die dag heeft [inkoper CombiCoop] het volgende geschreven aan [bestuurder Stockhunter] :

Hierbij akkoord op de leveringen handschoenen:1670 dozen a €191400 dozen a €63 (hier komen we morgen op terug)2870 dozen a €901. We gaan de handschoenen nog niet direct afnemen2. We gaan netjes bijhouden hoeveel handschoenen er voor welke prijs de deur uitgaan. Vanaf nu.3. Wij krijgen inzicht in de inkoopfactuur van €90 p/doos.4. Mogelijk scenario waar we overeenkomst tot hebben:Stel dat over 3 weken de container van […] gaat varen. En jij komt eruit dat je deze voor een lagere inkoopprijs kan inkopen. Dan kunnen we in de tussentijd afspreken dat jij handschoenen van de partij van €90 gaat verkopen op internet voor bijvoorbeeld €150. Hierdoor kan jij stock verkopen voor een hogere prijs. Als de container dan binnenkomt voor een lagere prijs kunnen wij weer gaan kopen voor een lagere prijs.” [20] - Op
2 mei 2020heeft [inkoper CombiCoop] aan [bestuurder Stockhunter] per Whatsapp een foto gestuurd van twee prijsberekeningen voor de afname van in totaal 3.400 dozen. Later op die dag heeft [inkoper CombiCoop] aan [bestuurder Stockhunter] een foto gestuurd met drie verschillende prijsberekeningen voor een totaalvolume van 6.000 dozen. [21] - Op
3 mei 2020heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende geschreven aan [inkoper CombiCoop] :
“[Verwijzing naar overleg tussen partijen en met de leverancier van Stockhunter en naar de verschillende door [inkoper CombiCoop] op 2 mei 2020 gestuurde opties, gevolgd door de mededeling dat leveringen vanuit China weer moeilijker worden, hof]
Alles in overweging gekomen hebbende komen wij tot de volgende conclusie,• De eerst 1480 dozen (is 1670 min de al 190 bestelde dozen) kunnen (…) afgenomen (…) worden voor € 19• We hopen dat de 50 dollar container/ containers ( € 52,57 ) (…) in juni binnen komen en kunnen dan alle overige dozen aan jullie leveren voor de hieronder besproken € 63 tot dat de containers op zijn. Komen in de tussentijd […] containers binnen dan gaan we kijken wat de kostprijs op dat moment is en valt die lager uit dan betalen jullie uiteraard dat lagere bedrag tot alles weer genormaliseerd is. Mochten die niet binnen of veel later in het jaar binnen komen en we moeten gaan putten uit de € 90 euro container dan zal het bedrag omhoog gaan en weer totdat alles genormaliseerd is. (…)• De € 90 euro container nemen wij volledig voor onze eigen rekening en proberen die voor minimaal hetzelfde bedrag door te verkopen. Dit geeft ons als alles lukt meer financiële armslag maar ook voorraad.• Mochten de container/ containers waar we het gisteren over hadden doorgaan zou dat inhouden dat we die ergens half / eind juni binnen krijgen voor omgerekend € 52,57 (kostprijs ) € 63 verkoopprijs per doos. Hier ligt dan voor ons het grootste risico[uitleg over dat risico, hof]
. Een te groot risico dus.• (…)Ik denk dat het niet veel zin heeft om weer nieuwe ideeën uit te gaan werken of naar andere opties (…) te gaan kijken. Wij hebben besloten op bovenstaande manier van start te gaan, wat op dit moment inhoudt dat dit de beste en goedkoopste opties en de meeste zekerheid biedt voor onze klant waarbij het risico volledig bij ons ligt.Graag verneem ik vandaag of jullie je hierin kunnen vinden dan ga ik alles in gereedheid brengen. Lukt dit niet dan hebben wij zelf de beslissing genomen ( om geen vertragingen meer te hebben ) om op bovenstaande wijze te gaan starten. (…) [22] Later op die dag vraagt [inkoper CombiCoop] per Whatsapp aan [bestuurder Stockhunter] of hij nog iets heeft gehoord uit China, waarop [bestuurder Stockhunter] antwoordt met:

We zijn eruit ik heb je al een mail gestuurd hoe we het gaan doen. Kijk er even naar dit is de beste oplossing voor iedereen. Risico ligt bij ons. Ik ga het zo doorgeven aan china [23] - Op
8 mei 2020hebben de exploitatievennootschappen bij Stockhunter orders geplaatst voor 1.480 dozen handschoenen voor € 19,-. [24] - Op
23 juni 2020heeft [inkoper CombiCoop] aan [bestuurder Stockhunter] gevraagd:

Wat wordt nu de prijs voor een doos vinyl handschoenen”, [25] en [bestuurder Stockhunter] heeft die vraag op dezelfde dag beantwoord met:

€ 63 per doos totdat de prijzen weer gaan zakken. Maar voorlopig ziet het er niet naar uit”,
gevolgd door uitleg.
- In een interne mail van
26 augustus 2020antwoordt [inkoper CombiCoop] met “
€63 is akkoord” op de vraag van een collega of zij de prijzen in het inkoopsysteem van CombiCoop kan aanpassen naar aanleiding van een verzoek van [bestuurder Stockhunter] aan een inkoper van Agro Care om de inkoopprijs van een order van een dag eerder bij te stellen van € 19,- naar € 63,- per doos. [26]
Afnameverplichting
6.22
Deze correspondentie kan wat de gestelde afnameverplichting betreft als volgt worden beoordeeld.
- Na de uitbraak van de coronapandemie en de daarop volgende schaarste van handschoenen uit China heeft [bestuurder Stockhunter] [inkoper CombiCoop] in ieder geval op
3 februari, 13 februari, 2 april en 10 april 2020nauwkeurig geïnformeerd over opeenvolgende stijgingen van de inkoopprijzen voor handschoenen. Die berichten bevatten alle een verduidelijking die erop neerkwam dat Stockhunter nog voldoende voorraad had om CombiCoop nog voor een bepaalde tijd tegen de bestaande prijs te kunnen beleveren, maar de berichten van 3 februari en 2 april 2020 bevatten ook de waarschuwing dat indien die voorraden voor het einde van de pandemie zouden zijn uitgeput, de prijzen misschien veel hoger zouden zijn komen te liggen of de handschoenen misschien in het geheel niet meer verkrijgbaar zouden zijn. Uit het eerste mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 23 april 2020 blijkt dat de bestaande verkoopprijs aan CombiCoop destijds op grond van eerdere aankopen door Stockhunter € 19 per doos bedroeg.
- Op
15, 22 en 23 (tweede bericht van die dag) april 2020heeft [bestuurder Stockhunter] vervolgens, na een aankondiging van een verdere inkoopprijsverhoging in het eerste van deze berichten, drie keer uitvoerig aan [inkoper CombiCoop] beschreven dat de opeenvolgende prijsstijgingen en het risico van uitputting van de voorraad voor het einde van de pandemie tot de volgende keuze noopten (hierna: de keuze om nu of later te bestellen):
(i) op dat moment voor een hogere maar alsdan bekende prijs bijbestellen, met als voordeel voorraad- en prijszekerheid; of
(ii) interen op de voorraad, met:
[a] in het gunstige geval dat de pandemie eerder zou zijn afgelopen dan dat die voorraad zou opraken, de kans dat de inkoopprijzen weer zouden zijn gedaald;
[b] in het ongunstige geval dat de voorraad eerder zou opraken, het risico dat tegen die tijd de inkoopprijzen nog verder zouden zijn gestegen of dat er in het geheel geen handschoenen meer beschikbaar zouden zijn.
In zijn berichten van 3 februari en 22 april 2020 heeft [bestuurder Stockhunter] deze keuze uitdrukkelijk bij CombiCoop gelegd (“
beslis liever vandaag dan morgen wat je wilt na week 31” en “
Jullie zullen de inschatting moeten maken”).
- In het laatste van deze drie berichten, het tweede van 23 april 2020, heeft [bestuurder Stockhunter] vervolgens:
(i) [inkoper CombiCoop] geadviseerd om diens prognose van 22 april 2020 van 11.000 dozen voor de resterende handschoenbehoefte voor 2020 bij te stellen naar 13.000 dozen; en
(ii) het volgende toegevoegd aan zijn drievoudige beschrijving van de keuze om nu of later te bestellen:

Om op zeker te spelen reserveer (…) ik in ieder geval 13.000 dozen (…) voor jullie, dit houdt in dat er of nu al een beslissing genomen moet worden maar zeker in augustus / september om de eerste helft van 2021 in te plannen
.- Hoewel [bestuurder Stockhunter] in dit laatste bericht het werkwoord “reserveren” heeft gebruikt, was uit de algehele context van de hiervoor bedoelde berichten en de volzin “Jullie zullen de inschatting moeten maken” en het verzoek “zo spoedig mogelijk een reactie” in het bericht van 22 april 2020 duidelijk dat hij met de “beslissing” die “nu al genomen moet worden” een beslissing bedoelde van CombiCoop, en niet van Stockhunter. [bestuurder Stockhunter] heeft in deze berichten ook steeds kansen en risico’s beschreven die CombiCoop aangingen, waaronder het uitgeput raken van de voorraad handschoenen op een moment waarop de prijzen nog verder zouden zijn gestegen of dat er überhaupt geen handschoenen meer zouden kunnen worden ingekocht. Dat [bestuurder Stockhunter] het in zijn tweede bericht van 23 april 2020 ook heeft over “Ons beider dilemma” legt in het licht van het voorgaande onvoldoende gewicht in de schaal om tot een andere uitleg te leiden.
- CombiCoop heeft niet toegelicht waarom het dan voor Stockhunter voor de hand zou hebben gelegen om in april 2020 zonder afnametoezegging van CombiCoop 13.000 dozen in te kopen voor een betrekkelijk hoge prijs, met als risico dat de prijzen daarna weer zouden gaan dalen en zij die dozen niet meer voor die hogere prijs aan CombiCoop zou kunnen verkopen. Of, anders gezegd, waarom CombiCoop in een spel zonder nieten alleen de voordelen zou kunnen genieten van de reservering, maar de eventuele nadelen daarvan bij een tegenvallende markt op Stockhunter zou kunnen afwentelen door niet af te nemen.
- Het tweede bericht van [bestuurder Stockhunter] van 23 april 2020 moet daarom worden opgevat als een aanbod van Stockhunter aan CombiCoop dat Stockhunter op dat moment 13.000 dozen handschonen zou inkopen tegen de alsdan geldende inkoopprijs en die dozen ongeacht latere prijsontwikkelingen voor een vaste, op die inkoopprijs gebaseerde verkoopprijs beschikbaar zou houden voor de exploitatievennootschappen, met de verplichting voor CombiCoop om die 13.000 dozen ook voor die verkoopprijs te laten afnemen door de exploitatievennootschappen.
- Uit de woorden “
we moeten niet te krap zitten” in het antwoord van [inkoper CombiCoop] van
29 april 2020blijkt dat hij de betrokken, door CombiCoop te maken keuze om nu of later heeft begrepen, waardoor de woorden “
hou de 13.000 maar aan tot einde jaar” in dat antwoord moeten worden opgevat als een aanvaarding van dat aanbod.
