Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/645912/ HA ZA 22-812
1.OCP Solutions B.V.,
Estate of the Art B.V.,
[verweerder 3],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 29 april 2024, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 31 januari 2024;
- de memorie van grieven tevens incidentele vordering ex artikel 843a Rv, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv.
3.Feitelijke achtergrond
Loan Agreement’ (hierna: de overeenkomst) met OCP gesloten. Hierin is onder meer bepaald dat in de periode van 1 juni 2018 en 16 mei 2019 een totaalbedrag van € 762.609,42 door [appellante] aan OCP is verstrekt en dat deze bedragen door OCP uiterlijk op 31 januari 2021 moeten worden terugbetaald. De hoogte en de data van de betalingstermijnen zijn vervolgens nog tweemaal gewijzigd, waarbij de laatste betaaltermijn uiteindelijk is vastgesteld op 31 januari 2022.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Incidentele vordering ex artikel 843a Rv
- de gecontroleerde, geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2021 - heden;
- een overzicht inclusief financiële onderbouwing van de projecten met CityBeacons die binnen deze vennootschappen zijn gerealiseerd in de periode tussen 10 september 2021 en heden;
- contracten die deze vennootschappen met derden hebben gesloten en die verband houden met CityBeacons, waarbij in ieder geval zichtbaar moet zijn wat de omvang van een bepaald contract is en de prijsstelling die de vennootschap hanteert;
- betalingen die de [verweerder 3]-vennootschappen aan hun bestuurder(s) en zustervennootschappen hebben gedaan tussen 10 september 2021 en heden.
fishing expedition, waarvoor artikel 843a Rv niet is bedoeld. De aard, herkomst en aantal van de gevraagde stukken is niet voldoende afgebakend en omschreven, het moet bovendien gaan om bestaande bescheiden en kan dus niet zien op nog niet opgemaakte jaarrekeningen.
6.Beoordeling van het incident
fishing expedition.