Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
niet verschenen (verstek).
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 11 januari 2024, waarmee Marcan in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van
- de memorie van grieven van Marcan.
3.Feitelijke achtergrond
“Artikel 91. Tot de schulden en kosten van de gezamenlijke eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:(…..)h. de verwarmingskosten in geval het een gemeenschappelijke installatie betreft, waaronder begrepen de kosten van de warmwaterinstallaties, de brandstofkosten, de elektriciteitskosten, de op de desbetreffende kosten betrekking hebbende administratie, alsmede, voor zover van toepassing, de kosten van registratie en de berekening van het warmteverbruik, alles voor zover de eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen;(….)”
“Let op: De facturen zijn tot op heden aan uw huurders doorbelast. De huurders zijn echter niet tot betaling overgegaan. Aangezien u als eigenaar lid bent van de VvE bent u aansprakelijk voor de openstaande stook-/verwarmingskosten die de VvE voor uw appartement krijgt doorbelast.”
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
(1) De huurders/gebruikers van de bedrijfsruimte hebben deze kosten niet betaald aan de VvE. De kantonrechter is hiervan uitgegaan. Marcan heeft dit oordeel van de kantonrechter niet gemotiveerd betwist.
(2) De door de VvE opgevoerde stookkosten zijn juist. Marcan heeft de hoogte ervan evenmin behoorlijk betwist. De blote stelling van Marcan dat zij de facturen niet kan controleren, gaat in ieder geval niet op. De kantonrechter heeft (in hoger beroep onbestreden) geoordeeld dat Marcan de facturen redelijkerwijs op juistheid had kunnen controleren.
(3) Ook staat als (in hoger beroep onbestreden) het oordeel van de kantonrechter vast dat in de onderlinge verhouding tussen de VvE en Marcan deze kosten voor rekening van Marcan komen, dit op grond van artikel 9.1.h splitsingsreglement.
Nu het hof de kantonrechter volgt, gaat dit argument niet op.