6.23
Hieruit volgt dat partijen voor het resterende deel van 2020 hebben afgesproken dat CombiCoop minimaal 13.000 dozen zou afnemen van Stockhunter.
6.24
Aan deze slotsom wordt niet afgedaan door de inhoud van de daarop volgende berichten tussen partijen. Deze hebben geen van alle betrekking op minimum af te nemen aantallen, maar betreffen de daarvoor te betalen prijs.
6.24.1
Het
Excelbestand van [A] van 30 april 2020bevat weliswaar afwijkende aantallen dozen, maar uit dat bestand wordt meteen duidelijk dat die aantallen niet bedoeld zijn om andere aantallen af te nemen dozen af te spreken, maar om een gemiddelde prijs per doos te berekenen, uitgaande van de prijzen van dozen uit voorraad en uit een “Container Joey”, en om het aantal maanden te berekenen dat nog met de bestaande voorraad kon worden overbrugd.
6.24.2
In zijn
e-mail aan [bestuurder Stockhunter] van 30 april 2020geeft [inkoper CombiCoop] akkoord voor prijzen voor aantallen die optellen tot slechts 5.940. Dat doet hij niet om terug te komen van de 13.000 af te nemen dozen, maar om voor de aantallen die hij noemt akkoord te gaan met een bepaalde prijsstelling (zie hierna onder 6.27). Stockhunter hoefde daarom ook niet op dat bericht te reageren met de herinnering dat al eerder was afgesproken dat CombiCoop voor het resterende deel van 2020 13.000 dozen zou afnemen. Het is ook in dat licht dat de opmerking van Stockhunter moet worden begrepen, in een door haar opgestelde en aan CombiCoop verzonden tijdlijn van de hier beoordeelde gebeurtenissen, dat zij “Op 30 april 2020 (…) akkoord [krijgt] voor” de in dit mailbericht vermelden aantallen en prijzen.
6.24.3
Hetzelfde geldt voor de
prijsberekeningendie [inkoper CombiCoop] op
3 mei 2020aan [bestuurder Stockhunter] stuurt voor respectievelijk 3.400 en 6.000 dozen.
6.24.4
In zijn
e-mailbericht van 3 mei 2020 aan [inkoper CombiCoop]schrijft [bestuurder Stockhunter] :

Wij hebben besloten op bovenstaande manier van start te gaan, wat op dit moment inhoudt dat dit de beste en goedkoopste opties en de meeste zekerheid biedt voor onze klant waarbij het risico volledig bij ons ligt.
Anders dan CombiCoop wil doen voorkomen, heeft die beslissing evenmin betrekking op het totaal af te nemen aantal dozen, maar op het feit dat Stockhunter toezegt voor een bepaald volume dozen een verkoopprijs van € 63,- te zullen hanteren, ongeacht haar eigen inkoopprijs voor die dozen (zie eveneens hierna onder 6.27). Het risico dat Stockhunter volledig op zich neemt is dan ook niet het risico dat zij 13.000 dozen bestelt en dat CombiCoop deze niet alle afneemt, maar dat zij die 13.000 dozen uiteindelijk blijkt te hebben besteld voor een inkoopprijs die voor haar tot verlies zal leiden, uitgaande van de toegezegde verkoopprijs van € 63,- per doos.
6.24.5
Dat [inkoper CombiCoop] op
23 juni 2020vraagt wat de prijs is per doos vinyl handschoenen en dat [bestuurder Stockhunter] in zijn antwoord daarop de afnameverplichting niet vermeldt, is niet van belang: die vraag ging immers over prijzen en niet over aantallen.
6.24.6
CombiCoop wijst ook op een
e-mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 18 september 2020waarin deze na een overzicht van prijsverhogingen voorstelt om “handschoenen vast te zetten en eerder uit te leveren en op locatie in voorraad te houden” zodat hij CombiCoop “nu nog [kan, hof] leveren voor € 63”. [27] Ook dit bericht gaat niet over aantallen, maar over prijzen.
6.24.7
Die slotsom wordt evenmin gelogenstraft door het hierna onder 6.33 beschreven e-mailbericht van [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] van
19 november 2019, waarin [bestuurder Stockhunter] onder andere beschrijft dat CombiCoop tot op dat moment 9.869 dozen heeft afgenomen in 2020, en voor de maanden november en december nog 1.630 dozen moet afnemen, voor een totaal van 11.599 dozen dat minder is dan 13.000. Stockhunter wijst er namelijk terecht op, dat die aantallen waren bedoeld om de behoefte over 2021 te voorspellen, en niet om CombiCoop een afnameverplichting voor te houden. Gelet op de voorgaande beoordeling van de correspondentie in de periode april/mei 2020 was het ook niet nodig om de inhoud en strekking van de afnameafspraak 2020 in dat mailbericht te herhalen.
6.25
Anders dan CombiCoop aanvoert, zijn de door de afnameafspraak 2020 in het leven geroepen verbintenissen voldoende bepaalbaar, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de essentialia van de overeenkomsten.
- Met betrekking tot de
prijsverwijst het hof naar zijn beoordeling hierna onder 6.27 e.v.
- De afnameafspraak 2020 is als geoordeeld gemaakt binnen de bestaande, uit de raamovereenkomsten voortvloeiende contractuele verhouding tussen partijen, en een aantal aspecten, waaronder
de aflever- en factureermodaliteiten, waren al vastgelegd in die raamovereenkomsten en de daarin van toepassing verklaarde AIV.
- Als het gaat om de
karakteristieken van de afzonderlijke inkooporders (afnemer, datum, type en kleur)ligt in de opzet van de raamovereenkomst juist besloten dat het aan de exploitatievennootschappen was om die te bepalen. Daarbij heeft [bestuurder Stockhunter] in zijn aanbod van 23 april 2020 verduidelijkt dat hij de verwachte behoefte van de exploitatievennootschappen over het resterend deel van 2020 baseerde op de afname van “vinyl wit gepoederd”, met de toelichting dat hij het bijkomend volume van 13.000 zou bestellen “
in dezelfde totalen van maten als in het schema”, dat wil zeggen volgens dezelfde verhoudingen als het gebruik over de maanden januari tot en met april 2020. [inkoper CombiCoop] heeft zijn e-mailbericht van 30 april 2020 ook als onderwerp “Handschoenen vinyl afspraak” gegeven.
6.26
De voorgaande beoordeling is niet gestoeld op de verklaring van [inkoper CombiCoop] die in het proces-verbaal van de mondelinge behandeling voor de rechtbank is weergegeven als “
Dit was een deal, maar daarna kwam prod. 15.”, in antwoord op de vraag van de behandelend rechter naar “de e-mailwisseling in april 2020”, waarbij “prod. 15.” het e-mailbericht is van [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] van 3 mei 2020. Het hof gaat daarom voorbij aan de stellingen van partijen over en weer met betrekking tot datgene wat [inkoper CombiCoop] toen op dat punt heeft verklaard en aan het bewijsaanbod dat CombiCoop heeft gedaan in randnummer 126 van haar memorie van grieven, voor zover het om dit punt gaat.
Afspraak over de prijs
6.27
De hiervoor onder 6.20 aangehaalde correspondentie kan wat de prijsstelling van de af te nemen dozen betreft als volgt worden beoordeeld.
- Uit het eerste e-mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 23 april 2020, met de door hem ingevulde prijsstaffel, volgt dat hij destijds de volgende verkoopprijzen voor ogen had:
[a] € 19,- voor 3.600 dozen uit een bestaande voorraad;
[b] € 19,- voor 4.920 dozen uit een andere bestaande voorraad, uitgaande van een bepaalde aanname met betrekking tot de verkoop van laboratoriumjassen; en
[c] € 34,80,- voor het resterende volume van [11.000 – (3.600 + 4.920) =] 2.480 dozen om te komen tot de (op 22 april 2020 door [inkoper CombiCoop] gemelde) resterende behoefte voor 2020 van 11.000 dozen.
- In zijn tweede e-mailbericht van die dag meldt [bestuurder Stockhunter] dat de geschatte resterende behoefte aan handschoenen over 2020 volgens hem moet worden bijgesteld naar 13.000 en dat, indien hij op dat moment vijf extra containers bestelt, partijen zeker zullen weten wat de prijs zal zijn voor de handschoenen die CombiCoop zal afnemen na 1 oktober 2020, als de voorraden op zijn. Zoals hiervoor onder 6.22 geoordeeld, moet dat bericht worden opgevat als een aanbod van Stockhunter om op dat moment 13.000 dozen handschoenen in te kopen tegen de alsdan geldende inkoopprijs en die dozen ongeacht latere prijsontwikkelingen voor een vaste verkoopprijs beschikbaar te houden voor de exploitatievennootschappen, met de verplichting voor CombiCoop om die 13.000 dozen ook voor die verkoopprijs af te nemen. Omdat partijen in de raamovereenkomst 2015 hadden afgesproken “marktconform de prijs hanteren, als prijzen stijgen meestijgen, transparant”, lag in deze afspraak besloten dat Stockhunter haar verkoopprijs voor de dozen op transparante wijze zou baseren op de door haar betaalde en nog te betalen inkoopprijs.
- Dit leidt op 29 april 2020 tot de hiervoor onder 6.22 beoordeelde aanvaarding door [inkoper CombiCoop] . Uit de inhoud van het aanbod volgt dat deze aanvaarding mede betrekking heeft op de voor de betrokken 13.000 dozen te berekenen prijs, waarvan het bedrag nog niet bekend is, maar waarvan partijen met aanbod en aanvaarding afspreken dat hij zal zijn gebaseerd op de door Stockhunter voor die dozen betaalde en nog te betalen inkoopprijs en dat hij voor alle 13.000 dozen zal gelden.
- Op 30 april 2020 stuurt [A] [inkoper CombiCoop] het Excelbestand met daarin onder andere een berekening van de gemiddelde prijs per doos handschoenen, gebaseerd op € 90,- voor 2.780 dozen “Container Joey” en € 19,- per doos voor 1.670 dozen “2 maanden vanuit stock”, uitkomend op € 63,35 per doos. Hieruit volgt dat het volume aan voorraad waarvoor de bestaande prijs van € 19.- geldt, niet meer (3.600 + 4.920 =) 8.520 is, maar 1.670, en dat het volume dat daarna komt niet meer voor € 34,80 kan worden ingekocht, maar, uitgaande van de prijzen van de 2.780 dozen in de “Container Joey”, € 90,-. Stockhunter heeft onweersproken gesteld dat de 1.670 dozen “2 maanden vanuit stock” afkomstig waren uit haar pre-corona voorraad en dat die voorraad na afname van die 1.670 dozen door CombiCoop volledig was uitgeput.
- In zijn antwoord van dezelfde dag protesteert [inkoper CombiCoop] niet tegen de wijzigingen in dat Excelbestand ten opzichte van de cijfers van [bestuurder Stockhunter] van 23 april 2020, en geeft hij uitdrukkelijk akkoord voor de in dat bestand vermelde volumes van 1.670 dozen voor € 19,- en 2.870 dozen voor € 90,- (het hof gaat ervan uit dat bij dit laatste sprake is van een kennelijke verschrijving van 2.780 naar 2.870), met als toevoeging een nieuw volume van 1.400 dozen voor het gemiddelde van € 63,-. Hij verbindt hieraan onder andere de voorwaarde dat Stockhunter inzicht geeft in de inkoopfacturen die tot een verkoopprijs per doos leiden van € 90,-, en dat als ondertussen goedkopere handschoenen uit “de container van […]” beschikbaar komen, Stockhunter de dozen die anders € 90,- zouden kosten voor een hogere prijs mag doorverkopen. [inkoper CombiCoop] aanvaardt hiermee dat Stockhunter de gemiddelde prijs van afgerond € 63,- uit het Excelbestand van [A] tot uitgangspunt kan nemen bij haar prijsbepaling.
