Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Banketbakkerij [geïntimeerde 1] V.O.F. (in liquidatie),
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3] ,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaardingen van 25 en 26 januari 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 23 november 2022;
- het arrest van dit hof van 18 april 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 mei 2023;
- de memorie van grieven van [appellant] ;
- de memorie van antwoord, houdende incidenteel hoger beroep van [geïntimeerde 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van [appellant] .
3.Feitelijke achtergrond
ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST WINKELRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW” van toepassing (hierna te noemen: de algemene voorwaarden). Voor zover relevant is daarin vermeld:
4.Procedure bij de kantonrechter
- [geïntimeerde 1] c.s. wordt veroordeeld de ingebruikgeving van het gehuurde aan Banketbakkerij [geïntimeerde 1] B.V. te beëindigen en beëindigd te houden en weer zelf te gaan gebruiken, op straffe van een dwangsom;
- [geïntimeerde 1] c.s. wordt veroordeeld een bedrag van € 25.000,00 aan [appellant] te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente;
- [geïntimeerde 1] c.s. wordt veroordeeld in de proceskosten.
5.Vorderingen in hoger beroep
- [geïntimeerde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot ongedaanmaking c.q. restitutie van wat [appellant] ter uitvoering van het vonnis in eerste aanleg heeft voldaan respectievelijk van wat [geïntimeerde 1] c.s. via executie van het vonnis in eerste aanleg op [appellant] heeft verhaald, vermeerderd met wettelijke rente;
- [geïntimeerde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten in beide instanties.
6.Beoordeling in hoger beroep
.