Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het proces-verbaal van verhoor van de getuige aan de zijde van Qua Wonen van
- het proces-verbaal van tegengetuigenverhoor aan de zijde van [appellant] van 18 maart 2025;
- de memorie na enquête aan de zijde van Qua Wonen.
3.Verdere beoordeling
Inleiding
Qua Wonen een woning aan [woonadres] in [woonplaats] (hierna: de woning of het gehuurde).
“(…) U vraagt mij wat ik mij kan herinneren van het gesprek. Meneer kwam in zijn eentje. Hij gaf aan dat hij nog niet zo lang ingeschreven stond maar dat hij via Direct Kans deze woning toegewezen had gekregen. Dat is een soort loting. Hij gaf aan dat hij de woning eigenlijk nog niet nodig had. maar hij wilde wel zijn kans aangrijpen om de woning alvast te hebben. Hij wilde gaan trouwen. Dat ging nog niet door vanwege Corona. Hij had de woning nog niet echt nodig. Hij verbleef bij zijn moeder en hier en daar. Hij was vaag over waar hij verbleef. Hij antwoordde hier en daar. Hij zei duidelijk 'ik verblijf bij mijn moeder’. Hij gaf wel aan dat hij niet in de woning woonde op dat moment. (…) Hij was het huis langzaam aan het klaarmaken. (…) Hij gaf aan dat hij net voor € 2000,- laminaat had gelegd. Hij was zijn huis aan het klaarmaken voor als hij ging trouwen. Dat was eigenlijk zijn verhaal. Mijn collega vroeg naar zijn vader. Mijn collega had zijn vader ontmoet toen hij nog een keer had aangebeld. Hij gaf aan dat zijn vader problemen had met de huurwoning waar hij woonde. Er waren bedreigingen op dat adres waar de vader woonde. Hierdoor zat de vader tijdelijk in zijn huurwoning. (…) Het verbaasde hem dat wij wilden dat hij vrijwillig de huur op zou zeggen omdat hij er niet woonde.”
- appeldagvaarding € 125,03
- griffierecht € 343,-
- salaris advocaat € 3.642,- (3 x tarief II)
-
nakosten € 178,-(plus verhoging vermeld in de beslissing)
Totaal € 4.288,03
4.Beslissing
- vernietigt de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 20 augustus 2021 en 9 december 2022,
- wijst af de vorderingen van Qua Wonen;
- veroordeelt Qua Wonen in de kosten van de procedure in eerste aanleg, tot dusver aan de zijde van [appellant] begroot op € 935,- aan salaris gemachtigde;
- veroordeelt Qua Wonen in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot dusver aan de zijde van [appellant] begroot op € 4.288,03;
- bepaalt dat als Qua Wonen niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Qua Wonen de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.