- In zijn antwoord daarop van 3 mei 2020 verwijst [bestuurder Stockhunter] naar gesprekken die partijen hierover in de tussentijd hebben gehad. Voor de 1.670 dozen uit de bestaande voorraad (1.480 na tussentijdse bestellingen) blijft inderdaad de prijs van € 19.- gelden. Als het gaat om de daarna af te nemen dozen verwijst hij naar:
[a] een container waarvan de dozen € 90,- zullen kosten, naar het hof begrijpt de in het Excelbestand van 30 april 2020 bedoelde “Container Joey”;
[b] een of meerdere containers die mogelijk in juni zullen binnenkomen en waarvoor een inkoopprijs van € 52, 57 per doos geldt, leidend tot een verkoopprijs van € 63,-; en
[c] “[…] containers”, waarvan de komst en inkoopprijs onzeker zijn.
De onzekerheden waarmee de containers hiervoor onder [b] en [c] zijn omgeven leiden voor partijen tot financiële risico’s, maar [bestuurder Stockhunter] deelt mee dat Stockhunter die risico’s geheel voor haar rekening neemt en de verkoopprijs van € 63,- handhaaft.
- Op 8 mei plaatsen de exploitatievennootschappen bij Stockhunter orders voor de inkoop van 1.480 dozen voor € 19,- per doos. Hieruit volgt dat CombiCoop het eerste deel van het e-mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 3 mei 2020 heeft begrepen en aanvaard. Er is geen reactie van CombiCoop in het geding gebracht waarin zij de prijs van € 63,- voor de daarna af te nemen dozen afwijst.
- Op 23 juni 2020 vraagt [inkoper CombiCoop] aan [bestuurder Stockhunter] wat dan de prijs wordt voor een doos vinyl handschoenen, waarop [bestuurder Stockhunter] op dezelfde dag antwoordt dat dat € 63,- is.
- Op 26 augustus 2020 bevestigt [inkoper CombiCoop] dat intern bij CombiCoop, waarna de exploitatievennootschappen voor die prijs dozen afnemen. Dit levert een schriftelijke bevestiging op van de offerte van Stockhunter.
6.28
Hieruit volgt dat partijen op 23 en 29 april 2020 een prijsbepalingsmethodiek hebben afgesproken voor de 13.000 door CombiCoop af te nemen dozen, en dat zij in de periode daarna overeenstemming hebben bereikt over:
- € 19,-/doos voor de eerste 1.480 nog af te nemen dozen; en
- € 63,-/doos voor het resterende volume tot 13.000 dozen.
6.29
Dat [bestuurder Stockhunter] , zoals CombiCoop aanvoert, onder andere op 2 april 2020 aan [inkoper CombiCoop] heeft geschreven dat eventuele prijsverhogingen slechts van tijdelijke aard zouden zijn, is niet ter zake doende. Uit de context van het betrokken bericht volgt namelijk dat [bestuurder Stockhunter] daarbij bedoelde dat de prijzen zich misschien vrij snel weer zouden kunnen stabiliseren als de coronapandemie van betrekkelijk korte duur zou zijn. Daarna hebben partijen echter concrete afspraken gemaakt met gefixeerde prijzen voor de gehele resterende behoefte in 2020, ervan uitgaande dat Stockhunter voor die gehele behoefte meteen na het maken van die afspraken hele containers zou bestellen.
6.3
CombiCoop heeft ook aangevoerd dat zij Stockhunter op grond van het prijsbeding 2018 nog steeds kon houden aan de daarin overeengekomen vaste prijs van € 19,99 per doos (na de eerste 700 dozen). Zij heeft in dat verband ook verwezen naar de volgende bepalingen van de AIV, die volgens haar met zich brengen dat zij met Stockhunter geen andere, hogere prijs kan hebben afgesproken: de artikelen 2.5 (Zonder schriftelijke opdracht van CombiCoop start de opdrachtnemer voor eigen rekening en risico met zijn werkzaamheden), 6.1 (De overeengekomen prijs is vast en bindend en kan nooit worden verhoogd als gevolg van wijzigingen in aankoopprijzen), 7.2 (Betaling houdt geen acceptatie in) en 15.1 (Een nalatigheid om de naleving van verplichtingen te vorderen heeft geen invloed op de mogelijkheid van CombiCoop om alsnog haar rechten uit te oefenen).
6.30.1
Daarvoor geldt ten eerste dat Stockhunter terecht de uitleg van het prijsbeding 2018 betwist die zou inhouden dat het recht op transparante marktconforme prijsstijging uit het prijsbeding 2015 niet meer zou gelden. Zoals hiervoor onder 6.6 geoordeeld, staat tussen partijen vast dat de raamovereenkomst 2018 onder andere een voortzetting inhoudt van de raamovereenkomst 2015, met de daarin geldende voorwaarden. De door CombiCoop verdedigde uitleg zou tot het onwaarschijnlijke rechtsgevolg leiden dat Stockhunter tijdens de gehele looptijd van de raamovereenkomst 2018 (2019 tot en met 2023) na de eerste 700 dozen vast zou zitten aan een vaste prijs van € 19,99, ongeacht schommelingen in haar inkoopprijzen. Bovendien stelt CombiCoop zelf in het kader van haar Grief IV dat Stockhunter in strijd met het marktconformiteitsbeding heeft gehandeld door de prijs van € 63,- per doos niet te verlagen toen de handschoenprijzen in april/mei 2021 waren gaan dalen. De juiste uitleg moet daarom zijn dat deze vaste prijs weliswaar als uitgangspunt gold, maar dat voor Stockhunter de mogelijkheid uit het prijsbeding 2015 bleef bestaan om de prijzen op transparante wijze te laten meestijgen met haar marktconforme inkoopprijzen.
6.30.2
Bovendien geldt ook hier dat uit de hiervoor gaande beoordeling volgt dat partijen na de uitbraak van de coronapandemie de prijs van € 63,- hebben afgesproken, voor zover nodig in afwijking van de eerder overeengekomen prijs van € 19,99.
6.31
Het hof gaat voorbij aan het aanbod van CombiCoop te bewijzen dat de marktprijs voor een doos handschoenen op 29 april 2020 niet € 63,- was, omdat uit de voorgaande beoordeling volgt dat de tussen partijen geldende prijs van € 63,- per doos niet het gevolg was van de marktconformiteitsafspraak uit de raamovereenkomst 2015, maar van uitdrukkelijke nadere afspraken.
iii. Hebben partijen een minimumafname afgesproken voor 2021? (Deel van Grieven II en V van CombiCoop)
6.32
Stockhunter stelt dat de afnameafspraak 2021 is gemaakt tijdens een telefoongesprek tussen [bestuurder Stockhunter] en [inkoper CombiCoop] dat [bestuurder Stockhunter] heeft bevestigd in een e-mailbericht van 19 november 2020. CombiCoop betwist dat die afspraak is gemaakt. Het hof geeft Stockhunter om de volgende redenen gelijk.
De omstandigheden en mededelingen voorafgaand aan de gestelde afspraak
6.33
Tussen partijen staat vast dat zij in voorgaande jaren steeds aan het einde van het kalenderjaar hebben overlegd over de verwachte behoefte aan handschoenen in het daarop volgende kalenderjaar. Hiervoor heeft het hof geoordeeld dat partijen eind april 2020 een minimumafname hebben afgesproken voor het resterend deel van 2020. In zijn tweede mailbericht aan [inkoper CombiCoop] van 23 april 2020 heeft [bestuurder Stockhunter] daarbij aangekondigd dat “er of nu al een beslissing genomen moet worden maar zeker in augustus / september om de eerste helft van 2021 in te plannen”. Tussen partijen staat ten slotte ook vast dat in het najaar 2020, in de periode waarin partijen steeds overlegde over de behoefte voor het volgende kalenderjaar, de wereldwijde coronapandemie nog steeds woedde en dat dat nog steeds gevolgen had voor de prijs en beschikbaarheid van wegwerphandschoenen. Zo heeft Stockhunter bijvoorbeeld onweersproken gesteld dat in het najaar van 2020 een leveringstermijn gold van zes maanden voor bestellingen van handschoenen uit Azië.
6.34
Na de hiervoor onder 6.21 weergegeven e-mailwisselingen heeft, voor zover van belang, de volgende correspondentie plaatsgevonden.
- Op
18 september 2020heeft [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] het hiervoor onder 6.23 weergegeven e-mailbericht gestuurd.
