Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks18 januari 2022 te Rotterdam,
althans in Nederland,[slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] meermaals
, althans eenmaal,met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,in
/tegende nek/hals/keel,
althans in/tegenhet hoofd en
/ofhet
(boven
)lichaam, te steken en/of snijden.
Als je van me houdt zou je dit niet doen” en “
Kan niet zonder jou” en “
Dit is gewoon niet eerlijk wat je nu met mij dout”.
vertelde toen dat zij ruzie had met haar partner omdat zij het uit wilde maken. Hij was daar boos over. Hij ging niet akkoord met het feit dat[slachtoffer]
het uit wilde maken. Hij accepteerde gewoon niet dat de relatie over was. De getuige verklaarde dat ze op 18 januari om 16.28 nog hadden gebeld nadat ze elkaar daarvoor nog hadden gezien.[slachtoffer]
had verteld dat ze het had uitgemaakt.
kwam [slachtoffer] haar kind afzetten. Zij vertelde mij dat [bijnaam verdachte] (het hof begrijpt de verdachte) weer vervelend deed. Zij had hem duidelijk gemaakt geen relatie meer te willen. Ze wilde als goede vrienden uit elkaar. Gisteren vertelde zij aan mij dat hij zondag (het hof begrijpt zondag 16 januari) bij haar in bed wilde gaan liggen, maar zij wilde dat niet. Toen zei hij tegen haar: “Je bent mijn vrouwtje, je bent van mij. Als je vind dat het over is, gaat jouw leven ook niet verder”.
Ik heb net mijn vrouw neergestoken. Ik kom mezelf aangeven. Ze is thuis op de [adres slachtoffer]”. Ook dit gedrag past bij iemand die volgens een eerder genomen besluit heeft gehandeld.
moord.
Naast een aanspraak op vergoeding van de immateriële schade die het gevolg is van door een hevige emotionele schok veroorzaakte geestelijk letsel, kan een secundair slachtoffer ook, als naaste van het primaire slachtoffer, een aanspraak hebben op een vaste vergoeding op grond van de artikelen 6:107 lid 1, aanhef en onder b, BW en 6:108 lid 1 in verbinding met artikel 6:108 lid 3 BW (‘affectieschade’). In zo’n geval van samenloop van deze aanspraken zal de rechter aan de hand van de omstandigheden van het geval naar billijkheid en schattenderwijs moeten afwegen in hoeverre bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding van de immateriële schade die het gevolg is van het hiervoor bedoelde, door de hevige emotionele schok veroorzaakte geestelijk letsel, rekening wordt gehouden met die aanspraak op affectieschade.’
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) jaren en 6 (zes) maanden.
van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 65.100,00 (vijfenzestigduizend honderd euro)bestaande uit
€ 60.000,00 (zestigduizend euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 65.100,00 (vijfenzestigduizend honderd euro)bestaande uit
€ 5.100,00 (vijfduizend honderd euro) materiële schadeen
€ 60.000,00 (zestigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten
hoogste 134 (honderdvierendertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 64.280,00 (vierenzestigduizend tweehonderdtachtig euro)bestaande uit
€ 14.280,00 (veertienduizend tweehonderdtachtig euro) materiële schadeen
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 64.280,00 (vierenzestigduizend tweehonderdtachtig euro)bestaande uit
€ 14.280,00 (veertienduizend tweehonderdtachtig euro) materiële schadeen
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
132 (honderdtweeëndertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 29.831,68 (negenentwintigduizend achthonderdeenendertig euro en achtenzestig cent)bestaande uit
€ 12.331,68 (twaalfduizend driehonderdeenendertig euro en achtenzestig cent) materiële schadeen
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
een bedrag te betalen van € 29.831,68 (negenentwintigduizend achthonderdeenendertig euro en achtenzestig cent)bestaande uit
€ 12.331,68 (twaalfduizend driehonderdeenendertig euro en achtenzestig cent) materiële schadeen
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
61 (eenenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
af.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro)als vergoeding voor
immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
36 (zesendertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]
€ 1.136,47 (duizend honderdzesendertig euro en zevenenveertig cent)ter zake van
materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.136,47 (duizend honderdzesendertig euro en zevenenveertig cent)als vergoeding voor
materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
2 (twee) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7]
af.