Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 26 september 2024, waarmee de man in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 11 juli 2024 (hierna: het bestreden vonnis);
- de memorie van grieven van de man;
- de memorie van antwoord van de vrouw.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
- de man veroordeeld om aan de vrouw te betalen een bedrag van € 10.875,- te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (BW) over het toegewezen bedrag, met ingang van 8 mei 2023, tot de dag van volledige betaling;
- de man veroordeeld in de proceskosten van € 1.525,86, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de man niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
5.Vordering in hoger beroep
De man heeft nooit gesteld dat het geldbedrag van € 10.000,00 aan hem is geschonken en de kantonrechter heeft ten onrechte gewicht toegekend aan het feit dat de betaling plaatsvond tijdens de coronaperiode en dat zijn onderneming in die periode in zwaar weer bevond. De betaling vond in privé plaats en niet aan zijn onderneming, aldus de man.
- de vrouw heeft een bedrag van € 10.000,- aan de man overgemaakt, hetgeen de man niet betwist;
- de man stelt pas in deze gerechtelijke procedure dat sprake zou zijn van vergoeding voor gezamenlijke kosten, terwijl hij eerder nooit heeft gesproken over een afspraak hierover;
- de man heeft niet eerder ontkend dat het bedrag terugbetaald moest worden en spreekt in zijn e-mail van 3 maart 2023 over schuldverhoudingen tussen partijen, wat duidt op een wederzijdse financiële verplichting;
- de vrouw heeft vrijwel direct na het beëindigen van de relatie om terugbetaling verzocht, wat aansluit bij haar stelling dat sprake is van een lening en niet van eenmalige compensatie;
- er is geen bewijs overgelegd van de stelling van de man dat sprake was van een kostenvergoeding.
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- vernietigt het bestreden vonnis;
- wijst af de inleidende vorderingen van de vrouw;
- compenseert de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep aldus dat iedere partij die eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.