- Op
28 oktober 2020heeft [inkoper CombiCoop] bij [bestuurder Stockhunter] geïnformeerd voor hoe lang Stockhunter nog voorraad had, uitgaande van gelijke afname. [28] - Op
3 november 2020heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende geschreven aan [inkoper CombiCoop] :
“Kan je er nog even op terug komen ik moet wat beslissingen gaan nemen om er voor te zorgen dat er geen vertragingen of tekorten ontstaan.[Berekeningen met betrekking tot de afnames in 2019 en 2020, hof]
- Als ik bovenstaand afname even als uitgangspositie neem dan kom ik op 5706 dozen, is voor 6 maanden (april 2021) voorraad prijs blijft dan € 63 per 1000 stuks.- De nieuw te bestellen containers worden € 6 euro per 1000 stuks duurder.- Als ik nu containers bestel hebben die een leading time van 6 maanden dat houdt dan in dat de eerste containers pas in mei 2021 in Nederland zijn.- Een oplossing zou zijn dat jullie bijvoorbeeld voor 14 maanden voorraad plannen, dan heb je genoeg tot eind 2021 en dan kan ik de prijs waarschijnlijk op € 63 Houden. Ga er maar niet van uit dat de prijzen aankomend jaar naar beneden gaan, tot op heden worden ze elke maand nog hoger. Daarnaast is de verwachting (is nu al zo ) dat er bijna geen containers te krijgen zijn en dat de prijzen in sommige gevallen verdubbelen. Kortom allemaal kosten verhogende factoren.- Als je wilt reserveren tot zeg april dan is het wel goed om te weten met welk maandafname je gaat rekenen,
- Op
6 november 2020heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende geschreven aan [inkoper CombiCoop] :
“[K]ijk even naar de bijlage met kengetallen.Ik heb ijzeren voorraad genoeg voor jullie tot en met april of eventueel langer,Handig voor mij is te weten moet ik,57066504Of 7278 dozen tot en met april voor jullie reserveren en worden die ook afgenomen.Vraag 2 wil je dat ik het tot eind 2021 voor je ga reserveren waarbij de prijs van 63 probeer aan te houden en met welke maandafname moet ik dan gaan rekenen.Ik heb die informatie nodig om op tijd bij te kunnen bestellen met een leading time van 6 maanden anders komen jullie in de problemen, wil je het maand voor maand aankijken dan kan je vrijwel zeker van op aan dan de prijs per doos circa 6 euro duurder gaat worden.” [29]
De gestelde afspraak
6.35
Op
19 november 2020heeft [bestuurder Stockhunter] het volgende geschreven aan [inkoper CombiCoop] , met in de onderwerpregel “reservering”:
“Volgens afspraak de bevestiging van onze kant hetgeen we telefonisch besproken hebben. Graag de bevestiging van jullie kant en toezegging dat jullie opdracht hebben gegeven om voor heel 2021 minimaal 12.000 dozen (is 1.000 dozen per maand) van 1000 stuks handschoenen af te nemen en te reserveren. Hierboven nog even de situatie tot nu toe en dat is dan een goede leidraad voor 2021.Voor de maand November en December 2020 heb ik ook al 1.000 dozen per maand (2.000 in totaal) gereserveerd waarvan er al 370 geleverd zijn en ik ga er van uit dat jullie de resterende 1630 dozen in deze 2 maanden af gaan nemen.Combi / agro- 2020, 1630 dozen nog af te nemen over de maanden november/december- Besteld en gereserveerd voor 2021, 12.000 dozen is c.a. 1000 dozen per maand- (…)- Afname tot nu toe 9869 dozen in 2020- De gemiddelde prijs tot nu toe betaald in 2020 is € 33.19- Afname 2021 is 12.000 dozen is 1.000 dozen per maand x € 63- De gemiddelde prijs over 2020 en 2021 in totaal komt op € 49,55- De gemiddelde inkoopprijs op dit moment bedraagt c.a. ( wijzigt per week) € 62,70=[inkoper CombiCoop] zoals je kunt zien ligt de inkoopprijs op dit moment circa € 13 boven de prijs wat jullie betalen. Er is niemand in heel Europa die jullie over 2 jaar (2020/2021) deze prijs aan kan bieden, de enige reden waarom wij dit willen en kunnen is,[beweegredenen van Stockhunter, hof]
- Het enige wat ik van jullie vraag is om deze aantallen vanaf nu tot eind 2021 wel minimaal per maand af te nemen zodat wij ook door kunnen investeren en de enorme risico's gedeeltelijk af kunnen dekken.” [30]
6.36
In dit bericht verwijst [bestuurder Stockhunter] naar een eerder telefoongesprek en geeft hij onder andere de afspraak weer dat CombiCoop in 2021 12.000 dozen handschoenen zal afnemen voor € 63,- per doos. Stockhunter stelt in haar memorie van antwoord in principaal hoger beroep dat dat eerdere gesprek op 19 november 2020 heeft plaatsgevonden, maar [bestuurder Stockhunter] en [A] hebben tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verduidelijkt dat dat gesprek een dag eerder heeft plaatsgevonden, op 18 november 2020. CombiCoop betwist dat partijen die afspraak hebben gemaakt.
Beoordeling
6.37
CombiCoop heeft deze betwisting naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd.
6.37.1
Uit de hiervoor onder 6.33 en 6.34 beschreven situatie en correspondentie voorafgaand aan 19 november 2020 volgt dat de situatie toen met het oog op de planning voor 2021 dezelfde was als die in april 2020 met het oog op de planning voor de resterende maanden van 2020:
(i) er was een schaarste aan wegwerphandschoenen, met gevolgen voor prijs en beschikbaarheid;
(ii) Stockhunter heeft CombiCoop steeds op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen op dat vlak; en
(iii) Stockhunter heeft CombiCoop meermaals de keuze voorgehouden tussen nu of later bestellen en gevraagd om een beslissing, in dit geval op 23 april, 18 september, 3 november en 6 november 2020.
6.37.2
Gelet op deze context is de in het bericht van 19 november 2020 beschreven afspraak logisch en waarschijnlijk. Ook het aantal van 12.000 is logisch en waarschijnlijk, gelet op de noodzaak om de tomatenteelt te beschermen tegen het TBFR-virus. Pas later zijn veel tomatenplanten van de exploitatievennootschappen aan dat virus bezweken en is de behoefte van CombiCoop afgenomen.
6.37.3
Dat het bericht van 19 november 2020, zoals CombiCoop aanvoert, om 07:54 uur ’s ochtends is verstuurd, is niet relevant, omdat [bestuurder Stockhunter] en [A] hebben verklaard dat het daarin bevestigde gesprek een dag eerder heeft plaatsgevonden. Op de vraag of hij op die dag met [bestuurder Stockhunter] heeft gesproken heeft [inkoper CombiCoop] tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep geantwoord dat hij dat niet wist, maar dat dat zou kunnen. In de verklaring van [inkoper CombiCoop] die CombiCoop in eerste aanleg in het geding heeft gebracht, verwijst [inkoper CombiCoop] ook naar het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 19 november 2020 als zijnde “een voorstel op 19-11-2020 na een telefonisch gesprek”, zonder te ontkennen dat een dergelijke gesprek heeft plaatsgevonden. Dat [bestuurder Stockhunter] en [inkoper CombiCoop] op 18 november 2020 met elkaar hebben gesproken, staat daarom in deze procedure vast.
6.37.4
CombiCoop heeft vervolgens niet toegelicht wat [inkoper CombiCoop] en [bestuurder Stockhunter] op die dag wèl met elkaar hebben besproken, terwijl dat gelet op de hiervoor geschetste context wel van haar had mogen worden verwacht. Dat klemt te meer omdat [bestuurder Stockhunter] tijdens de mondelinge behandeling onweersproken heeft verklaard dat [inkoper CombiCoop] voor zichzelf een verslag opmaakte van elk overleg met hem, waardoor CombiCoop deze verslagen in het geding had kunnen brengen om de stellingen van Stockhunter te ontkrachten.
6.37.5
[inkoper CombiCoop] licht in zijn verklaring die CombiCoop in eerste aanleg in het geding heeft gebracht toe dat hij het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] aan hem van 19 november 2020 niet heeft gezien, en dat hij daarom na ontvangst van een volgend mailbericht van [bestuurder Stockhunter] , van 27 november 2020, waarin deze naar dat eerdere bericht verwees, aan [bestuurder Stockhunter] heeft gevraagd om hem dat eerdere bericht nog een keer te sturen. [31] Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft CombiCoop dat desgevraagd opgegeven als reden waarom zij na ontvangst van het bericht van [bestuurder Stockhunter] van 19 november 2020 niet per omgaande heeft geprotesteerd dat dat bericht geen correcte weergave bevatte van het voorgaande telefoongesprek. Gelet op de zeer intensieve correspondentie tussen [inkoper CombiCoop] en [bestuurder Stockhunter] , waarin [inkoper CombiCoop] steeds alert reageert, en op het feit dat CombiCoop niet heeft gewezen op andere gevallen waarin een mailbericht van [bestuurder Stockhunter] aan de aandacht van [inkoper CombiCoop] was ontsnapt, vindt het hof dat niet geloofwaardig. En ook hier geldt dat CombiCoop hoe dan ook uitsluitsel had kunnen geven over de inhoud van dat telefoongesprek door het daarop betrekking hebbend verslag van [inkoper CombiCoop] in het geding te brengen.
6.37.6
In latere correspondentie verwijst Stockhunter meermaals naar de hier door haar gestelde afnameafspraak 2021, zonder dat CombiCoop reacties in het geding heeft gebracht waarin zij protesteert dat die afspraak niet is gemaakt.
- Partijen hebben twee versies in het geding gebracht van een mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van
3 december 2020, beide met als afzendtijdstip 12:58. Stockhunter heeft onweersproken toegelicht dat de versie die zij in het geding heeft gebracht [32] een tweede, iets verbeterde versie is van de eerste, die CombiCoop eerder in het geding had gebracht [33] .) In de tweede versie daarvan staat een Optie B: “Ik reserveer volgens opgaaf voor 2021 12.000 dozen of meer voor een prijs van € 63. Dit moet dan wel gegarandeerd blijven”. Dat “volgens opgaaf”’ bevestigt het bestaan van de op 18 november 2020 gemaakte nadere afspraak.
- Hetzelfde geldt voor de mailberichten van [A] aan [inkoper CombiCoop] van
23 en 26 maart 2021. [34] Partijen zijn het erover eens dat eerder op 23 maart 2021 een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [inkoper CombiCoop] enerzijds en [bestuurder Stockhunter] en zijn dochter anderzijds. Later op die dag schrijft [A] , voor zover van belang:
“Zoals vanmorgen besproken hierbij een bevestiging. Jullie nemen zoals afgesproken en volgens afspraak in 2021 nog 9031 dozen af, jullie krijgen deze handschoenen voor een prijs van €62 in plaats van €63. Dit is een korting die jullie vanuit Stockhunter geheel vrijblijvend aangeboden hebben gekregen.
Er is ruimte om deze prijs nog meer te verlagen, overleg samen nog even of jullie een constructie kunnen bedenken waardoor we de prijs kunnen verlagen. (…)
(…)
Graag ontvang ik een bevestiging per mail.”
Op 26 maart 2021 schrijft zij, voor zover van belang:
“Aangezien je vanmorgen aan hebt gegeven dat jullie het waarschijnlijk niet gaan redden om de overgebleven 8731 dozen in 2021 af te nemen hebben mijn vader en ik even besproken hoe we jullie tegemoet kunnen komen.
Op dit moment horen jullie volgens afspraak nog 8731 dozen Vinyl handschoenen in 2021 af te nemen. Als we kijken naar het gemiddelde van afgelopen 3 maanden hebben jullie 756 dozen per maand afgenomen. Wij willen voorstellen dat jullie in 2021 nog 756 X 9 maanden = 6807 dozen handschoenen afnemen. De overige 1924 handschoenen schuiven we door naar volgende jaar. De prijs voor deze 8731 dozen blijft €62.
(…)
Nog even terugkomend over de 11000 dozen die voor jou gevoel door je strot zijn geduwd. Ik zie in een mail van april 2020 waar jij aangeeft nog 13.000 dozen nodig te hebben, hier hebben wij op ingekocht. Vervolgens werden de prijzen schandalig hoog waardoor wij jullie hebben geïnformeerd dat de prijs bij een afname van 12000 dozen €69 zou worden, vervolgens heb jij telefonisch met mijn vader besproken dat als jullie er 11000 zouden afnemen we een prijs van €63 konden geven. Dit zou jij nog per mail bevestigen en dit is niet gebeurd.
Ik hoop dat we elkaar een beetje tegemoet zijn gekomen en dat we de samenwerking op deze manier kunnen voorzetten, zowel jullie als wij geven vaak genoeg aan dat we blij met elkaar zijn en dit willen voorzetten.”
In het bericht van 23 maart 2021 schrijft zij “zoals afgesproken” en in dat van 26 maart 2021 “volgens afspraak”. Daarnaast reageert zij op een bezwaar van [inkoper CombiCoop] dat zij beschrijft als “de 11000 dozen die voor jou gevoel door je strot zijn geduwd”, hetgeen erop duidt dat [inkoper CombiCoop] vindt dat die afspraak aan CombiCoop is opgelegd en niet dat die afspraak niet is gemaakt. Ook hier heeft CombiCoop geen correspondentie in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij destijds heeft geprotesteerd tegen deze voorstelling van zaken.
6.38
Hierdoor is tussen partijen komen vast te staan dat zij op 18 november hebben afgesproken dat CombiCoop over 2021 12.000 dozen handschoenen zou afnemen voor 63,- per doos. Stockhunter heeft onbetwist gesteld dat partijen dat aantal tijdens een bespreking in december 2020 hebben bijgesteld naar 11.000.
De daarna gewisselde berichten en de overige betwistingen van CombiCoop
6.39
De daarna door partijen uitgewisselde berichten kunnen niet tot een andere slotsom leiden.
6.39.1
Het mailbericht van
27 november 2020van [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] gaat over prijzen. [35] Daarin wijst [bestuurder Stockhunter] CombiCoop op afnemende afnames en meldt hij dat hij zich door toenemende prijzen genoodzaakt ziet zijn eerdere “voorstel” aan te passen: tot en met mei 2021 zal de prijs per doos € 63,- zijn, en daarna € 69,75, behoudens verdere inkoopprijsstijgingen. Op dat moment was de hiervoor beschreven afspraak echter al tot stand gekomen, waardoor dat woord “voorstel” daar geen afbreuk meer aan kan doen.
6.39.2
Hetzelfde geldt voor nadere mailberichten van [bestuurder Stockhunter] aan [inkoper CombiCoop] van
30 november 2020waarin [bestuurder Stockhunter] het onder andere heeft over “prognoses” voor afname in 2021. [36] Daar komt bij dat uit het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 19 november 2020 volgt dat partijen de afnameafspraak 2021 hebben gemaakt op basis van prognoses. Dat [bestuurder Stockhunter] dat woord gebruikt, betekent daarom niet dat geen sprake is van een daarop gebaseerde bindende afspraak.
6.39.3
Uit de inhoud van de hiervoor onder 6.37.6 beschreven mailberichten van [bestuurder Stockhunter] van
3 december 2020volgt (in beide gevallen) dat [bestuurder Stockhunter] daarmee had bedoeld om nadere afspraken te maken over de prijszetting, en niet om terug te komen van het te bestellen aantal van 12.000 dozen.
6.39.4
Dat CombiCoop tijdens een bespreking op
10 december 2020niet heeft gereageerd op een voorstel van [bestuurder Stockhunter] betekent niet dat op 18 november 2020 geen afnameovereenkomst tot stand is gekomen.
6.39.5
Ook het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van
16 december 2020heeft uitsluitend betrekking op de prijsstelling van de af te nemen dozen. [37] Hij vraagt daarbij om bevestiging. Zo lang CombiCoop die bevestiging niet geeft, geldt de op 18 november 2020 afgesproken prijs van € 63,- per doos.
6.39.6
Anders dan CombiCoop aanvoert, volgt uit de hiervoor onder 6.37.6 aangehaalde mailberichten van [A] aan [inkoper CombiCoop] van
23 en 26 maart 2021 [38] niet dat de bestelling van 11.000 dozen voor 2021 in de plaats is gekomen van de eerdere bestelling van 13.000 dozen. Zij verwijst in beide mailberichten naar aantallen “in 2021” nog af te nemen dozen en CombiCoop heeft niet toegelicht waarom het daarbij, anders dan deze vermelding doet denken, zou moeten gaan om een nog niet nagekomen deel van de afnameafspraak 2020 van 13.000 dozen.
6.39.7
CombiCoop verwijst ook naar correspondentie die daarna heeft plaatsgevonden, maar uit de inhoud daarvan volgt dat bij CombiCoop inmiddels was gebleken dat de behoefte aan wegwerphandschoenen sterk terugviel omdat veel tomatenplanten aan het TBFR-virus waren bezweken en zij dus over 2021 geen behoefte zou hebben aan 11.000 dozen, en dat partijen daarom ondertussen in gesprek waren over oplossingen voor dat probleem.
6.4
CombiCoop werpt Stockhunter tegen dat de afnameafspraak 2021 op grond van artikel 2.4 AIV alleen tot stand kan zijn gekomen doordat CombiCoop een offerte van Stockhunter zou hebben aanvaard door een schriftelijke opdracht, hetgeen hier niet is gebeurd omdat CombiCoop geen bevestiging heeft gestuurd in reactie op het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 19 november 2020. Het hof volgt CombiCoop niet in dat standpunt, omdat Stockhunter onbetwist heeft gesteld dat partijen gelet op de lange handelsrelatie nadere afspraken veelal mondeling maakten tijdens besprekingen, waarna zij per e-mail werden bevestigd. Ook heeft Stockhunter onbetwist gesteld dat het op instigatie van CombiCoop is geweest dat partijen in sommige gevallen zijn afgeweken van artikel 2.4 AIV.
6.41
CombiCoop klaagt ook ten onrechte dat Stockhunter met betrekking tot de afnameafspraak 2021 wisselende en daarmee ongeloofwaardige standpunten inneemt. In nr 86 van haar inleidende dagvaarding vermeldt Stockhunter weliswaar, zoals CombiCoop vermeldt, dat partijen (pas) na 30 april 2021 een bijkomende bestelling van 11.000 dozen hebben besproken, maar CombiCoop laat na te vermelden dat Stockhunter daarvoor, in nrs 37 en 38 van diezelfde inleidende dagvaarding, verwijst naar een in november 2020 gemaakte mondelinge afspraak dat CombiCoop in 2021 11.000 dozen zou afnemen voor € 63,- en naar de bevestiging van die afspraak in het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van 19 november 2020.
6.42
Het beroep van CombiCoop op de vaste prijs van € 19,99 uit de raamovereenkomst 2018 en op bepaalde artikelen uit haar AIV heeft het hof al hiervoor behandeld, onder 6.30.1 en 6.30.2.
6.43
De voorgaande beoordeling leidt al tot toewijzing van het deel van de afnamevordering van Stockhunter dat is gegrond op de afnameafspraak 2021. Het hof laat daarom in het midden of CombiCoop, zoals Stockhunter stelt en CombiCoop betwist, het bestaan van deze afspraak heeft erkend tijdens de mondelinge behandeling bij de rechtbank. Het hof gaat daarom ook voorbij aan het op dat punt betrekking hebbend bewijsaanbod van CombiCoop in punt 126 van haar memorie van grieven.
iv. Levert het ijzerenvoorraadbeding een bijkomende afnameverplichting op? (Grief I van Stockhunter)
6.44
Stockhunter stelt dat het ijzerenvoorraadbeding voor CombiCoop een afnameverplichting oplevert die bovenop de overige, hiervoor beoordeelde afnameverplichtingen komt. Zij voert aan dat dat beding op verzoek van CombiCoop in de raamovereenkomst 2018 is opgenomen en is gebaseerd op de minimale afname door CombiCoop tussen 2014 en 2018. Volgens Stockhunter hield dat in dat zij te allen tijde een ijzeren voorraad van 3.500 dozen zou aanhouden ten behoeve van CombiCoop en dat CombiCoop die voorraad ook zou afnemen, mede omdat Stockhunter inkoopt aan de hand van de bestellingen die bij haar worden geplaatst.
6.45
Het hof volgt Stockhunter hier niet in. CombiCoop voert terecht aan dat in het contractuele evenwicht de plicht, voor Stockhunter, om ten behoeve van de exploitatievennootschappen een ijzeren voorraad aan te houden is komen te staan tegenover de plicht, voor deze exploitatievennootschappen, om hun gehele behoefte aan handschoenen bij Stockhunter af te nemen. De exploitatievennootschappen moesten immers bij Stockhunter afnemen, maar moesten er dan zeker van zijn dat zij meteen beleverd konden worden. Met de afnameafspraken 2020 en 2021 zijn daar minimumafnameverplichtingen bijgekomen. Het zou dan tot een dubbeltelling leiden en daarom ongerijmd zijn als het ijzerenvoorraadbeding in die zin zou worden uitgelegd dat het naast die verplichtingen voorzag in een eigen, bijkomende afnameverplichting. Stockhunter heeft ook niet gesteld dat zij, om aan dat beding uitvoering te geven, boven op de afgesproken volumes van 13.000 en 11.000 een bijkomend volume van 3.500 dozen heeft besteld ten behoeve van de exploitatievennootschappen.
6.46
Om de voorgaande redenen volgt die afzonderlijke afnameplicht ook niet uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
v. Hoeveel dozen moest CombiCoop nog afnemen? (Grief III van CombiCoop)
6.47
Stockhunter heeft bij brief van haar advocaat van 7 september 2021 aan CombiCoop het volgende overzicht gestuurd van per betrokken periode afgenomen en nog af te nemen aantallen dozen:
Zij heeft haar afnamevordering op deze cijfers gebaseerd.
6.48
CombiCoop weerspreekt deze cijfers en verwijst daarvoor naar mailberichten van Stockhunter van 19 november 2020 en 23 maart, 26 maart, 28 juni, 12 juli en 2 augustus 2021 waarin Stockhunter andere cijfers vermeldt. CombiCoop voert ook aan dat zij tussen mei en december 2020 5.655 dozen heeft afgenomen in plaats van het in de tabel van 7 september 2021 vermelde aantal van 5.385 en in 2021 4.234 dozen in plaats van 3.986. Het hof volgt CombiCoop hier niet in.
6.49
Uitgaande van de vastgestelde afnameverbintenissen 2020 en 2021 voor respectievelijk 13.000 en 11.000 dozen, moet het standpunt van CombiCoop dat de exploitatievennootschappen ondertussen al bepaalde aantallen dozen hebben afgenomen worden aangemerkt als een bevrijdend verweer waarvoor CombiCoop volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv de stelplicht en, zo nodig, de bewijslast draagt.
6.5
Stockhunter heeft de verwijzing door CombiCoop naar de hiervoor bedoelde mailberichten voldoende gemotiveerd betwist, waarna CombiCoop haar stellingen met betrekking tot die berichten niet nader heeft onderbouwd.
6.50.1
Het mailbericht van
19 november 2020is hiervoor weergegeven onder 6.35. Daarin schrijft [bestuurder Stockhunter] onder andere schrijft:
“Voor de maand November en December 2020 heb ik ook al 1.000 dozen per maand (2.000 in totaal) gereserveerd waarvan er al 370 geleverd zijn en ik ga er van uit dat jullie de resterende 1630 dozen in deze 2 maanden af gaan nemen.”
en

Afname tot nu toe 9869 dozen in 2020”.
Uit het eerste citaat volgt dat [bestuurder Stockhunter] het daar heeft over 1.630 dozen die CombiCoop na een eerdere bestelling van 370 dozen nog moet afnemen uit 2.000 dozen die [bestuurder Stockhunter] voor de exploitatievennootschappen had gereserveerd voor alleen de maanden november en december 2020. Het tweede citaat heeft betrekking op de volledige afname tot dan toe in 2020, die niet alleen verband houdt met het voor de periode mei-december 2020 afgesproken volume van 13.000, maar ook met de daarvoor in januari-april 2020 geplaatste orders, waarvan [bestuurder Stockhunter] in zijn tweede mailbericht van 23 april 2020 (zie hiervoor onder 6.21) heeft gemeld dat die tot op die dag optelden tot 4.834 dozen.
6.50.2
De mailberichten van [A] van
23 en 26 maart 2021zijn hiervoor weergegeven onder 6.37.6. Uit de inhoud daarvan volgt dat [A] die heeft geschreven in het kader van onderhandelingen die partijen op dat moment voerden om het probleem op te lossen van de verminderde behoefte van de exploitatievennootschappen aan handschoenen door de tomatenplantsterfte. In het eerste van deze twee berichten verwijst [A] naar een afspraak om “in 2021 nog 9031 dozen” af te nemen. Taalkundig verwijst dat naar alleen de afnameafspraak 2021, en niet naar een optelling van de krachtens beide afspraken nog af te nemen aantallen. Hetzelfde geldt voor haar mail van 26 maart 2021, waarin zij bovendien verwijst naar de “11000 dozen die voor jou gevoel door je strot zijn geduwd”, en daarmee naar alleen de afnameafspraak 2021.
6.50.3
Ook het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van
28 juni 2021is geschreven in het kader van die onderhandelingen. Hij schrijft daarin:
“- Volgens afspraak zouden er in 2021 circa 11.000 dozen af genomen worden.- Hiervan zijn er tot 28-06-2021 3493 afgenomen en zouden er nog tot eind 2021 7507 dozen zijn af te nemen.” [39]
Ook het hier vermelde aantal van 7.507 nog af te nemen dozen heeft alleen betrekking op de afnameafspraak 2021, en niet op het totale volgens beide afspraken af te nemen aantal van 24.000 dozen.
6.50.4
In zijn mailbericht van
12 juli 2021aan CombiCoop met als onderwerpregel “FW: Handschoenen 2021” [40] verwijst [bestuurder Stockhunter] naar “de afname van de resterende (2021) 7392 dozen”. Het jaartal 2021 verwijst hier naar de afnameafspraak voor 2021 en Stockhunter wijst er terecht op dat dit bericht moet worden gelezen in de context van de keten waarvan het deel uitmaakt, met die onderwerpregel. Die keten begint met een mailbericht van 8 juni 2021 van [inkoper CombiCoop] aan [bestuurder Stockhunter] [41] waarin [inkoper CombiCoop] onder andere schrijft: “We zitten volgens onze gegevens per 7-6-2021 op een afname van 3.683 stuks”, hetgeen erop duidt dat hij net als [bestuurder Stockhunter] op 28 juni 2021 (zie hiervoor) en op 2 augustus (zie hierna, 11.000 – 7.392 = 3.608) rekende vanuit de 11.000 in 2021 af te nemen dozen, en niet vanuit de in totaal 24.000 af te nemen dozen.
6.50.5
Het mailbericht van [bestuurder Stockhunter] van
2 augustus 2021 [42] maakt nog steeds deel uit van dezelfde keten, waarin de heer [naam] van CombiCoop hem eerder die dag heeft bericht dat CombiCoop conform een eerder voorstel nog 483 dozen heeft afgenomen tegen € 63,- om de discussie te beëindigen. In zijn reactie van diezelfde ochtend doet [bestuurder Stockhunter] een voorstel voor de afbouw van de “nog af te nemen 6909 dozen”. Dat aantal is het saldo van de 7.392 af te nemen dozen uit zijn mailbericht van 12 juli 2021 na aftrek van die latere bestelling van 483 dozen, en dus nog steeds gebaseerd op de afnameverplichting voor alleen 2021.
6.51
Stockhunter heeft de door CombiCoop gestelde aantallen door de exploitatievennootschappen afgenomen dozen betwist, waarna CombiCoop haar stelling met betrekking tot die aantallen niet nader heeft onderbouwd door bijvoorbeeld de betrokken inkooporders van de exploitatievennootschappen te overleggen, terwijl zij als productie 69 uitputtende statistieken in het geding heeft gebracht inzake de door Agro Care, CombiVliet en haarzelf bij Stockhunter geplaatste orders. Omdat zij daarmee niet heeft voldaan aan haar stelplicht gaat het hof voorbij aan het bewijsaanbod dat zij op dit punt heeft gedaan in randnummer 137 van haar memorie van antwoord.
6.52
CombiCoop klaagt ook over het oordeel van de rechtbank in 2.18 van het bestreden vonnis dat, uitgaande van de veronderstelling dat de eerste bestelde dozen ook als eerste zijn afgenomen, de tot op het moment van dagvaarding in mei-december 2020 en in 2021 bestelde 9.371 dozen afgaan van de voor mei-december 2020 afgesproken minimumafname van 13.000, maar die klacht kan haar niet baten, omdat het om het even is of de 3.986 dozen die CombiCoop volgens de tabel van 7 september 2021 in 2021 heeft afgenomen wordt afgetrokken van de afnameverplichting voor 2020 of voor 2021. [43]
6.53
CombiCoop heeft daarnaast aangevoerd dat een factuur van Stockhunter voor 80 dozen, dat wil zeggen voor € 5.040 exclusief btw, abusievelijk twee keer is betaald, en dat dat aantal dozen daarom moet worden afgetrokken van het aantal nog door haar af te nemen dozen. Stockhunter heeft de dubbele betaling tijdens de mondelinge behandeling betwist. CombiCoop heeft de betrokken factuur en de daarop betrekking hebbende betalingsbewijzen niet in het geding gebracht, en het hof ziet geen aanleiding om haar in de gelegenheid te stellen dit alsnog te doen. De betrokken dubbele betaling is daarom niet vast komen te staan.
vi. Gold bij de afnames over 2020 en 2021 steeds een prijs van € 63,-? (Grief IV en deel van Grief V van CombiCoop)
6.54
CombiCoop voert met betrekking tot de afnameprijs van € 63,- per doos aan dat de afnameafspraken mede inhielden dat die prijs weer zou dalen als de marktprijzen zouden dalen, en dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid is als Stockhunter haar ondanks dalende marktprijzen aan die prijs houdt.
6.55
Als het ten eerste gaat om de
uitleg van de afnameafsprakenverwijst CombiCoop naar de afspraak in de raamovereenkomst 2015 dat Stockhunter een transparante marktconforme verkoopprijs zou hanteren. In april en mei 2021 zijn de marktprijzen weer gaan dalen. De exploitatievennootschappen hadden op dat moment nog geen inkooporders geplaatst voor de volledige afgesproken afnamevolumes, maar Stockhunter heeft toen in strijd met die marktconformiteitsafspraak geweigerd om haar verkoopprijzen te verlagen, zo betoogt nog steeds CombiCoop.
6.56
Het hof volgt CombiCoop niet in deze uitleg, omdat in de afnameafspraken 2020 en 2021 besloten ligt dat de daarin afgesproken vaste prijs van € 63,- zou gelden voor de gehele betrokken volumes van 13.000 en 11.000 dozen. Beide afspraken waren immers het resultaat van de in een context van schaarste en prijsvolatiliteit door Stockhunter aan CombiCoop voorgelegde keuze tussen nu of later bestellen. Stockhunter wijst er terecht op dat zij CombiCoop erop heeft gewezen dat het later bestellen als mogelijk voordeel kon hebben dat de prijzen dan zouden zijn gedaald, en dat CombiCoop heeft gekozen voor nu bestellen. Tussen partijen staat vast dat Stockhunter de betrokken aantallen 2020 en 2021 heeft besteld, waarbij zij telkens het risico op zich heeft genomen van inkoopprijsstijgingen boven een niveau dat haar verkoopprijs van € 63,- onrendabel zouden maken. CombiCoop is daarom aan die prijs gebonden.
6.57
CombiCoop doet ook een beroep op zowel de aanvullende als de beperkende werking van de
redelijkheid en billijkheid. Partijen hadden in de raamovereenkomst een vaste prijs van € 19,99 per doos afgesproken en CombiCoop had Stockhunter daar in april/mei 2020 aan kunnen houden. Zij heeft er destijds echter voor gekozen om met het oog op de belangen van Stockhunter akkoord te gaan met een prijsverhoging en Stockhunter stelt zich onredelijk op door, nadat de prijzen waren gedaald, vast te houden aan de prijs van € 63,- per doos, aldus nog steeds CombiCoop.
6.58
Het hof volgt CombiCoop daar niet in. Het hof heeft hiervoor onder 6.30.1 al geoordeeld dat partijen het recht op transparante marktconforme prijsstijging uit het prijsbeding 2015 niet hadden uitgeschakeld met de vaste prijs in het prijsbeding 2018. Dat CombiCoop Stockhunter na het uitbreken van de coronapandemie aan de prijs van € 19,99 per doos had kunnen houden, is daarom onjuist. Hiervoor heeft het hof ook geoordeeld dat CombiCoop met het maken van de afnameafspraken 2020 en 2021 een vaste prijs mede heeft aanvaard om het risico op toekomstige verdere prijsstijgingen af te kopen. In dat licht bezien heeft CombiCoop niet toegelicht waarom het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Stockhunter CombiCoop aan die vaste prijs houdt, of waarom op dit punt de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid tot een andere uitkomst zou leiden.
vii. Leveren de afnameafspraken 2020 en 2021 opeisbare verbintenissen op? (Grief VI van CombiCoop)
6.59
CombiCoop betwist dat op haar opeisbare verbintenissen rusten tot afname van 13.000 en 11.000 dozen voor € 63.- per doos. Partijen hebben nooit een termijncontract gesloten, maar steeds aldus gehandeld dat de exploitatievennootschappen de op dat moment marktconforme prijs (of spotprijs) betaalden, en de betalingsverplichting van die exploitatievennootschappen ontstond ook pas na het plaatsen van een inkooporder. Als Stockhunter iets anders had gewild, had zij bespreekbaar moeten maken dat zij van die eerdere afspraken wilde afwijken. Dit geldt te meer gelet op het oordeel van de rechtbank dat het ijzerenvoorraadbeding niet tot een bijkomende afnameverplichting leidt, zo betoogt nog steeds CombiCoop.
6.6
Dit betoogt stuit af op (i) het hiervoor onder 6.12 weergegeven kwalificatie van de raamovereenkomsten als koopovereenkomsten met CombiCoop zèlf als koper en (ii) de hiervoor onder de cursieve subkopjes
ii.en
iii.verrichte beoordeling met betrekking tot het (in het kader van die raamovereenkomsten) tot stand komen van de afnameafspraken 2020 en 2021. Uit diezelfde beoordeling volgt dat CombiCoop ten tijde van het maken van die afnameafspraken goed had begrepen wat de keuze tussen nu of later bestellen inhield, en dat het daarom niet nodig was dat Stockhunter haar daar met zoveel woorden op moest wijzen.
6.61
Uit de aard van de hiervoor beoordeelde afnameafspraken 2020 en 2021 volgt voorts dat zij ook zonder inkooporders van de exploitatievennootschappen uiterlijk opeisbaar waren eind 2020 respectievelijk eind 2021.
6.62
Het hof gaat voorbij aan het bewijsaanbod dat CombiCoop heeft gedaan in randnummer 163 van haar memorie van grieven, omdat uit de voorgaande beoordeling volgt dat de feiten die zij daar te bewijzen heeft aangeboden niet tot een andere uitkomst kunnen leiden. Omdat de afnamevordering reeds toewijsbaar is op grond van de hiervoor gaande beoordeling, laat het hof de overige stellingen en verweren van partijen met betrekking tot die afname onbesproken, waaronder de stellingen over een door CombiCoop opgestelde afnametabel.
viii. Kan CombiCoop zich beroepen op ontbinding van de raamovereenkomst 2018, vernietiging van de afnameafspraken wegens dwaling of wijziging van die overeenkomsten wegens gewijzigde omstandigheden (Grieven VII tot en met IX van CombiCooop)?
6.63
CombiCoop beroept zich op de
ontbindingsbriefvan haar advocaat van 18 januari 2022. In die brief heeft zij aan die ontbinding ten grondslag gelegd dat Stockhunter had geweigerd om de door CombiVliet en Agro Care benodigde dozen handschoenen voor € 19,99 per doos te leveren, althans voor een marktconforme prijs, zoals overeengekomen in de raamovereenkomsten. Tijdens de mondelinge behandeling is aan de zijde van CombiCoop toegelicht dat met het woord “gedeeltelijk” in die brief was bedoeld de raamovereenkomst 2018 slechts te ontbinden voor zover het zou gaan om nog in de toekomst krachtens diezelfde raamovereenkomst af te nemen dozen.
6.64
Dit beroep slaagt niet. In die brief merkt CombiCoop die brief aan als een ontbindingsverklaring in de zin van artikel 6:267 lid 1 BW. In de stellingen van CombiCoop en in die kwalificatie ligt besloten dat zij een beroep doet op de ontbindingsbevoegdheid van artikel 6:265 lid 1 BW. Die bevoegdheid ontstaat op grond van artikel 6:265 lid 2 BW buiten gevallen van onmogelijke nakoming pas wanneer de schuldenaar (in dit geval Stockhunter) in verzuim is, en Stockhunter wijst er terecht op dat CombiCoop als schuldeiser op 18 januari 2022 zelf in verzuim was door te weigeren de betrokken dozen voor € 63,- per doos af te nemen (artikel 6:58 BW), waardoor Stockhunter niet in verzuim kon raken (artikel 6:61 lid 2 BW). Bovendien volgt uit de hiervoor gaande beoordeling dat Stockhunter niet is tekortgeschoten in de nakoming van enige verbintenis door te weigeren om de dozen handschoenen te leveren voor een prijs beneden € 63,- per doos.
6.65
CombiCoop beroept zich daarnaast op de ontbindingsbevoegdheid uit artikel 12.2 AIV, waarin partijen volgens haar zijn afgeweken van artikel 6:265 lid 1 BW. Het hof vat deze stelling aldus op, dat CombiCoop daarmee bedoelt dat zij onder gebruikmaking van deze bevoegdheid weliswaar 10% van de resterende overeengekomen prijs moet betalen, maar dat daarvoor geen toerekenbare tekortkoming is vereist.
6.66
Het hof gaat hier niet in mee, omdat uit de brief van 18 januari 2022 niet blijkt dat CombiCoop die brief (mede) beschouwde als een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring op grond van artikel 12.2 AIV: de brief verwijst niet naar die grondslag en CombiCoop heeft daarin ook niet aangeboden om 10% van de resterende overeengekomen prijs te betalen. Daar komt bij dat CombiCoop niet heeft toegelicht dat en waarom artikel 12.2 AIV in die zin moet worden uitgelegd dat zij de daarin beschreven bevoegdheid ook kon uitoefenen in een situatie waarin zij zelf, zoals hiervoor geoordeeld, in schuldeisersverzuim verkeerde.
6.67
CombiCoop beroept zich ook op
vernietigingvan beide afnameafspraken wegens
dwaling. Indien al sprake is geweest van afnameafspraken, ging zij ervan uit dat de besproken aantallen van 13.000 respectievelijk 11.000 dozen prognoses waren en dat er geen bindende prijs van € 63,- was overeengekomen. Stockhunter wist dat dit voor CombiCoop belangrijke punten waren, maar heeft daarover mededelingen gedaan, waarmee zij CombiCoop op het verkeerde been heeft gezet en heeft CombiCoop ook niet voor die gevolgen gewaarschuwd. Zo heeft Stockhunter CombiCoop keer op keer bericht dat alleen zij, Stockhunter, het risico droeg van een prijsstijging, en heeft zij CombiCoop ook niet uitgelegd dat de prijs van € 63,- ook zou gelden indien CombiCoop bij andere leveranciers een lagere prijs zou weten te bedingen. CombiCoop betoogt dat had zij dit geweten, had zij die afnameafspraken niet of niet onder die voorwaarden gemaakt.
6.68
Dit beroep slaagt niet, omdat uit de hiervoor onder de cursieve kopjes
i.en
ii.verrichte beoordeling volgt dat Stockhunter CombiCoop voorafgaand aan beide afnameafspraken in een context van schaarste en stijgende prijzen herhaaldelijk en duidelijk de keuze heeft voorgehouden tussen (i) nu bestellen, met leveringszekerheid en gefixeerde prijzen, dan wel (ii) later bestellen, met de daaraan verbonden kansen en risico’s. Uit diezelfde beoordeling volgt ook dat CombiCoop die keuze had begrepen, en ook goed had begrepen dat de keuze voor (i) nu bestellen inhield dat het bij de betrokken aantallen niet om prognoses ging, maar om harde afnameverplichtingen, met een gefixeerde prijs voor de gehele bestelling. Het hof heeft hiervoor onder 6.24.4 ook geoordeeld dat de mededeling van [bestuurder Stockhunter] van 3 mei 2020 dat “het risico volledig bij ons ligt” alleen betrekking had op het risico van tussentijdse stijgingen van de inkoopprijs van Stockhunter die zouden maken dat haar verkoopprijs van € 63,- verlieslatend zou zijn. Het hof gaat daarom ook voorbij aan het bewijsaanbod dat CombiCoop heeft gedaan in randnummer 172 van haar memorie van grieven.
6.69
CombiCoop vordert ten slotte een
wijzigingvan de afnameafspraken wegens onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW). Toen de coronapandemie uitbrak heeft zij zich redelijk opgesteld en aanvaard dat de afnameprijs zou stijgen boven de met het prijsbeding 2018 afgesproken prijs van € 19,99 per doos. Ondertussen is de marktprijs eind 2021 weer gedaald, naar € 15,- per doos. Een redelijke wijziging van de overeenkomst zou inhouden dat partijen ieder de helft dragen van het verschil tussen € 63,- en € 15,- per doos, voor een afnameprijs van € 39,- per doos.
6.7
Het hof gaat hier niet in mee, omdat Stockhunter terecht betwist dat de daling van de marktprijzen eind 2021 een onvoorziene omstandigheid oplevert: partijen hebben de afnameafspraken gemaakt eind april 2020 en in november/december 2020, toen de coronapandemie nog woedde, op grond van de keuze die moest worden gemaakt tussen nu of later bestellen, waarbij Stockhunter uitdrukkelijk als voordeel van dat later bestellen heeft beschreven dat die pandemie misschien zou eindigen voordat de bestaande voorraden uitgeput zouden raken en dat op dat moment weer tegen lagere prijzen besteld zou kunnen worden.
ix. Gevolgen voor de vorderingen over en weer in verband met de afnameverplichting
6.71
Het hof gaat voorbij aan de bewijsaanbiedingen die CombiCoop heeft gedaan in randnummer 186, omdat uit de voorgaande beoordeling volgt dat de aldaar door haar te bewijzen aangeboden feiten en omstandigheden, indien bewezen, niet tot een andere uitkomst kunnen leiden.
6.72
De voorgaande beoordeling heeft de volgende gevolgen voor het bestreden vonnis en voor de vorderingen in hoger beroep.
- Grief XI van CombiCoop (CombiCoop is ten onrechte veroordeeld tot afname van 14.629 dozen tegen € 63,-) bouwt voort op haar vorige grieven en faalt om die reden eveneens.
- De beslissing onder 3.1 van het bestreden vonnis (afname van 14.629 dozen tegen € 63,- per doos) moet worden bekrachtigd, en die onder 3.4 (afwijzing van het meer of anders gevorderde) ook, voor zover zij betrekking heeft op de veroordeling tot afname van de ijzeren voorraad.
- De vorderingen in principaal hoger beroep II tot en met VII van CombiCoop moeten worden afgewezen.
- Met betrekking tot vordering in principaal hoger beroep II van Stockhunter is tijdens de mondelinge behandeling besproken dat uit de depotovereenkomst met de betrokken notaris voortvloeit dat deze notaris het in depot gehouden bedrag aan Stockhunter moet uitkeren op grond van het onderhavige arrest, maar het hof zal die vordering voor de zekerheid toewijzen zoals hierna bepaald.
- Hetzelfde geldt voor het onderdeel van die vordering waarin Stockhunter heeft gevorderd dat CombiCoop wordt veroordeeld tot betaling van de door het notariskantoor in rekening gebrachte depotkosten.
- De vorderingen in incidenteel hoger beroep I en III van Stockhunter moeten worden afgewezen.
(b) De overige vorderingen van Stockhunter
i. Schadevergoeding wegens het niet afnemen van de dozen (Grief II van Stockhunter)
6.73
Stockhunter legt ten grondslag aan haar vordering II in incidenteel hoger beroep dat CombiCoop is tekortgeschoten in de nakoming van de afnameafspraken 2020 en 2021 en het ijzerenvoorraadbeding en dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden omdat zij de betrokken dozen handschoenen heeft moeten opslaan totdat CombiCoop die in mei en augustus 2023 heeft afgenomen (afnameafspraken 2020 en 2021), althans tot nu (ijzerenvoorraadbeding).
6.74
CombiCoop betwist dat zij is tekortgeschoten en voert aan dat partijen de betrokken aansprakelijkheid hebben uitgesloten in artikel 17.1 AIV.
6.75
Het hof geeft CombiCoop op dit punt gelijk. Wat de ijzeren voorraad betreft heeft het hof hiervoor geoordeeld dat het betrokken beding voor CombiCoop geen bijkomende afnameverplichting heeft opgeleverd. Voor wat betreft de opslagschade als gevolg van het niet nakomen van de afnameafspraken 2020 en 2021 heeft Stockhunter niet afzonderlijk onderbouwd dat en waarom het exoneratiebeding uit artikel 17.1 er niet toe zou leiden dat zij CombiCoop niet kan aanspreken tot vergoeding van deze schade.
ii. Schadevergoeding wegens het op oneigenlijke gronden ontbinden van de raamovereenkomst 2018 en het schenden van het exclusiviteitsbeding (Grief III van Stockhunter)
6.76
Stockhunter legt ten grondslag aan haar vordering VI in incidenteel hoger beroep dat CombiCoop de raamovereenkomst 2018 op 18 januari 2022 op oneigenlijke gronden heeft ontbonden en/of het daarin neergelegde exclusiviteitsbeding heeft geschonden door vanaf juni 2021 handschoenen af te nemen van derden, en dat CombiCoop als gevolg daarvan schade heeft geleden. Volgens haar heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat CombiCoop niet meer aan die exclusiviteit kon worden gehouden nadat zij de raamovereenkomst in januari 2022 had ontbonden. CombiCoop betwist een en ander.
6.77
Het hof wijst deze vordering om de volgende redenen af.
6.77.1
Als het gaat om de ontbinding volgt uit de beoordeling hiervoor onder 6.64 e.v. dat CombiCoop de raamovereenkomst 2018 niet heeft ontbonden met haar brief van 18 januari 2022. Stockhunter heeft echter niet gesteld dat zij hierdoor andere schade heeft geleden dan die zij stelt te hebben geleden als gevolg van een schending van het exclusiviteitsbeding.
6.77.2
Als het gaat om dat exclusiviteitsbeding volgt, anders dan CombiCoop aanvoert, duidelijk uit de tekst van de raamovereenkomst 2018 dat partijen daarin hadden voorzien in een resultaatverbintenis van exclusiviteit. Zoals hiervoor onder 6.12 geoordeeld, gaat het bij die raamovereenkomst 2018 om een koopovereenkomst met CombiCoop zèlf als koper. Ook heeft CombiCoop met betrekking tot het ijzerenvoorraadbeding aangevoerd dat dat binnen het contractuele evenwicht van de raamovereenkomst 2018 moest worden gezien als een tegenhanger van het exclusiviteitsbeding, en dat het dan ongerijmd zou zijn als dat geen harde afspraak zou zijn.
6.77.3
Als het gaat om de gestelde schending van dat beding in 2021 heeft Stockhunter onvoldoende onderbouwd dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Zij heeft namelijk niet gesteld dat (en onderbouwd waarom) CombiCoop, de gestelde schending weggedacht, in 2021 meer dozen handschoenen zou hebben afgenomen dan de 14.629 dozen waarvan het hof hiervoor heeft geoordeeld dat zij die in 2021 nog had moeten afnemen op grond van de afnameafspraken 2020 en 2021. Dit klemt te meer omdat Stockhunter onvoldoende het standpunt van CombiCoop heeft weersproken dat de exploitatievennootschappen begin 2021 zijn getroffen door het TBFR-virus en dat hun handschoenbehoefte toen (in ieder geval mede) om die reden is gedaald ten opzichte van hun afname in de voorgaande jaren, waarop de afnameafspraken 2020 en 2021 waren gebaseerd. Of CombiCoop, zoals Stockhunter stelt en CombiCoop betwist, in 2021 niet alleen contact heeft gezocht met andere leveranciers, maar ook daadwerkelijk van die andere leveranciers handschoenen heeft afgenomen, kan daarom in het midden blijven.
6.77.4
Als het gaat om de daaropvolgende jaren 2022 en 2023 die nog restten tijdens de duur van de raamovereenkomst 2018 heeft Stockhunter onvoldoende duidelijk gemaakt dat haar schadevordering niet alleen betrekking heeft op 2021, waar zij in haar inleidende dagvaarding naar verwijst, maar ook op die volgende jaren. Stockhunter heeft ook niet gesteld dat, noch onderbouwd waarom, zij in die jaren enige schade zou hebben geleden als gevolg van de eventuele schending van het exclusiviteitsbeding.
6.78
Het beroep van CombiCoop op een volgens haar in afwijking van artikel 6:265 BW in beide raamovereenkomsten overeengekomen ontbindingsbevoegdheid (“Indien er onoverbrugbare conflicten ontstaan (kapotte materialen / geen leveringen of niet juiste betalingen conform [strekking] overeenkomst) dan kunnen we eerder ontbinden”), kan daarom onbesproken blijven.
iii. Rente
6.79
Stockhunter legt ten grondslag aan haar vorderingen IV en V in incidenteel hoger beroep dat CombiCoop niet tijdig heeft voldaan aan de door de rechtbank uitgesproken veroordeling tot afname. Stockhunter heeft op 31 augustus 2023 de 10.949 op dat moment nog ontbrekende dozen geleverd en daarvoor ten laste van de exploitatievennootschappen facturen opgesteld voor in totaal € 834.642,27, waardoor dat bedrag uiterlijk op 7 september 2023 betaald had moeten worden. Daarvan is tot op vandaag echter alleen € 198.742,35 betaald op 9 september 2023, en nog eens € 99.999,98 op 31 oktober 2023, ter uitvoering van het vonnis van de voorzieningenrechter. Volgens Stockhunter is daarom vanaf 7 september 2023 de wettelijke (handels)rente verschuldigd, eerst over € 834.642,27 en daarna over de telkens na de tussenbetalingen overgebleven bedragen.
6.8
Deze vordering is deels toewijsbaar. Uit de beoordeling hiervoor met betrekking tot de afnameverplichtingen 2020 en 2021 volgt dat CombiCoop in augustus 2023 terecht inkooporders heeft laten plaatsen voor de 10.949 op dat moment nog ontbrekende dozen, en dat Stockhunter daarvoor terecht facturen heeft gestuurd voor € 834.642,27, waardoor voor (de exploitatievennootschappen namens) CombiCoop een verbintenis is ontstaan tot betaling van dat bedrag aan Stockhunter. CombiCoop voert aan dat die betalingsverplichtingen niet opeisbaar waren, maar heeft dat niet toegelicht en heeft niet afzonderlijk betwist dat de met die facturen in rekening gebrachte bedragen uiterlijk op 7 september 2023 betaald hadden moeten worden. CombiCoop voert ook aan dat de rechtbank geen rente heeft toegewezen en dat een afzonderlijke renteveroordeling ook nu niet nodig is. Het hof gaat hieraan voorbij omdat Stockhunter rente vordert vanaf het einde van de betalingstermijn van haar facturen en niet vanaf de datum van het bestreden vonnis of van het onderhavige arrest.
6.81
CombiCoop wijst er wel terecht op dat partijen in artikel 7.8 AIV een enkelvoudige contractuele rente zijn overeengekomen van de eenmaands Euriborvoet met een opslag van 50 basispunten, en Stockhunter heeft dat niet afzonderlijk betwist. De betrokken vorderingen zijn daarom toewijsbaar zoals hierna bepaald, vanaf respectievelijk 8 september, 10 september en 1 november 2023. Omdat Stockhunter in haar vordering II in principaal hoger beroep onder andere verwijst naar door Kragd Notarissen eventueel uit te keren rente over de in depot gehouden hoofdsom zal het hof, teneinde dubbeltellingen te voorkomen, bepalen dat eventueel door Kragd Notarissen uitgekeerde rente moet worden afgetrokken van de onderhavige renteberekening.
(c) Slotsom en proceskosten
6.82
De slotsom is dat het hoger beroep van CombiCoop niet slaagt en dat van Stockhunter deels, dat de nieuwe vorderingen van CombiCoop in hoger beroep moeten worden afgewezen en dat de nieuwe vorderingen van Stockhunter in hoger beroep deels moeten worden toegewezen en deels moeten worden afgewezen. Het hof zal het bestreden vonnis daarom bekrachtigen en voor het overige recht doen zoals hierna bepaald.
6.83
CombiCoop is met de veroordeling tot afname terecht als overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure voor de rechtbank, waardoor het bestreden vonnis ook op dat punt moet worden bekrachtigd (Grief X van CombiCoop).
6.84
Het hof zal CombiCoop als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het principaal hoger beroep en de proceskosten van het incidenteel hoger beroep compenseren omdat partijen daarin over en weer deels in het ongelijk zijn gesteld. Het hof begroot de proceskosten van het principaal hoger beroep op:
griffierecht € 5.689,-
salaris advocaat € 18.651,- (3 punten × tarief VIII (€ 6.217,- per punt)
nakosten € 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 24.518,-
Het hof zal de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toewijzen zoals hierna bepaald
.

7.Beslissing

Het hof:
  • bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023;
  • veroordeelt CombiCoop om, voor zover nodig, haar medewerking te verlenen aan een instructie aan Kragd Notarissen te Den Haag om het bedrag dat door dat kantoor ten behoeve van partijen in depot wordt gehouden, binnen vijf werkdagen na vandaag aan Stockhunter te betalen, vermeerderd met rente indien partijen dat zo onderling en met Kragd Notarissen hebben afgesproken;
  • veroordeelt CombiCoop tot betaling aan Stockhunter van de kosten die Kragd Notarissen rekent voor het in depot houden van vorenbedoeld bedrag;
  • veroordeelt CombiCoop tot betaling aan Stockhunter van de enkelvoudige eenmaands Euriborrente met een opslag van 50 basispunten over:
  • veroordeelt CombiCoop in de kosten van de procedure in principaal hoger beroep, aan de zijde van Stockhunter begroot op € 24.518,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als CombiCoop deze niet binnen veertien dagen na heden heeft betaald;
  • bepaalt dat als CombiCoop niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, CombiCoop de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als CombiCoop deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft betaald;
  • bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten van het incidenteel hoger beroep dragen;
  • verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
  • wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. H.M.H. Speyart van Woerden, mr. P. Volker en mr. R.S. Le Poole en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Uit de berekeningen van beide partijen volgt dat het bij de onderling uitgewisselde prijzen per doos steeds gaat om prijzen exclusief btw en dat de daaropvolgende betalingen inclusief btw zijn. Ook het hof vermeldt hierna bedragen exclusief btw als het gaat om de onderling geldende prijzen en bedragen inclusief btw als het gaat om onderlinge betalingen.
2.Memorie van grieven, punt 34, en antwoord op een vraag van het hof tijdens de mondelinge behandeling.
3.Punt 26 memorie van grieven.
4.Productie 5 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
5.Bijlage 3 bij productie 42 Stockhunter bij akte overlegging producties in eerste aanleg.
6.Productie 6 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
7.Productie 28 CombiCoop bij memorie van grieven.
8.Productie 33 CombiCoop bij memorie van grieven.
9.Productie 7 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
10.Productie 46 Stockhunter bij memorie van antwoord in principaal hoger beroep/grieven in incidenteel hoger beroep.
11.Productie 47 Stockhunter bij memorie van antwoord in principaal hoger beroep/grieven in incidenteel hoger beroep.
12.Productie 8 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
13.Productie 9 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
14.Productie 10 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
15.Productie 11 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
16.Productie 34 CombiCoop bij memorie van grieven.
17.Productie 12 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
18.Productie 13 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
19.Productie 35 Stockhunter bij memorie van grieven.
20.Productie 14 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
21.Productie 37 CombiCoop bij memorie van grieven.
22.Productie 15 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
23.Productie 38 CombiCoop bij memorie van grieven.
24.Punt 51 memorie van grieven.
25.Productie 16 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
26.Productie 20 CombiCoop bij memorie van grieven.
27.Productie 39 CombiCoop bij memorie van grieven.
28.Productie 21 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
29.Productie 49 Stockhunter bij memorie van antwoord.
30.Productie 22 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
31.Productie 1 CombiCoop bij conclusie van antwoord, punt 20 en bijlage 7.2: mail van [A] van 27 november 2020 10:09.
32.Productie 50 Stockhunter bij memorie van antwoord in principaal hoger beroep.
33.Productie 40 CombiCoop bij memorie van grieven.
34.Productie 27 en 28 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
35.Productie 25 Stockhunter bij inleidende dagvaarding
36.Productie 8 CombiCoop bij conclusie van antwoord en productie 26 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
37.Productie 41 CombiCoop bij memorie van grieven.
38.Productie 27 en 28 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
39.Productie CombiCoop 72 bij brief van 10 februari 2025.
40.Productie 51 CombiCoop bij memorie van grieven.
41.Productie 38 Stockhunter bij inleidende dagvaarding.
42.Productie 43 CombiCoop bij memorie van grieven.
43.Tabel 7 september 2021: (13.000 - 5.385) + (11.000 - 3.986) = 7.615 + 7.014 = 14.629.